Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 01/0325/TA, 10 augustus 2001, beroep
Uitspraakdatum:10-08-2001

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 01/325/TA

betreft: [klager] datum: 10 augustus 2001

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (BVT), heeft kennis genomen van een op 8 februari 2001 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 1 februari 2001 van de beklagcommissie uit de commissie van toezicht bij de Prof. mr. W.P.J. Pompekliniek (hierna: Pompekliniek) te Nijmegen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 april 2001, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Zwolle te Zwolle, zijn gehoord klager, de heer [...], stafmedewerker juridische zaken bij de Pompekliniek en de heer drs. [...],unit-manager bij de Pompekliniek. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft
1.1. de maatregel tot separatie d.d. 13 december 2000, wegens – kort gezegd – niet toelaatbaar gedrag, en tijdens deze separatie:
1.2. het niet in de gelegenheid zijn gesteld te luchten;
1.3. de weigering te telefoneren met familieleden, geprivilegieerde personen/instanties en de media;
1.4. onvoldoende verzorging;
1.5. geen/onvoldoende medische zorg
1.6. niet in de gelegenheid zijn gesteld de kerkdienst d.d. 17 december 2000 bij te wonen
1.7. het niet verstrekken van een beklag- en schorsingsverzoekformulier, alsmede de weigering via een faxbericht een schorsingsverzoek in te dienen.

De beklagcommissie heeft het beklag op onderdeel 1.1. ongegrond verklaard en klager op de onderdelen 1.2. tot en met 1.7. niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
2.1. Het standpunt van klager
Door klager is het volgende toegevoegd aan het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.
Tijdens klagers separatie is hem niet aangeboden te luchten. Dagelijks telefoneren met geprivilegieerden personen of instellingen is niet mogelijk. Bellen met de media kan worden aangemerkt als geprivilegieerd. De inrichting is hierechter huiverig voor. Inmiddels heeft klager samen met anderen een vereniging opgericht. De inrichting is echter niet erg bereid om hier haar medewerking aan te geven, zodat klagers werkzaamheden erg worden bemoeilijkt. In iedergeval zou er iets moeten worden opgenomen in de wet betreffende contact met geprivilegieerde instanties als de media. Dit zijn zakelijke contacten, maar over deze contacten wordt sowieso moeilijk gedaan. Als klager er wel dagelijkscontact mee kan hebben door ze op zijn telefoonlijst te zetten, dan gaat hij dat zeker doen.
Tijdens zijn separatie heeft hij ook onvoldoende verzorging genoten. Het eten dat hij kreeg was keer op keer koud en als hij belde via de intercom werd er niet gereageerd. Hij belt niet vaak via de intercom, maar als hij het doet,moet er wel gereageerd worden. Op de betreffende dag werd er helemaal niet gereageerd. Het eten is om 12.30 uur in de inrichting, maar het wordt in de separatie pas om 13.15 uur uitgedeeld. Hij heeft meermalen gevraagd om eenmagnetron, zodat het eten opgewarmd kan worden. Aan deze wens wordt echter nooit voldaan. Klager vindt het onbegrijpelijk dat er zo lang gewacht wordt met het uitdelen van het eten. Het eten zit wel in warmhoudwagentjes, maar diestaan niet aan, dus daar heb je niets aan. Dit gaat ten koste van de gaarheid en de temperatuur van het eten. Klager is van plan de keuringsdienst van waren in te schakelen.
Ook qua medische verzorging liet men het afweten tijdens zijn separatie. Hij is bezocht door een psychiater terwijl hij om een huisarts vroeg. Bovendien is deze psychiater tevens hoofd van de afdeling, zodat hij geen onafhankelijkoordeel over klagers gezondheidstoestand kan vellen. Klager is dan ook ernstig in zijn belangen geschaad. Mocht de beroepscommissie het hier niet mee eens zijn, dan gaat hij zijn beklag doen bij de medische tuchtcommissie. In iedergeval gaat de door hem opgerichte vereniging dit alles uitzoeken.
Het feit dat hem tevens een bezoek aan de kerkdienst werd geweigerd tijdens zijn separatie is in strijd met alle waarden en normen die in Nederland gelden. Je kunt iemand z’n geloof namelijk niet ontnemen en in de uitoefeningdaarvan mag je iemand ook niet belemmeren.
Ten slotte wil klager zich beklagen over het feit dat hem werd geweigerd een fax te laten uitgaan naar de RSJ. Schorsingsverzoeken worden door de RSJ nu eenmaal slechts geaccepteerd als ze per fax worden verzonden. Van de inrichtingmocht hij alleen bellen of per post verzenden; dat werkt dus niet.

2.2. Het standpunt van het hoofd van de inrichting
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt. Daaraan is het volgende toegevoegd.
Klager is voldoende in de gelegenheid gesteld te luchten; het is hem iedere dag aangeboden, ook toen hij gesepareerd was, hij heeft hier echter geen gebruik van gemaakt.
Media vallen niet onder ‘geprivilegieerde contacten’, zodat het voor klager inderdaad niet mogelijk is deze onbeperkt en ongecontroleerd te bellen. Zakelijke telefoontjes kunnen in overleg met en na toestemming van de inrichtingbuiten de reguliere telefoontijden om worden gepleegd. Dit is een verruiming van de bestaande mogelijkheden die echter niet opgaat voor klager. Zijn contacten met de media vallen niet onder zakelijke contacten. Telefonischecontacten moeten bovendien altijd gescreend worden, voordat een verpleegde toestemming krijgt om te bellen.
De intercom van de inrichting is bedoeld voor noodsituaties. Bij ieder contact wordt aan klager medegedeeld wanneer het volgende contactmoment is. Het is dus niet nodig om de intercom te pas en te onpas te gebruiken.
Toen klager om een arts vroeg, heeft klagers behandelcoördinator (psychiater) in eerste instantie op deze oproep gereageerd. Aangezien klager liet weten dat ‘de muren op hem afkwamen’ was dit ook niet vreemd. Overigens is er ook eenhuisarts op de hoogte gesteld van klagers klachten.
Wat de beslissing betreft om klagers schrijven aan de RSJ niet te faxen: het is niet de bedoeling om aan elk verzoek van verpleegden zomaar gehoor te geven. Dat wordt uit principe eigenlijk niet gedaan. Klager had al telefonischcontact gehad met de RSJ en daarnaast verkeerde hij in de mogelijkheid om de RSJ per post te benaderen. Dit laatste heeft klager geweigerd.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt allereerst met betrekking tot onderdeel 1.1 van het beklag dat artikel 7, vijfde lid, onder c, BVT bepaalt dat de hoorplicht als bedoeld in artikel 53 BVT en de mededelingsplicht als bedoeld in artikel54 BVT, zijn voorbehouden aan het hoofd van de tbs-inrichting, voorzover dat hoofd de onderliggende beslissing zelf (...) heeft genomen. Uit de onderhavige stukken is de beroepscommissie gebleken dat klager niet door het hoofd van deinrichting, maar door de heer [...], unit-manager bij de inrichting, is gehoord, terwijl het hoofd van de inrichting wel de beslissing tot separatie van klager heeft genomen. De beroepscommissie zal het beroep ten aanzien van ditonderdeel derhalve op formele grond gegrond verklaren. Zij is, gehoord het hoofd van de inrichting, van oordeel dat nu het beroep op formele grond gegrond zal worden verklaard en de gevolgen daarvan niet meer ongedaan zijn te maken,enige tegemoetkoming aan klager dient te worden geboden. Zij bepaalt de geldelijke, ten laste van de inrichting komende tegemoetkoming, gelet op de duur van de separatie van 13 december 2000 tot 21 december 2000, op fl.67,-Inhoudelijk wordt nog het volgende overwogen. De bestreden maatregel tot separatie is genomen vanwege in oplopende mate onrustig gedrag van klager, waarbij hij steeds moeilijker aanspreekbaar en corrigeerbaar was op niet-toelaatbaargedrag. Dit is door klager niet betwist, terwijl ook verder geen gronden bestaan om het feitelijk relaas betreffende de aan de separatie ten grondslag liggende gebeurtenissen in twijfel te trekken.
De beslissing klager te separeren ter handhaving van de orde of veiligheid in de inrichting kan naar het oordeel van de beroepscommissie, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en omstandigheden, dan ook niet alsonredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep ten aanzien van dit onderdeel derhalve voor het overige ongegrond verklaren.

Met betrekking tot onderdeel 1.2 van het beklag wordt als volgt overwogen. Krachtens artikel 43, derde lid, BVT heeft de verpleegde recht op verblijf in de buitenlucht gedurende tenminste een uur per dag. In de toelichting op deRegeling rechten tijdens afzondering en separatie is aangegeven dat de verpleegde ondanks separatie dit recht behoudt. Volgens bestendige jurisprudentie van de beroepscommissie is een vermeende schending van een in de wet neergelegdrecht beklagwaardig. Klager had derhalve in dit onderdeel van zijn beklag ontvangen moeten worden. Nu op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting feitelijk niet is komen vast te staan dat klagers bedoelde recht isgeschonden, zal de beroepscommissie dit onderdeel van het beklag alsnog ongegrond verklaren.

