Nummer: R-19/3938/GB
Betreft: […] datum: 20 augustus 2019
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 5 juni 2019 genomen beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming (de Minister), en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Sittard afgewezen.
2. De feiten
Klager is sinds 23 april 2019 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de locatie Roermond.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft twee kinderen van 9 en 12 jaar oud. Zij zijn verplicht naar school te gaan. De bezoektijden zijn woensdagochtend en vrijdagochtend. Het is niet verstandig als klagers kinderen daarvoor een hele schooldag moeten missen. Zijn vriendin komt met het openbaar vervoer op bezoek, maar het is de vraag hoe lang dat nog lukt. Zij heeft PTSS. Haar behandelaar zal dat nog toelichten. Het h.v.b. van de locatie Sittard valt ook in het arrondissementsparket Maastricht. Gedetineerden worden zo dicht mogelijk bij huis geplaatst.
3.2. Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is ingesloten voor het arrondissementsparket Maastricht. Het h.v.b. van de locatie Roermond valt in dit parket. Klagers plaatsing is dus juist. Hij ontvangt bezoek van zijn vriendin. Haar psychische problemen zijn niet onderbouwd. Als klager wordt veroordeeld, kan hij zijn voorkeur voor plaatsing in de gevangenis van de p.i. Sittard kenbaar maken.
4. De beoordeling
4.1. Klager is voorlopig gehecht. Op grond van artikel 24, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, wordt hij bij voorkeur in het arrondissement van vervolging geplaatst. Klager verblijft nu in het h.v.b. van de locatie Roermond, maar wil overgeplaatst worden naar het h.v.b. van de locatie Sittard. Beide inrichtingen bevinden zich in hetzelfde arrondissement, namelijk Limburg. Deze bepaling speelt in deze zaak dus geen rol.
4.2. Als een gedetineerde overgeplaatst wil worden, moet hij daarvoor een goede reden hebben en die waar mogelijk (met stukken) onderbouwen. De beroepscommissie begrijpt dat klager graag bezoek van zijn vriendin en kinderen ontvangt. De bezoekproblemen van zijn vriendin en zijn kinderen heeft hij echter niet onderbouwd. Er is bijvoorbeeld geen verklaring van de behandelaar van zijn vriendin overgelegd, terwijl uit de informatie van de inrichting juist blijkt dat hij momenteel (nog) bezoek van haar ontvangt. Het is daarnaast niet duidelijk hoe een overplaatsing naar de locatie Sittard de bezoekproblemen voor zijn kinderen zou verhelpen.
4.3. Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie zal het beroep ongegrond verklaren.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. J.W. Wabeke, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. de Vries, secretaris, op 20 augustus 2019.
secretaris voorzitter