Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1798/GA, 1 december 2003, beroep
Uitspraakdatum:01-12-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Activiteiten  v

Uitspraak

nummer: 03/1798/GA

betreft: [klager] datum: 1 december 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 4 augustus 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

gericht tegen een uitspraak d.d. 16 juli 2003, verzonden op 23 juli 2003, van de alleensprekende beklagrechter uit de commissie van toezicht bij voormelde p.i., gegeven op een klacht [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 31 oktober 2003, gehouden in de p.i. Vught, is gehoord de heer [...], unit-directeur bij voormelde p.i.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet mogen luchten op 10 maart 2003.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
’s Ochtends gaat een personeelslid langs de gedetineerden met een lijstje met vragen, waaronder de vraag of de gedetineerde wil luchten. Een en ander wordt op dat lijstje aangekruist, zodat degene die de dienst later op de dagoverneemt kan zien waarvoor de gedetineerde zich heeft opgegeven. In het onderhavige geval is op het lijstje niet aangekruist dat klager wilde luchten. Het is woord tegen woord, maar de directeur merkt op dat de rondgang met hetlijstje voor zijn mensen routinewerk is, en dat het vaak voorkomt dat als een personeelslid met het lijstje langskomt de gedetineerde “ga weg” roept en zich dus niet voor bijvoorbeeld het luchten opgeeft, maar daar dan later op dedag op terug wil komen.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat klager duidelijk kenbaar heeft gemaakt dat hij die dag wilde luchten. Daarbij neemt de beroepscommissie het volgende in aanmerking. De directeur heeftaangegeven dat het personeel volgens een standaardprocedure te werk gaat. De beroepscommissie overweegt dat het, gelet op de wisseling van de dienst, van groot belang is voor het personeel nauwkeurig de keuze van een gedetineerdeaan te geven op het lijstje dat aan de opvolgende dienst wordt gegeven. Gelet daarop lijkt de kans op vergissingen klein. In het voorliggende is onvoldoende aannemelijk geworden dat een vergissing is gemaakt, zodat klagers beklagalsnog ongegrond dient te worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M. Voorwinden, secretaris, op 1 december 2003

secretaris voorzitter

Naar boven