Met betrekking tot de onderdelen 1.3, 1.4 en 1.6 van het beklag overweegt de beroepscommissie dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Zij zal het beroep in zoverre derhalve ongegrondverklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen.

Met betrekking tot onderdeel 1.5 van het beklag overweegt de beroepscommissie het volgende. Ingevolge het bepaalde in artikel 41, eerste lid, BVT is bepaald dat de verpleegde recht heeft op verzorging door een aan de inrichtingverbonden arts. Naar het oordeel van de beroepscommissie is een vermeende schending van dit recht beklagwaardig en had klager derhalve in zijn beklag ontvangen moeten worden.
De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk dat de aan de inrichting verbonden psychiater klager op de eerste dag van zijn separatie heeft bezocht en medicijnen heeft voorgeschreven, die klager heeft geweigerd. Voorts acht zijaannemelijk dat klagers medische klachten door verpleegkundige stafleden steeds ter kennis van de aan de inrichting verbonden huisarts zijn gebracht. In het licht hiervan kan niet worden geconcludeerd dat klagers bedoelde recht isgeschonden. De beroepscommissie zal dit onderdeel van het beklag derhalve alsnog ongegrond verklaren.

Met betrekking tot onderdeel 1.7 van het beklag overweegt de beroepscommissie het volgende. In de wet is geen recht op gebruik van de inrichtingsfax neergelegd. Wel is in de wet het recht op het indienen van schorsingsverzoekenneergelegd. De schorsingsprocedure is een voorlopige voorziening met een spoedeisend karakter. De BVT voorziet niet in een wettelijke regeling van deze procedure. Sedert de inwerkingtreding van de BVT per oktober 1997 volgt devoorzitter (ter wille van de nauwkeurigheid) een schriftelijke procedure, gebaseerd op hoor en wederhoor, middels faxverkeer. De hoofden van de tbs-inrichtingen is omstreeks oktober 1997 of later (voor de jongere inrichtingen)verzocht hun medewerking te verlenen bij het gebruik van standaardformulieren voor het indienen van een schorsingsverzoek door de verpleegde en is gevraagd behulpzaam te zijn bij de verzending van de schorsingsverzoeken perfaxbericht. Ook wordt hen per individuele zaak telkens verzocht per fax te reageren op een schorsingsverzoek. Het welslagen van de schorsingsprocedure hangt ten nauwste samen met de bereidwilligheid van de tbs-inrichtingen om hunmedewerking aan dit faxverkeer te blijven verlenen. Dit klemt te meer indien het schorsingsverzoek zich richt tegen beslissingen ten aanzien van afzondering en/of separatie. In dit verband is van belang dat verzending vanverzoekschriften per post doorgaans enkele dagen vertraging in de ontvangst en daarmee tevens in de behandeling oplevert. Het hoofd van de Pompekliniek heeft in strijd met het vorenstaande verzoek geen verzending per fax toegestaan.Reeds om die reden zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Nu klager in het onderhavige geval niet is geschaad in zijn belang omtijdig een rechtsmiddel aan te wenden tegen de bestreden beslissingen, acht de beroepscommissie geen termen aanwezig voor een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot onderdeel 1.1 van het beklag formeel gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag in zoverre alsnog gegrond. Zij bepaalt dataan klager een tegemoetkoming toekomt van fl.67,-. Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre.

Met betrekking tot onderdeel 1.2 en 1.5 van het beklag verklaart zij het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager in zoverre alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart ditbeklag in zoverre alsnog ongegrond.

Met betrekking tot onderdeel 1.3, 1.4 en 1.6 van het beklag verklaart zij het beroep ongegrond en bevestigt zij in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Met betrekking tot onderdeel 1.7 van het beklag verklaart zij het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre en verklaart het beklag alsnog gegrond.

Zij acht geen termen aanwezig voor een tegemoetkoming.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, prof. dr. L.A.J.M. van Eck en mr. E.J. Hofstee, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 10 augustus2001.

secretaris voorzitter

Nummer: 01/325/TA

betreft: [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als 9 april 2001, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Zwolle te Zwolle.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. N. Jörg
leden: prof. dr. L.A.J.M. van Eck en mr.E.J. Hofstee.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. E. van der Waal-van der Linden.

Gehoord zijn klager en namens het hoofd van de Pompekliniek de heer [...] stafmedewerker juridische zaken bij de Pompekliniek en de heer drs. [...], unit-manager bij de Pompekliniek.

Namens klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Klager laat weten dat zijn raadsman verhinderd is te verschijnen.
Tijdens klagers separatie is hem niet aangeboden te luchten. Dagelijks telefoneren met geprivilegieerden personen of instellingen is niet mogelijk. Bellen met de media kan worden aangemerkt als geprivilegieerd. De inrichting is hierechter huiverig voor. Inmiddels heeft klager samen
met anderen een vereniging opgericht. De inrichting is echter niet erg bereid om hier haar medewerking aan te geven, zodat klagers werkzaamheden erg worden bemoeilijkt. In ieder geval zou er iets moeten worden opgenomen in de wetbetreffende contact met geprivilegieerde instanties als de media. Dit zijn zakelijke contacten, maar over deze contacten wordt sowieso moeilijk gedaan. Als klager er wel dagelijks contact mee kan hebben door ze op zijn telefoonlijstte zetten, dan gaat hij dat zeker doen.
Tijdens zijn separatie heeft hij ook onvoldoende verzorging genoten. Het eten dat hij kreeg was keer op keer koud en als hij belde via de intercom werd er niet gereageerd. Hij belt niet vaak via de intercom, maar als hij het doet,moet er wel gereageerd worden. Op de betreffende dag werd er helemaal niet gereageerd. Het eten is om 12.30 uur in de inrichting, maar het wordt in de separatie pas om 13.15 uur uitgedeeld. Hij heeft meermalen gevraagd om eenmagnetron, zodat het eten opgewarmd kan worden. Aan deze wens wordt echter nooit voldaan. Klager vindt het onbegrijpelijk dat er zo lang gewacht wordt met het uitdelen van het eten. Het eten zit wel in warmhoudwagentjes, maar diestaan niet aan, dus daar heb je niets aan. Dit gaat ten koste van de gaarheid en de temperatuur van het eten. Klager is van plan de keuringsdienst van waren in te schakelen.
Ook qua medische verzorging liet men het afweten tijdens zijn separatie. Hij is bezocht door een psychiater terwijl hij om een huisarts vroeg. Bovendien is deze psychiater tevens hoofd van de afdeling, zodat hij geen onafhankelijkoordeel over klagers gezondheidstoestand kan vellen. Klager is dan ook ernstig in zijn belangen geschaad. Mocht de beroepscommissie het hier niet mee eens zijn, dan gaat hij zijn beklag doen bij de medische tuchtcommissie. In iedergeval gaat de door hem opgerichte vereniging dit alles uitzoeken.
Het feit dat hem tevens een bezoek aan de kerkdienst werd geweigerd tijdens zijn separatie is in strijd met alle waarden en normen die in Nederland gelden. Je kunt iemand z’n geloof namelijk niet ontnemen en in de uitoefeningdaarvan mag je iemand ook niet belemmeren.

Ten slotte wil klager zich beklagen over het feit dat hem werd geweigerd een fax te laten uitgaan naar de RSJ. Schorsingsverzoeken worden door de RSJ nu eenmaal slechts geaccepteerd als ze per fax worden verzonden. Van de inrichtingmocht hij alleen bellen of per post verzenden; dat werkt dus niet.

Namens het hoofd van de inrichting is door -zakelijk weergegeven- als volgt verklaard.
Klager is voldoende in de gelegenheid gesteld te luchten; het is hem iedere dag aangeboden, ook toen hij gesepareerd was, hij heeft hier echter geen gebruik van gemaakt.
Media vallen niet onder ‘geprivilegieerde contacten’, zodat het voor klager inderdaad niet mogelijk is deze onbeperkt en ongecontroleerd te bellen. Zakelijke telefoontjes kunnen in overleg met en na toestemming van de inrichtingbuiten de reguliere telefoontijden om worden gepleegd. Dit is een verruiming van de bestaande mogelijkheden die echter niet opgaat voor klager. Zijn contacten met de media vallen niet onder zakelijke contacten. Telefonischecontacten moeten bovendien altijd gescreend worden, voordat een verpleegde toestemming krijgt om te bellen.
De intercom van de inrichting is bedoeld voor noodsituaties. Bij ieder contact wordt aan klager medegedeeld wanneer het volgende contactmoment is. Het is dus niet nodig om de intercom te pas en te onpas te gebruiken.
Toen klager om een arts vroeg, heeft klagers behandelcoördinator (psychiater) in eerste instantie op deze oproep gereageerd. Aangezien klager liet weten dat ‘de muren op hem afkwamen’ was dit ook niet vreemd. Overigens is er ook eenhuisarts op de hoogte gesteld van klagers klachten.
Wat de beslissing betreft om klagers schrijven aan de RSJ niet te faxen: het is niet de bedoeling om aan elk verzoek van verpleegden zomaar gehoor te geven. Dat wordt uit principe eigenlijk niet gedaan. Klager had al telefonischcontact gehad met de RSJ en daarnaast verkeerde hij in de mogelijkheid om de RSJ per post te benaderen. Dit laatste heeft klager geweigerd.

secretaris voorzitter

Naar boven