Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1691/TB, 3 december 2003, beroep
Uitspraakdatum:03-12-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/1691/TB

betreft: [klager] datum: 3 december 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 25 juli 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr.D.S. Lösing, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing d.d. 18 juli 2003 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 november 2003, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. D.S. Lösing, en namens de Minister, drs[...]. Hiervan is hetaangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager over te plaatsen naar het Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht te Balkbrug (hierna: Veldzicht).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege.
In het kader van de tbs is hij geplaatst in de tbs-kliniek De Kijvelanden te Poortugaal. Bij brief d.d. 15 juli 2003 is het voornemen van die inrichting tot overplaatsing van klager naar Veldzicht in het kader van een ruiling aan deMinister kenbaar gemaakt. De Minister heeft op 18 juli 2003 beslist klager over te plaatsen naar Veldzicht. Deze overplaatsing was op 14 juli 2003 al gerealiseerd.

3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met zijn overplaatsing naar Veldzicht. Klager is op 14 juli 2003 overgeplaatst naar Veldzicht. De ministeriële beslissing dateert van 18 juli 2003. Klager is derhalve in strijd met artikel 11, eerstelid, en artikel 3 Bvt feitelijk overgeplaatst zonder last van de Minister. Klager heeft op grond van een onjuiste titel en op grond van een onbevoegd genomen beslissing tussen 14 juli 2003 en 18 juli 2003 in Veldzicht verbleven. Opformele gronden dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De Kijvelanden is van mening dat men met klager niet verder kan.
De behandeling zou in een impasse zijn gekomen en klager zou onvoldoende vooruitgang hebben geboekt. Voorts is er onvoldoende ‘basic trust’ bij beide partijen. Er is veel gebeurd in de inrichting dat het vertrouwen van klager heeftgeschaad. Het is juist dat klager zich in het begin van zijn opname verzet heeft tegen de tbs en de behandeling. Sinds eind 2000 heeft klager een vaste relatie en daaruit is een kind geboren. Dit vormde voor hem een omwenteling enhij heeft zijn verzet laten varen. Door de relatie heeft hij weer vertrouwen gekregen in het leven. Uit de pro justitia rapportage die uitgebracht is in verband met de verlenging van de tbs blijkt dat niets in de weg staat aanresocialisatie. Om die reden is de tbs slechts met een jaar verlengd. De rechtbank heeft in haar beschikking uitgesproken niet in te zien waarom klager overgeplaatst zou moeten worden.
In een heel vroeg stadium heeft de toenmalige raadsvrouw contact gehad met de inrichting, omdat de verschillende beoordelingen niet met elkaar strookten. Zij heeft alternatieven aangedragen, die van de hand zijn gewezen. Voorgesteldis om klager te laten behandelen door een behandelaar van buiten. Dit is afgewezen omdat dat niet mogelijk zou zijn, maar bij andere klinieken is dit wel mogelijk. Voorgesteld is om klager te laten opnemen in het Pieter Baan Centrumvoor een second opinion ten aanzien van het recidiverisico en het behandeltraject te laten beoordelen, maar ook dit is afgewezen. De Kijvelanden heeft nagelaten om toe te werken naar resocialisatie. zoals geadviseerd is in derapporten van de deskundigen Boeykens en Wassenaar en de beschikking van de rechtbank van 20 juni 2003.
De bestreden beslissing is onzorgvuldig. Volgens [...], hoofd van de inrichting Veldzicht, veroorzaakt overplaatsing een stagnatie in de behandeling van zo’n anderhalf jaar. Klager is door de overplaatsing zwaar getroffen in zijnprivé-belangen. Voorts is de beslissing innerlijk tegenstrijdig. De ‘basic trust’ is er niet en door iemand weg te plaatsen zou dan weer het vertrouwen moeten worden opgebouwd. Na de uitspraak van de rechtbank zijn er afsprakengemaakt. Klager moest voldoen aan drie eisen. Hij diende deel te nemen aan de dadergroep, er zijn eisen gesteld aan zijn dagprogramma en er dienden systeemgesprekken plaats te vinden met klager en zijn vriendin. Klager heeft aanalle voorwaarden voldaan. Tevoren is hij koppig geweest, met name wat betreft de naleving van de kliniekregels. Hij heeft problemen gehad met de urinecontrole. Klager heeft aangegeven dat hij geen drugsprobleem heeft, maar wordtbehandeld als een drugsverslaafde. Hij is een solist en in groepstherapie stuit dat op problemen. Klager is toegezegd dat hij iedere maand een gesprek zou hebben met de sectormanager; die toezegging is niet nagekomen. Klager heeftdoor de dadertherapie meer inzicht gekregen in zijn problematiek. Hij heeft vernomen hoe anderen, als ze problemen hebben, die verwerken en kan nu voor zichzelf de weg openen om problemen op te lossen en weet welke wegen bewandelddienen te worden als het niet goed gaat. De Kijvelanden heeft een heel ander idee over de vorderingen, die klager gemaakt heeft.
Klager had de afspraak om met de sectormanager over dit soort dingen te spreken, maar in verband met personeelstekort kon hij zelden met hem spreken, slechts tweemaal per jaar. De eerste twee à drie jaar van de behandeling zijnprima verlopen. Evaluatiegesprekken vonden op een gegeven moment eenmaal per negen maanden plaats. In de tussentijd hebben er een aantal ernstige zaken plaatsgevonden. Klager is driemaal beschuldigd van iets waar hij niets mee temaken had en is driemaal in de separeer geplaatst. Door sociotherapeuten werd gezegd dat klager met één been buiten stond en een week later werd hem ineens gezegd dat hij naar Veldzicht werd overgeplaatst.
Bij beide partijen is sprake van externaliseren. Klagers aandeel daarin is hem duidelijk. Klager had de sectormanager moeten aansporen om in gesprek met hem te gaan. Klager had het gevoel dat hij in de behandeling heel erg ver was.Door verschillende mensen is dit aangegeven. Het was een zware teleurstelling voor hem dat na de uitspraak van de rechtbank de inrichting niets deed met de aanwijzing van de rechtbank met betrekking tot resocialisatie. Vroeger zouhij daar fel op gereageerd hebben, maar klager heeft zich op de achtergrond gehouden en afgewacht. Klager twijfelt heel erg of hij verder had gekund in de inrichting. Als klager teruggeplaatst zou worden naar De Kijvelanden, zou hijna alles wat er gebeurd is niet de kracht hebben om de therapieën opnieuw te doen. Klagers gezin als enige motivatie is voor hem niet voldoende. De behandeling, die hem thans in Veldzicht wordt aangeboden, komt op hem over als oudekoek. De verandering in klagers gedrag weet hij ook in Veldzicht te handhaven. Klager ziet het niet zitten om teruggeplaatst te worden naar De Kijvelanden. Klager zou graag een second opinion willen en, als daaruit zou blijken dathij al een heel eind is met de behandeling, een aanvang willen maken met resocialisatie en niet alles opnieuw willen doen.

De Minister heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 14 juli 2003 overgeplaatst naar Veldzicht en daar op 16 juli 2003 gehoord met betrekking tot de overplaatsing. Bij het horen heeft klager gesteld bezwaar te hebben tegen de overplaatsing. De beslissing tot overplaatsingdateert van 18 juli 2003 en is derhalve genomen nadat klager al was overgeplaatst. Derhalve wordt het beroep formeel gegrond geacht.
Tbs-klinieken hebben in elk stadium van de tbs-stelling de mogelijkheid om een ter beschikking gestelde (tbs-gestelde) te ruilen met een patiënt van een andere tbs-kliniek. De Minister toetst in dit geval niet aan de criteria, diegelden ten aanzien van plaatsing. De inhoudelijke beoordeling van de wenselijkheid tot ruiling ligt bij de tbs-klinieken, aangezien aldaar de expertise aanwezig is om te beoordelen of voortzetting van de behandeling in de kliniekvan verblijf wenselijk is en om te bezien welke andere tbs-kliniek wellicht beter geoutilleerd zou zijn om de behandeling van de desbetreffende tbs-gestelde op deugdelijke wijze vorm te geven. Bij de uiteindelijke beslissing totplaatsing in een andere kliniek in het geval van ruiling heeft de Minister slechts een marginale rol, die met name ziet op de beoordeling of aan de procedurele voorschriften is voldaan.
Blijkens de bestuurder [...], de sectormanager [...] en de psychiater [...] van de inrichting De Kijvelanden is klagers behandeling in de inrichting gestagneerd. Veldzicht bleek bereid om klager tegen een andere patiënt te ruilen.De voornaamste reden voor overplaatsing is dat een tweede behandelpoging wellicht resultaten kan boeken, die in De Kijvelanden niet meer waarschijnlijk zijn. De inmiddels uitgevoerde risicotaxatie heeft aangegeven dat er bij klagernog steeds gevaar voor recidive bestaat. Voorts kan klager in Veldzicht op een afdeling worden geplaatst die specifiek is ingericht voor zedendelinquenten. De Kijvelanden beschikt niet over een dergelijke afdeling. Aan de beslissingliggen derhalve behandelinhoudelijke overwegingen ten grondslag. Het feit dat klagers vriendin en kinderen nu verder moeten reizen om klager te bezoeken, maakt de beoordeling niet anders. Het belang van klagers behandelingprevaleert. Wanneer en indien dit geïndiceerd is, kan een resocialisatietraject worden uitgezet in de regio waar zijn vriendin en familie woonachtig is. Het beroep wordt materieel ongegrond geacht.

4. De beoordeling
Naar aanleiding van het voornemen van De Kijvelanden klager te ruilen met een tbs-gestelde uit Veldzicht heeft de toenmalige raadsvrouw van klager in een uitvoerig schrijven d.d. 4 juni 2003 aan de directie van De Kijvelandenbehandelinhoudelijke bezwaren tegen die overplaatsing geformuleerd. Daarop heeft de directie gereageerd bij brief van 24 juni 2003. In antwoord d.d. 10 juli 2003 hierop heeft de toenmalige raadsvrouw alternatieven aangedragen enaangedrongen op een zorgvuldige aanpak bij eventuele overplaatsing gelet op de te verwachten vertraging in de behandeling van anderhalf jaar, en gelet op de - van het kliniekoordeel afwijkende - rapportages van twee deskundigen.Vervolgens is klager, zonder dat hij door of namens de Minister was gehoord, op 14 juli 2003 overgeplaatst naar Veldzicht. Klager is op 16 juli 2003 gehoord over deze beslissing. De Minister heeft deze plaatsing geformaliseerd bijschriftelijke mededeling d.d. 18 juli 2003. Behalve dat niet voldaan is aan de in artikel 53, tweede lid, Bvt neergelegde hoorplicht en de in artikel 54, tweede lid, Bvt neergelegde informatieplicht, is ook niet voldaan aan een eisvan zorgvuldigheid om in een met serieuze oordelen van gezaghebbende anderen onderbouwde en lopende discussie niet zonder noodzaak faits accomplis te stellen.
Mitsdien is het beroep gegrond en dient de bestreden beslissing van de Minister op formele gronden te worden vernietigd. Klager dient, gelet op het vorenoverwogene, een tegemoetkoming te worden geboden. De beroepscommissie zal dezetegemoetkoming in verband met de bijzonder onzorgvuldige wijze waarop een en ander heeft plaatsgevonden, vaststellen op € 100,=.

Bij de overplaatsing van tbs-gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de terbeschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de tbs-gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de tbs-gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Minister geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere tbs-gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te wetenvrouwen, zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke tbs-gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

Naar de Minister heeft aangegeven is ten aanzien van klager sprake van een ruiling en vindt in dat geval door de Minister geen toetsing aan bovengenoemde criteria plaats. De Minister beoordeelt of door de inrichtingen, die dewenselijkheid van een ruiling beoordelen, is voldaan aan de procedurele voorschriften.

De Minister heeft de bestreden beslissing genomen onder verwijzing naar de brief van de directie van De Kijvelanden d.d. 15 juli 2003.
In die brief staat vermeld dat de behandeling van klager in de inrichting zeer moeizaam is verlopen en dat geen verdere positieve ontwikkeling meer wordt verwacht van de behandeling van klager in de inrichting. Verder is de Ministervan oordeel dat het belang van spoedige plaatsing prevaleert, boven het behandelbelang dat klagers netwerk zich in zijn nabije omgeving bevindt.

