Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 00/0744/TA, 18 augustus 2000, beroep
Uitspraakdatum:18-08-2000

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Telefoon  v

Uitspraak

nummer: 00/744/TA

betreft: [klager] datum: 18 augustus 2000

De beroepscommissie uit de sectie terbeschikkingstelling van de Centrale Raad voor Strafrechtstoepassing, bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (BVT), heeft kennis genomen van een op 18april 2000 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van de Prof. mr. W.P.J. Pompekliniek te Nijmegen (hierna: de inrichting),

gericht tegen een uitspraak d.d. 12 april 2000 van de enkelvoudige beklagrechter uit de commissie van toezicht bij de inrichting, gegeven op een klacht van

[...], verder klager te noemen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 juli 2000, gehouden in de penitentiaire inrichtingen „Nieuw Vosseveld“ te Vught, zijn namens het hoofd van de inrichting de heer [...], juridisch medewerker, alsmede de heer [...],afdelingshoofd, gehoord en is klager gehoord. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de enkelvoudige beklagrechter
Het beklag betreft - voorzover in beroep van belang - de structurele beperking van klagers telefoonverkeer met het Ministerie van Justitie tot één telefoongesprek per week van ten minste tien minuten.

De enkelvoudige beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
2.1. Het standpunt van het hoofd van de inrichting
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep volhard in het tegenover de enkelvoudige beklagrechter ingenomen standpunt. Voorts is in het beroepschrift aangegeven dat het oordeel van de beklagrechter, dat is gebaseerd op deMemorie van Toelichting bij artikel 38, vierde lid, BVT, inhoudende dat klager onbeperkt binnen de in de inrichting gangbare telefoontijden met het Ministerie van Justitie dient te kunnen telefoneren, indruist tegen de noodzaak vande handhaving van de orde in de inrichting. Klagers veelvuldig geuite wens te telefoneren met geprivilegieerde personen en instanties, binnen de hiervoor bedoelde - in een bijlage van de huisregels vermelde - telefoontijden,frustreert onnodig het ongestoorde verloop van de verpleging. Telkens is immers de tussenkomst van kliniekmedewerkers vereist. Daarom is de mogelijkheid tot telefoneren met het Ministerie van Justitie gestructureerd naar analogievan het bepaalde in artikel 38, eerste lid, BVT ten aanzien van het telefoneren met niet-geprivilegieerde personen buiten de inrichting.
Op het Ministerie van Justitie wordt bovendien de handelwijze gevolgd dat verpleegden door functionarissen van het Ministerie niet inhoudelijk te woord worden gestaan. Gebruikelijk is dat de verpleegde wordt verzocht zijn vragen opschrift te stellen, waarna deze schriftelijk door het Ministerie plegen te worden beantwoord.
Ter zitting is volhard bij de voormelde inhoud van het beroepschrift.

2.2. Het standpunt van klager
Klager heeft aan zijn tegenover de enkelvoudige beklagrechter ingenomen standpunt toegevoegd dat hij het eens is met de beslissing van de beklagrechter.

3. De beoordeling
Ingevolge artikel 38, vierde lid, BVT in verbinding met artikel 36, eerste lid, BVT heeft de verpleegde het recht telefoongesprekken te voeren met geprivilegieerde personen en -instanties op in de huisregels vastgestelde tijden enplaatsen.
In de Memorie van Toelichting op de BVT (Tweede Kamer, vergaderjaar 1993 - 1994, 23445, nr. 3, p. 46) is aangegeven dat het voormelde recht onbeperkt is.
Krachtens door de inrichting gehanteerde ten dele op schrift gestelde huisregels heeft de verpleegde de mogelijkheid om één maal per week gedurende ten minste tien minuten te telefoneren met geprivilegieerde personen en -instanties,tijdens de daarvoor aangewezen tijdvakken op werkdagen alsmede op afspraak daarbuiten. Deze mogelijkheid bestaat naast de faciliteit om één maal per week gedurende ten minste tien minuten te telefoneren met niet-geprivilegieerdepersonen en -instanties.

Jegens klager is ten tijde van indiening van het beklag de voormelde huisregeling toegepast, met een beroep op het belang van een goed verloop van de verpleging en behandeling van klager en andere verpleegden.
Naar het oordeel van de beroepscommissie vormt de bestreden handelwijze van de inrichting een zodanige vergaande inperking van het onderhavige wettelijke recht van klager dat de visie van de inrichting dat slechts van eenstructurering en niet van een schending van dit recht sprake is, niet kan worden gevolgd.
Het gestelde in de Memorie van Toelichting brengt mee dat het telefoneren met geprivilegieerde personen en -instanties binnen de daarvoor bij de huisregels vastgestelde tijdvakken in frequentie niet mag worden beperkt. Het beroepdient in zoverre ongegrond te worden verklaard. Wel is het - in het kader van begrenzing van het onderhavige recht van klager ten opzichte van andere rechten van klager en rechten van medeverpleegden - aanvaardbaar dat de duur vande afzonderlijke telefoongesprekken met de bedoelde personen en instanties wordt beperkt tot in ieder geval tien minuten per gesprek. In zoverre dient het beroep gegrond te worden verklaard.

De beroepscommissie verstaat dat de beklagrechter het hierboven overwogene in aanmerking neemt bij zijn de beoordeling van de vraag of aan klager een tegemoetkoming toekomt in verband met de gedeeltelijke gegrondverklaring van hetbeklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond voorzover betreffende de beperking van de frequentie van klagers telefoongesprekken met geprivilegieerde personen en -instanties en bevestigt in zoverre de uitspraak van deenkelvoudige beklagrechter.
Zij verklaart het beroep gegrond voorzover betreffende de beperking van de duur van de afzonderlijke telefoongesprekken tot in ieder geval tien minuten per gesprek. Zij vernietigt in zoverre de uitspraak van de enkelvoudigebeklagrechter en verklaart het beklag in zoverre alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, dr. E. Rood-Pijpers en dr. M. Smit, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Swart-Babbé, secretaris, op 18 augustus 2000.

secretaris voorzitter

nummer: 00/744/TA

betreft : [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 7 juli 2000, gehouden in de penitentiaire inrichtingen "Nieuw Vosseveld" teVught.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. N. Jörg
leden: dr. E. Rood-Pijpers en dr. M. Smit.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. C.F. Swart-Babbé.

Gehoord zijn namens het hoofd van de Prof. mr. W.P.J. Pompekliniek te Nijmegen
de heer [...], juridisch medewerker bij de genoemde inrichting, en de heer [...], afdelingshoofd bij de inrichting. Ook is klager gehoord.

Namens het hoofd van de voormelde inrichting is volhard in het tegenover de enkelvoudige beklagrechter ingenomen standpunt alsmede in de gronden voor het beroep, zoals in het beroepschrift aangegeven.

Klager heeft - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Hij blijft bij zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt en is het eens met de beslissing van de beklagrechter. Zijn recht op onbeperkt telefoneren met het Ministerie van Justitie en andere geprivilegieerde personen isthans nog verder beperkt dan ten tijde van indiening van het beklag. Dit recht blijkt vrijwel niet of zeer moeizaam te realiseren.

secretaris voorzitter

Naar boven