Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 00/0811/TA, 16 augustus 2000, beroep
Uitspraakdatum:16-08-2000

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 00/811/TA

betreft: [klager] datum: 16 augustus 2000

De beroepscommissie uit de sectie terbeschikkingstelling van de Centrale Raad voor Strafrechtstoepassing, bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (BVT), heeft kennis genomen van een op 1 mei2000 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.A. van Harmelen, namens

[...], verder klager te noemen,

gericht tegen een uitspraak d.d. 20 april 2000 van de beklagcommissie uit de commissie van toezicht bij de TBS-kliniek „De Kijvelanden“ te Poortugaal (hierna: de inrichting),

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 juli 2000, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) „Nieuw Vosseveld“ te Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.M.E. Jansen, en namens het hoofd van deinrichting de heer [...], hoofd bewonerszorg. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft traag reageren van de nachtdienst op een oproep van klager via de intercom.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
2.1. Het standpunt van klager
Door en namens klager is in beroep het volgende toegevoegd aan het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.
De beklagcommissie heeft klager ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in het beklag. Zij heeft het beklag verstaan als gericht tegen het tekortschieten door het hoofd van de inrichting in de naleving van zijn plicht te zorgen dater een arts beschikbaar is ook buiten de voor het houden van spreekuur bestemde tijdvakken, indien dit in het belang van de gezondheid van de verpleegde noodzakelijk is (artikel 41, derde lid, BVT).
Het beklag betreft echter niet de medische verzorging door een arts, maar het voortraject daarvan. Klager heeft omstreeks 02.30 uur via de intercom aan de nachtdienst gemeld dat hij niet kon slapen omdat hij last had van de damp vanammonia, waarmee de vloer van de afdeling tevoren was schoongemaakt. De reactie van het personeel was dat hij niet moest zeuren. Omstreeks 02.40 uur heeft hij wederom via de intercom een beroep op de nachtdienst gedaan. Hij heeft omparacetamol gevraagd in verband met hoofdpijn en slapeloosheid dientengevolge, naar zijn mening veroorzaakt door de damp van de ammonia. Pas om ongeveer 03.40 uur kwam de nachtdienst bij hem. Klager vindt dat dit personeel te laatop zijn oproep heeft gereageerd. Hij heeft recht op een adaequate reactie op zijn oproep. Het hoofd van de inrichting is voor de nalatigheid van het personeel verantwoordelijk, vanuit zijn algemene organisatorische taak, zoalsneergelegd in artikel 6, derde lid, BVT.

2.2. Het standpunt van het hoofd van de inrichting
Namens het hoofd van de inrichting is daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie.

3. De beoordeling
De verpleegde heeft recht op adaequaat optreden door het personeel, in de uitoefening van zijn taak. Het hoofd van de inrichting is verantwoordelijk voor de taakuitoefening door het personeel. Een vermeend tekortschieten in dezenvalt onder het bereik van artikel 56, eerste lid onder e, BVT. De klacht is derhalve beklagwaardig.
De beslissing van de beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven.
Inhoudelijk is de beroepscommissie van oordeel dat van schending van voormeld recht niet is kunnen blijken. De beroepscommissie acht het aannemelijk dat het personeel van de nachtdienst klager heeft bezocht zo spoedig als gegeven deomstandigheden mogelijk en gelet op de urgentie van de klacht nodig was. De klacht zal daarom alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart het beklag ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, dr. E. Rood-Pijpers en dr. M. Smit, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Swart-Babbé, secretaris, op 16 augustus 2000.

secretaris voorzitter
nummer: 00/811/TA

betreft : [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 7 juli 2000, gehouden in de penitentiaire inrichtingen "Nieuw Vosseveld" teVught.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. N. Jörg
leden: dr. E. Rood-Pijpers en dr. M. Smit.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. C.F. Swart-Babbé.

Gehoord zijn klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.M.E. Jansen en namens het hoofd van de TBS-kliniek „De Kijvelanden“ te Poortugaal de heer [...], hoofd bewonerszorg.

Door en namens klager is volhard bij het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt en bij de inhoud van het beroepschrift. Daaraan is nog toegevoegd dat het vragen om problemen is, indien in aanwezigheid van de verpleegdenmet ammonia wordt schoongemaakt. De badinerende wijze van omgang met klager in de trant van: „Je moet niet zeuren“ geeft bovendien geen pas.

Namens het hoofd van de voormelde inrichting is volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.

secretaris voorzitter

Naar boven