In de rapportages van respectievelijk [drs...] d.d. 4 maart 2002 en van [...], zenuwarts, d.d. 29 april 2002 wordt geadviseerd te werken naar resocialisatie. Ook de beslissing van de rechtbank Rotterdam d.d. 20 juni 2003 geeft aandat klager na vele jaren van verzet tegen de behandeling sinds medio 2001 is gaan deelnemen aan verschillende therapieën, waaronder een therapiegroep voor seksueel delinquenten en dat de verwachting van De Kijvelanden dat debehandeling van klager langzamerhand in een impasse is geraakt niet noodzakelijkerwijs juist is. De rechtbank zag niet in waarom klager aan een andere kliniek zou moeten worden aangeboden en heeft klagers tbs met één jaar verlengdom hem te stimuleren in zijn behandeling.
Vaststaat dat De Kijvelanden geen stap in de richting van resocialisatie van klager heeft ondernomen. In de verschillende rapporten wordt de positieve invloed van klagers gezin genoemd, hetgeen door De Kijvelanden niet wordtontkend. Door klager over te plaatsen naar Veldzicht wordt het contact met zijn gezin, dat in de regio Rotterdam woont, ernstig bemoeilijkt. De beroepscommissie constateert dat in de motivering van de overplaatsingsbeslissing geenaandacht wordt besteed aan de bevindingen van externe deskundigen die een andere richting wijzen dan De Kijvelanden, en aan de kritische kanttekeningen van de rechtbank omtrent de juistheid van het verlengingsadvies van DeKijvelanden en de voorgenomen overplaatsing. De aan het nadelige effect van de verwegplaatsing gewijde overweging is in dit geval aan de magere kant. De Minister is voorts in de motivering van zijn besluit niet ingegaan op debehandelinhoudelijke bezwaren die klager blijkens het hoorformulier tegen zijn overplaatsing heeft geuit.
De beroepscommissie is van oordeel dat de Minister in redelijkheid niet op de in de beslissing weergegeven gronden tot de bestreden overplaatsingsbeslissing heeft kunnen komen.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen is de beslissing klager over te plaatsen naar Veldzicht onredelijk en onbillijk. Het beroep zal derhalve ook op materiële grond gegrond worden verklaard.
Nu de bestreden beslissing op zowel formele als materiële gronden dient te worden vernietigd, zal de beroepscommissie met toepassing van het bepaalde in artikel 66, derde lid, onder a van de Bvt in verbinding met artikel 69, vijfdelid van de Bvt de Minister opdragen binnen uiterlijk een maand na ontvangst van en met inachtneming van de overwegingen van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen, waarbij resocialisatie(on)mogelijkheden nadrukkelijk wordenbetrokken.

Mogelijkerwijs zal klager door zijn overplaatsing naar Veldzicht behandelachterstand oplopen. Nu de overplaatsingsbeslissing op formele en materiële grond onjuist is bevonden, kan eventueel opgelopen behandelachterstand te zijnertijd op aangeven van klager eventueel tot een tegemoetkoming aanleiding geven.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond op zowel formele als materiële gronden en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Minister op binnen uiterlijk een maand na ontvangst van en met inachtneming van dezeuitspraak een nieuwe beslissing te nemen.
Zij bepaalt - voorzover het beroep formeel gegrond is - de aan klager te laste van de Minister toekomende tegemoetkoming op € 100,=.
Zij houdt de beslissing over een eventuele tegemoetkoming voor het materieel gegrond verklaarde beroep tot nader order aan. 03/1691/TB

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. Y.A.J.M. van Kuijck en mr. drs. T.A.M. Louwe, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 3 december 2003

De secretaris is buiten staat om deze uitspraak mede te ondertekenen.

voorzitter

nummer: 03/1691/TB

betreft: [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 6 november 2003, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. N. Jörg,
leden: mr. Y.A.J.M. van Kuijck en mr. drs. T.A.M. Louwe.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. H.S. van Gemert.

Gehoord zijn klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. D.S. Lösing, alsmede namens de Minister mevrouw [...].

Door en namens klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Klager kan zich niet verenigen met zijn overplaatsing naar Veldzicht. Klager is op 14 juli 2003 overgeplaatst naar Veldzicht. De ministeriële beslissing dateert van 18 juli 2003. Klager is derhalve in strijd met artikel 11, eerstelid, en artikel 3 Bvt feitelijk overgeplaatst zonder last van de Minister. Klager heeft op grond van een onjuiste titel en op grond van een onbevoegd genomen beslissing tussen 14 juli 2003 en 18 juli 2003 in Veldzicht verbleven. Opformele gronden dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De Kijvelanden is van mening dat men met klager niet verder kan.
De behandeling zou in een impasse zijn gekomen en klager zou onvoldoende vooruitgang hebben geboekt. Voorts is er onvoldoende ‘basic trust’ bij beide partijen. Er is veel gebeurd in de inrichting dat het vertrouwen van klager heeftgeschaad. Het is juist dat klager zich in het begin van zijn opname verzet heeft tegen de tbs en de behandeling. Sinds eind 2000 heeft klager een vaste relatie en daaruit is een kind geboren. Dit vormde voor hem een omwenteling enhij heeft zijn verzet laten varen. Door de relatie heeft hij weer vertrouwen gekregen in het leven. Uit de pro justitia rapportage die uitgebracht is in verband met de verlenging van de tbs blijkt dat niets in de weg staat aanresocialisatie. Om die reden is de tbs slechts met een jaar verlengd. De rechtbank heeft in haar beschikking uitgesproken niet in te zien waarom klager overgeplaatst zou moeten worden.
In een heel vroeg stadium heeft de toenmalige raadsvrouw contact gehad met de inrichting, omdat de verschillende beoordelingen niet met elkaar strookten. Zij heeft alternatieven aangedragen, die van de hand zijn gewezen. Voorgesteldis om klager te laten behandelen door een behandelaar van buiten. Dit is afgewezen omdat dat niet mogelijk zou zijn, maar bij andere klinieken is dit wel mogelijk. Voorgesteld is om klager te laten opnemen in het Pieter Baan Centrumvoor een second opinion ten aanzien van het recidiverisico en het behandeltraject te laten beoordelen, maar ook dit is afgewezen. De Kijvelanden heeft nagelaten om toe te werken naar resocialisatie. zoals geadviseerd is in derapporten van de deskundigen Boeykens en Wassenaar en de beschikking van de rechtbank van 20 juni 2003.
De bestreden beslissing is onzorgvuldig. Volgens [...], hoofd van de inrichting Veldzicht, veroorzaakt overplaatsing een stagnatie in de behandeling van zo’n anderhalf jaar. Klager is door de overplaatsing zwaar getroffen in zijnprivé-belangen. Voorts is de beslissing innerlijk tegenstrijdig. De ‘basic trust’ is er niet en door iemand weg te plaatsen zou dan weer het vertrouwen moeten worden opgebouwd. Na de uitspraak van de rechtbank zijn er afsprakengemaakt. Klager moest voldoen aan drie eisen. Hij diende deel te nemen aan de dadergroep, er zijn eisen gesteld aan zijn dagprogramma en er dienden systeemgesprekken plaats te vinden met klager en zijn vriendin. Klager heeft aanalle voorwaarden voldaan. Tevoren is hij koppig geweest, met name wat betreft de naleving van de kliniekregels. Hij heeft problemen gehad met de urinecontrole. Klager heeft aangegeven dat hij geen drugsprobleem heeft, maar wordtbehandeld als een drugsverslaafde. Hij is een solist en in groepstherapie stuit dat op problemen. Klager is toegezegd dat hij iedere maand een gesprek zou hebben met de sectormanager; die toezegging is niet nagekomen. Klager heeftdoor de dadertherapie meer inzicht gekregen in zijn problematiek. Hij heeft vernomen hoe anderen, als ze problemen hebben, die verwerken en kan nu voor zichzelf de weg openen om problemen op te lossen en weet welke wegen bewandelddienen te worden als het niet goed gaat. De Kijvelanden heeft een heel ander idee over de vorderingen, die klager gemaakt heeft.
Klager had de afspraak om met de sectormanager over dit soort dingen te spreken, maar in verband met personeelstekort kon hij zelden met hem spreken, slechts tweemaal per jaar. De eerste twee à drie jaar van de behandeling zijnprima verlopen. Evaluatiegesprekken vonden op een gegeven moment eenmaal per negen maanden plaats. In de tussentijd hebben er een aantal ernstige zaken plaatsgevonden. Klager is driemaal beschuldigd van iets waar hij niets mee temaken had en is driemaal in de separeer geplaatst. Door sociotherapeuten werd gezegd dat klager met één been buiten stond en een week later werd hem ineens gezegd dat hij naar Veldzicht werd overgeplaatst. Bij beide partijen issprake van externaliseren. Klagers aandeel daarin is hem duidelijk. Klager had de sectormanager moeten aansporen om in gesprek met hem te gaan. Klager had het gevoel dat hij in de behandeling heel erg ver was. Door verschillendemensen is dit aangegeven. Het was een zware teleurstelling voor hem dat na de uitspraak van de rechtbank de inrichting niets deed met de aanwijzing van de rechtbank met betrekking tot resocialisatie. Vroeger zou hij daar fel opgeregeerd hebben, maar klager heeft zich op de achtergrond gehouden en afgewacht. Klager twijfelt heel erg of hij verder had gekund in de inrichting. Als klager teruggeplaatst zou worden naar De Kijvelanden, zou hij na alles wat ergebeurd is niet de kracht hebben om de therapieën opnieuw te doen. Klagers gezin als enige motivatie is voor hem niet voldoende. De behandeling, die hem thans in Veldzicht wordt aangeboden, komt op hem over als oude koek. Deverandering in klagers gedrag weet hij ook in Veldzicht te handhaven. Klager ziet het niet zitten om teruggeplaatst te worden naar De Kijvelanden. Klager zou graag een second opinion willen en, als daaruit zou blijken dat hij al eenheel eind is met de behandeling, een aanvang willen maken met resocialisatie en niet alles opnieuw willen doen.

Namens de Minster is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Klager is op 14 juli 2003 overgeplaatst naar Veldzicht en daar op 16 juli 2003 gehoord met betrekking tot de overplaatsing. Bij het horen heeft klager gesteld bezwaar te hebben tegen de overplaatsing. De beslissing tot overplaatsingdateert van 18 juli 2003 en is derhalve genomen nadat klager al was overgeplaatst. Derhalve wordt het beroep formeel gegrond geacht. Tbs-klinieken hebben in elk stadium van de tbs-stelling de mogelijkheid om een ter beschikkinggestelde (tbs-gestelde) te ruilen met een patiënt van een andere tbs-kliniek. De Minister toetst in dit geval niet aan de criteria, die gelden ten aanzien van plaatsing. De inhoudelijke beoordeling van de wenselijkheid tot ruilingligt bij de tbs-klinieken, aangezien aldaar de expertise aanwezig is om te beoordelen of voortzetting van de behandeling in de kliniek van verblijf wenselijk is en om te bezien welke andere tbs-kliniek wellicht beter geoutilleerdzou zijn om de behandeling van de desbetreffende tbs-gestelde op deugdelijke wijze vorm te geven. Bij de uiteindelijke beslissing tot plaatsing in een andere kliniek in het geval van ruiling heeft de Minister slechts een marginalerol, die met name ziet op de beoordeling of aan de procedurele voorschriften is voldaan.
Blijkens de bestuurder [...], de sectormanager [...] en de psychiater [...] van de inrichting De Kijvelanden is klagers behandeling in de inrichting gestagneerd. Veldzicht bleek bereid om klager tegen een andere patiënt te ruilen.De voornaamste reden voor overplaatsing is dat een tweede behandelpoging wellicht resultaten kan boeken, die in De Kijvelanden niet meer waarschijnlijk zijn. De inmiddels uitgevoerde risicotaxatie heeft aangegeven dat er bij klagernog steeds gevaar voor recidive bestaat. Voorts kan klager in Veldzicht op een afdeling worden geplaatst die specifiek is ingericht voor zedendelinquenten. De Kijvelanden beschikt niet over een dergelijke afdeling. Aan de beslissingliggen derhalve behandelinhoudelijke overwegingen ten grondslag. Het feit dat klagers vriendin en kinderen nu verder moeten reizen om klager te bezoeken, maakt de beoordeling niet anders. Het belang van klagers behandelingprevaleert. Wanneer en indien dit geïndiceerd is, kan een resocialisatietraject worden uitgezet in de regio waar zijn vriendin en familie woonachtig is. Het beroep wordt materieel ongegrond geacht.

De secretaris is buiten staat om dit verslag mede te ondertekenen.

voorzitter

Naar boven