Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1885/GA, 11 april 2019, beroep
Uitspraakdatum:11-04-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          R-18/1885/GA

betreft:            [klager]                                                                                  datum: 11 april 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 18 september 2018 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van de tegemoetkoming

De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 25,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de vernieling van klagers gympen tijdens een spitactie, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven (AB-2018-325).

2.         De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – kort en zakelijk weergegeven – toegelicht. Er zijn twee paar gympen vernield tijdens de spitactie. De compensatie van € 25,= staat niet in verhouding met de waarde van de gympen. Voor dit bedrag kan hij geen schoenen kopen van hetzelfde merk. Klager heeft wel recht op schadevergoeding. De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3.         De beoordeling

De beroepscommissie stelt voorop dat een tegemoetkoming is bedoeld voor het door klager ondervonden ongemak. In geval er sprake is van schade en indien deze schade eenvoudig is te begroten, is er aanleiding schadevergoedingsaspecten te betrekken bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming. In het onderhavige geval is de omvang van de schade naar het oordeel van de beroepscommissie niet eenvoudig vast te stellen nu klager de waarde van de schoenen niet met enig bewijsstuk en ook niet anderszins heeft onderbouwd. De beroepscommissie kan reeds daarom geen schadevergoedingsaspecten betrekken bij het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming. Voor het verkrijgen van een schadevergoeding staan voor klager andere wegen open. De beroepscommissie kan zich derhalve verenigen met de door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming van € 25,=. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Vogel, secretaris, op 11 april 2019.

 

secretaris        voorzitter

 

Naar boven