Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2427/GB, 3 december 2003, beroep
Uitspraakdatum:03-12-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/2427/GB

Betreft: [klager] datum: 3 december 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 21 oktober 2003 – door tussenkomst van het bureau selectiefunctionarissen te Zwolle – bij hetsecretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1978], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 oktober 2003 genomen – en op 13 oktober 2003 aan klager uitgereikte – beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 22 januari 2002 gedetineerd. Vanuit het huis van bewaring Lelystad is hij op 28 oktober 2003 geplaatst in de gevangenis Nieuw Vosseveld, waar en regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van zeven jaar met aftrek. Aansluitend dient hij een gevangenisstraf van drie maanden te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 20 november 2006.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager begrijpt niet dat de selectiefunctionaris niet bekend is met zijn wens in het penitentiair selectiecentrum (PSC) te worden geplaatst. Het huis van bewaring DeBoschpoort te Breda ondersteunt dit verzoek. Er is kennelijk iets misgegaan. Mocht plaatsing in het PSC niet mogelijk zijn dan wordt klager liever in Lelystad geplaatst in verband met de bezoekmogelijkheden voor zijn vriendin.Plaatsing in Vught zal onherroepelijk tot problemen leiden. Klager heeft, samen met zijn broers, gevochten met een aantal in de horeca werkzame portiers. Hij heeft hier zelfs voor vastgezeten. Eén van deze portiers is nu alspersoneelslid werkzaam in Vught.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 8 oktober 2003, daags na de beslissing op klagers bezwaar, bereikte de selectiefunctionaris via de inrichting klagers verzoek tot plaatsing in het PSC. Dit verzoek is op 9 oktober 2003 doorgestuurd naar het PSC met het verzoek omadvies. Zodra dat advies is ontvangen, zal de selectiefunctionaris op dat verzoek een beslissing nemen.
Klager is, gelet op zijn gedrag in het h.v.b., geselecteerd voor een gevangenis met relatief kleine afdelingen, namelijk de gevangenis Nieuw Vosseveld. Daar kan hem de nodige duidelijkheid en structuur worden geboden, zonder datplaatsing in een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap noodzakelijk is. De gevangenis Lelystad heeft relatief grote afdelingen. Daarom is hij niet voor deze gevangenis geselecteerd.
Desgevraagd heeft het bureau selectie- en detentiebegeleiding aan de selectiefunctionaris bericht dat het door klager bedoelde personeelslid een lid van de complexbeveiliging betreft die geen direct contact heeft met gedetineerden.In die zin is het ook niet aannemelijk dat er problemen tussen klager en dat personeelslid zullen ontstaan. Overigens verblijft klager al weer enige tijd in Vught en tot op heden hebben zich in dit verband ook nog geen problemenvoorgedaan.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Nieuw Vosseveld is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van allein aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft aangevoerd, is in het licht van de motivering van de beslissing van de selectiefunctionaris onvoldoende zwaarwegend om toteen ander oordeel te komen. De beroepscommissie gaat ervan uit dat de selectiefunctionaris na ontvangst van het advies van het PSC zijn beslissing zonodig in heroverweging zal nemen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 3 december 2003

secretaris voorzitter

Naar boven