Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/2194/GA, 23 mei 2019, beroep
Uitspraakdatum:23-05-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/2194/GA

betreft: [klager]                                    datum: 23 mei 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. P.M. Iwema, namens  […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 3 juli 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwaag,  alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft de omstandigheid dat de kantinelijst niet voorziet in de mogelijkheid om alcoholvrije frisdranken c.q. alcoholvrij bier aan te schaffen (ZW-2018-230). De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De directeur draagt zorg voor het functioneren van de winkel. Op 26 april 2018 heeft klager verzocht om alcoholvrij bier in het winkelassortiment op te nemen. Met de hete zomer voor de boeg is dit een redelijk verzoek. Bovendien bevatten de aangeboden frisdranken veel suikers. De directeur heeft op dat verzoek niet gereageerd en daarom is sprake van een situatie als bedoeld in artikel 60, tweede lid, van de Pbw. Van de directeur mocht worden verwacht dat hij aan het verzoek voldeed, althans inspanningen verrichtte opdat aan het verzoek kon worden voldaan. De directeur heeft zijn standpunt in beroep niet toegelicht.

3.         De beoordeling

De beroepscommissie overweegt ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beklag dat de weigering dient te worden aangemerkt als een klager betreffende door of namens de directeur genomen beslissing, als bedoeld in artikel 60,eerste lid, van de Pbw. Klager had derhalve ontvangen moeten worden in zijn beklag. De basis voor het verstrekken van winkelartikelen is gelegen in artikel 44, vijfde lid, van de Pbw dat luidt: “In de huisregels worden regels gesteld omtrent de aankoop door gedetineerden van andere gebruiksartikelen dan die welke door de directeur ter beschikking worden gesteld”. Bij de samenstelling van het assortiment van de winkel zijn er slechts grenzen van redelijkheid en billijkheid. Dat geen alcoholvrij bier in de winkel verkrijgbaar is, is naar het oordeel van de beroepscommissie niet onredelijk of onbillijk. Niet gebleken is van bijzondere omstandigheden die de directeur zouden verplichten het assortiment uit te breiden. Dit betekent dat het beklag alsnog ongegrond moet worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A. van Holten en  J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 23 mei 2019.

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven