Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/3015/GB, 28 mei 2019, beroep
Uitspraakdatum:28-05-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-19/3015/GB

Betreft:            [klager]                                                                                  datum: 28 mei 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.A. de Leeuw, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 21 februari 2019 genomen beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming (de Minister),  en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.   Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De Minister heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een zuidelijker gelegen huis van bewaring (h.v.b.) afgewezen.

2.         De feiten

Klager is sinds 8 oktober 2018 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de p.i. Ter Apel.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.

Klager heeft verzocht om overplaatsing naar een h.v.b. in het midden of het zuiden van het land, omdat zijn vriendin - met wie hij al vele jaren een relatie heeft - in Helmond woont. Klager is bovendien niet zomaar een vreemdeling in het strafrecht. Hij is iemand die al jarenlang in Nederland woont, de Nederlandse taal goed verstaat en spreekt en, zoals gezegd, een langdurige relatie heeft met een Nederlandse vrouw. Hij verzoekt dan ook alsnog te worden overgeplaatst naar een p.i. in het zuiden van het land.

3.2.      Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.

Klager heeft geen rechtmatig verblijf in Nederland, en daarom is plaatsing in het h.v.b. van de p.i. Ter Apel gelet op artikel 20b van de Regeling selectie plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling) in beginsel aangewezen. De uitvoering van het beleid om voor deze categorie gedetineerden een speciale locatie aan te wijzen, weegt zwaarder dan eventuele problemen ten aanzien van de reisafstand voor het bezoek. Om klager enigszins tegemoet te komen, bestaat in de p.i. Ter Apel de mogelijkheid contact met familie te laten plaatsvinden door middel van Skype. Klager maakt gebruik van deze mogelijkheid. Klager heeft overigens niet met stukken onderbouwd dat zijn bezoek niet in staat is hem te bezoeken. De beslissing is daarom op juiste gronden genomen.

4.         De beoordeling

4.1.      De p.i. Ter Apel is, onder meer, een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, als bedoeld in artikel 20b, tweede lid onder a, van de Regeling selectie plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling), met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2.      Ingevolge artikel 20b van de Regeling worden vreemdelingen die na tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf geen rechtmatig verblijf meer hebben in Nederland, in beginsel geplaatst in een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. De namens klager aangevoerde omstandigheden, waaronder de omstandigheid dat zijn vriendin niet in staat is hem te bezoeken in de p.i. Ter Apel, zijn naar het oordeel van de beroepscommissie onvoldoende zwaarwegend om een uitzondering op het geldende beleid te rechtvaardigen. Hetgeen voor het overige in beroep is aangevoerd, kan evenmin tot een ander oordeel leiden. De bestreden beslissing kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 28 mei 2019

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven