Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1540/TA, 1 december 2003, beroep
Uitspraakdatum:01-12-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/1540/TA

betreft: [klager] datum: 1 december 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 8 juli 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 26 juni 2003 van de beklagcommissie bij de TBS-kliniek De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 september 2003, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting de heer [...], hoofd behandeling.Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft - voorzover in beroep van belang - separatie van klager van 8 maart 2003 om 13.30 uur tot 10 maart 2003 om 12.00 uur, met het oog op het belang van de handhaving van de orde en de veiligheid in de inrichting

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager werd, voor er ook maar iets was gebeurd, al vervelend gevonden door de staf. Hij zat tijdelijk, na het wegblijven van een verlof, op een afdeling voor “beginnende tbs-ers”. Hij heeft een ernstige situatie tussen hem en eenmedeverpleegde, zijn buurman op de afdeling, door de staf willen laten afhandelen in de gesprekskamer. Bij het openen die ochtend van de kamerdeuren had zijn bedoelde buurman hem dreigend aangekeken en gesteld dat hij overlast hadondervonden van klagers luide muziek. Klager had zijn muziek echter al zachter gezet. Hij heeft over de dreigende blik van die buurman met hem in gesprek willen gaan, in het bijzijn van een personeelslid. Hij heeft eensociotherapeute gevraagd hieraan mee te werken, maar zij vond dit niet nodig. Klager is aan een andere tafel gaan zitten, waar de sociotherapeute met hem is komen praten. Er is een discussie ontstaan tussen klager en desociotherapeute. Daarbij heeft klager zijns inziens geen heftige bewoordingen gebruikt. Een andere verpleegde is er tussendoor gekomen. Klager werd hiervan een beetje ziek en heeft die verpleegde gevraagd of hij niet wilde storen,omdat hij in gesprek was met de sociotherapeute. Hierdoor is bij die andere verpleegde kennelijk zodanige irritatie ontstaan dat hij klager is aangevallen en klager met een tafel in de hoek heeft gedrukt en geslagen. Klager heeftdie verpleegde naar zijn mening niet geprovoceerd. Klager heeft zich ook niet tegen die aanvaller verweerd. Hij vindt het onredelijk dat hij de schuld heeft gekregen van de verstoring van de orde en meent dat hij ten onrechte isgesepareerd. De sociotherapeute is zijns inziens tekort geschoten in haar taak en heeft de feiten verdraaid.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep - zakelijk weergegeven - het volgende standpunt ingenomen.
Klager was teruggekeerd van ongeoorloofde afwezigheid en was geplaatst op de opname-afdeling Koraal. Op Koraal verblijft een heterogene groep, waaronder ook floride psychotische patiënten. De verpleegden daar kennen elkaar nietgoed.
In de ochtend van 8 maart 2003 heeft een beladen gesprek plaatsgehad tussen klager en een medeverpleegde, over klagers gedrag op de afdeling. Dit gedrag had onrust op de afdeling veroorzaakt. Klager heeft toen niet gereageerd opverzoeken van de staf om naar zijn kamer te gaan. Daarna is er een gesprek ontstaan tussen klager en een andere verpleegde. Dit gesprek is ontaard in een heftige woordenwisseling. Klager heeft opnieuw aanwijzingen van de stafgenegeerd. Klager heeft vervolgens een opmerking gemaakt tegen laatstbedoelde verpleegde waardoor deze boos is geworden, een tafel heeft gepakt, klager daarmee in een hoek heeft gedrukt en heeft geslagen. Klager en de medeverpleegdezijn door andere verpleegden uit elkaar gehaald. Klager is aanvankelijk in zijn kamer ingesloten. Om 13.30 uur is beslist tot klagers overbrenging naar en insluiting op de separeerafdeling omdat de orde op de afdeling ernstig ingevaar was gekomen.
Ten aanzien van de duur van de maatregel is aangegeven dat de maatregel kon worden opgeheven zodra de rust op de afdeling is teruggekeerd, klager enigszins was gekalmeerd en hij enigermate inzicht had verkregen op hetgeen zijngedrag op de afdeling heeft veroorzaakt. De separatie is op 10 maart 2003 om 12.00 uur opgeheven nadat klager had aangegeven dat hij graag afspraken wilde maken over zijn gedrag op de afdeling. Het hoofd heeft besloten klager vanafdit moment, vanuit afzonding in zijn kamer op de afdeling, geleidelijk te laten terugkeren naar de afdeling. De afzondering heeft geduurd tot 19 maart 2003.

3. De beoordeling
De bevoegdheid van het hoofd van de inrichting een verpleegde te separeren is geregeld in artikel 34 Bvt. Separatie is mogelijk indien dit noodzakelijk is met het oog op een belang als bedoeld in artikel 32, eerste lid, Bvt.Hieronder valt, ingevolge artikel 32, eerste lid onder b., Bvt het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting.
Uit ambtshalve onderzoek van de beroepscommissie is gebleken dat mevrouw drs. [...]., hoofd behandeling, bevoegd was namens het hoofd van de inrichting de beslissing tot klagers separatie te nemen.

Voor de beroepscommissie is uit de stukken en haar onderzoek op de zitting voldoende aannemelijk geworden dat op 8 maart 2003 de orde op de opname-afdeling Koraal in gevaar was gekomen. Er hebben zich twee incidenten voorgedaanwaarbij klager was betrokken, tengevolge waarvan aanzienlijke onrust op de afdeling is ontstaan.
De bestreden beslissing jegens klager is genomen naar aanleiding van klagers gedrag zoals dit namens het hoofd van de inrichting is omschreven. De beroepscommissie heeft geen reden om aan deze omschrijving te twijfelen. De separatieheeft tot doel gehad de orde en veiligheid op de opname-afdeling te herstellen en was niet bedoeld als een sanctie op aan klager verwijtbare gedragingen.
Voor de beroepscommissie is ook aannemelijk geworden dat de separatie niet langer dan nodig heeft geduurd. De separatie is terstond beëindigd nadat klager had aangegeven dat hij bereid was te komen tot afspraken over zijn gedrag,zij het dat vooralsnog de minder ingrijpende maatregel van afzondering in zijn kamer daarvoor in de plaats is gekomen.

De beroepscommissie is gelet op het hiervoor overwogene van oordeel dat de bestreden beslissing niet in strijd is met de wet en ook niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Dit brengt mee dat het beroep ongegrond moet worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met verbetering van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, dr. F.A.M. Kortmann en mr. C.L. van den Puttelaar, leden, in tegenwoordigheid van mr. Chr.F. Swart-Babbé, secretaris, op 1 december 2003.

secretaris voorzitter

nummer: 03/1540/TA
betreft : [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 10 september 2003, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam teAmsterdam.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. S.L. Donker,
leden: dr. F.A.M. Kortmann en mr. C.L. van den Puttelaar.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. Chr.F. Swart-Babbé.

Gehoord zijn klager en namens het hoofd van de TBS-kliniek De Kijvelanden te Poortugaal de heer [...], hoofd behandeling.

Klager heeft notities overgelegd, die bij de stukken zijn gevoegd. Hij heeft - zakelijk weergegeven - het volgende toegevoegd aan zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.
De geluidsoverlast waarover mijn buurman in de ochtend van 8 maart 2003 een opmerking maakte betreft niet zo zeer mijn muziek, want die had ik al zachter gezet, maar het luidruchtige doorspoelen van toiletten en ander lawaai in deinrichting.
Het ging mij bij het gesprek dat ik met die verpleegde in het bijzijn van een staflid wilde houden vooral om de bedreigende wijze waarop die verpleegde mij aankeek. Ik weet dat die man tbs heeft voor een levensdelict. Het gesprekdat ik hierover had met een sociotherapeute werd onderbroken door een andere verpleegde. Hiervan werd ik een beetje ziek. Ik heb die verpleegde gevraagd of hij niet wilde storen, omdat ik in gesprek was met de sociotherapeute.Hierdoor is bij die ander kennelijk zodanige irritatie ontstaan dat hij mij is aangevallen, met een tafel in een hoek heeft gedrukt en met die tafel heeft geslagen. Ik heb die verpleegde niet geprovoceerd en ben ten onrechte naaraanleiding van dit voorval gesepareerd. De sociotherapeute is tekort geschoten in haar taak. Zij heeft ook de weergave van de feiten verdraaid.
Ik vindt het nog het ergste dat ik zal worden overgeplaatst.

De heer [...] heeft namens het hoofd van genoemde inrichting volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt. Hij heeft hieraan - zakelijk weergegeven - het volgende toegevoegd.
Op de opnameafdeling verblijft een heterogene groep, waaronder ook floride psychotische patiënten. De verpleegden daar kennen elkaar niet goed. Klager moest vanaf de eerste dag van zijn verblijf aldaar gecorrigeerd worden. Er warenverpleegden die last hadden van klagers gedrag. Het gesprek van klager op 8 maart 2003 met zijn buurman verliep in een ruzie-achtige sfeer. De sociotherapeute achtte het moment niet geschikt om een gesprek met klager en zijn buurmante houden.Klagers gesprek met de sociotherapeute verliep ook heftig, van de kant van klager. De verpleegde die de tafel heeft gepakt wilde voor de sociotherapeute opkomen.
De staf heeft aan klager die ochtend aanwijzingen gegeven in de zin van “tot tien tellen” en naar zijn kamer gaan. Klager heeft deze aanwijzingen genegeerd.
Klager is ter ruiling voorgedragen bij de Prof. Mr. W.P.J. Pompekliniek. Deze procedure is nog niet afgerond.

secretaris voorzitter

Naar boven