Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 98/0087 C, 7 december 1998, beroep
Uitspraakdatum:07-12-1998

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: C 98/87

betreft: [...] datum: 7 december 1998

De beroepscommissie uit de sectie terbeschikkingstelling van de Centrale Raad, bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (BVT), heeft kennis genomen van een op 6 mei 1998 bij het secretariaatvan de Raad ingekomen beroepschrift van [...], verder te noemen klager, gericht tegen een hem verleende tegemoetkoming van beweerdelijk f. 50,--. alsmede van de overige stukken, betrekking hebbend op de onderliggende beklagzaak.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. Aard van de tegemoetkoming:
De beklagcommissie uit de Commissie van Toezicht bij de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen heeft klagers beklag, gericht tegen het 48 dagen te laat uitreiken van een mededeling als bedoeld in artikel 54, eerste lid onder a, BVTbetreffende plaatsing op een afdeling voor intensieve zorg in deze kliniek d.d. 17 april 1998 gegrond verklaard en heeft verstaan dat "zal worden nagegaan of enige compensatie mogelijk is".

2. De procedure:
Het beroepschrift van klager is door de beroepscommissie gezonden naar de beklagcommissie met het verzoek inlichtingen te verstrekken. De reactie van de beklagcommissie van 14 augustus 1998 met als bijlage een brief van het hoofdvan de kliniek van 1 juli 1998 is voor commentaar naar klager gestuurd. Klager heeft hierop echter niet gereageerd.

3. Standpunt van klager
Klager stelt dat hem een tegemoetkoming van £ 50,-- is toegekend. Hij acht dit bedrag te gering en meent dat hem een bedrag van f. 5,-- tot f. 15,-- per dag dient te worden toegekend in verband met zijn verblijf gedurende 48 dagenop de Very Intensive Care (VIC) afdeling van de kliniek.

4. Standpunt van het hoofd van de inrichting
De inrichting heeft door middel van de hiervoor genoemde brief van 1 juli 1998 laten weten dat aan klager over een periode van 48 dagen een vergoeding van f. 5,-- per dag, derhalve in totaal f. 240,-- is toegekend en zal wordenuitgekeerd.

5. Beoordeling:
Klager heeft de inhoud van de hiervoor genoemde brief van het hoofd van de inrichting van 1 juli 1998 niet weersproken. De beroepscommissie gaat er derhalve vanuit dat aan klager een tegemoetkoming van f. 240,-- is toegekend. Deberoepscommissie acht een zodanige tegemoetkoming niet onredelijk en onbillijk.. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Uitspraak:
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond..

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N.A.M. Schipper, voorzitter, prof dr. L.A.J.M. van Eck en mr. P.C. Vegter, leden, in tegenwoordigheid van mr. Chr.F. Swart-Babbé, secretaris, op 7 december 1998.

secretaris voorzitter

Naar boven