Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1596/GA, 21 mei 2019, beroep
Uitspraakdatum:21-05-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/1596/GA

betreft: [klager]                                    datum: 21 mei 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 30 juli 2018 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen te Alphen aan den Rijn, betreffende:

a.         het openen van geprivilegieerde post buiten aanwezigheid van klager (AR 2018/355);

b.         de visitatie van klager waarbij een vrouwelijke medewerker van het BAD (binnenkomst afdeling delinquenten) aanwezig was (AR 2018/356);

c.         het verplicht mee moeten werken aan een medisch onderzoek waarbij niet alleen medisch personeel aanwezig was, maar ook vier medewerkers van het BAD aanwezig waren (AR 2018/357);

d.         het schelden, bedreigen en de onheuse bejegening door de medewerkers van het BAD (AR 2018/358);

e.         het openen van geprivilegieerde post (digitaal dossier) buiten het bijzijn van klager (AR 2018/359);

f.         het niet aanbieden van de privéspullen van klager terwijl deze zich al geruime tijd in de p.i. Alphen bevonden en

een medewerkster van het BAD heeft bij de uitreiking van klagers spullen expres met haar vinger de zegel van klagers Nintendo GameCube verbroken (AR 2018/376), alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beklagcommissie heeft de klachten als vermeld onder a. tot en met e. ongegrond verklaard en heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht als vermeld onder f., een en ander op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
De beroepscommissie heeft de directeur in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De beoordeling

Ten aanzien van de beroepen inzake de klachten als vermeld onder a., b., c., d., en e. overweegt de beroepscommissie dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot andere beslissingen kan leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepen zullen ongegrond worden verklaard. Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder f. merkt de beroepscommissie op dat klagers klacht uit twee onderdelen bestaat. Het deel van de klacht dat ziet op het gesteld verbreken van de zegel van klagers Nintendo Gamecube door de medewerkster van het BAD zal de beroepscommissie ongegrond verklaren, nu hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie. De beklagcommissie is ten onrechte voorbijgegaan aan het deel van de klacht dat ziet op de omstandigheid dat de goederen van klager niet tijdig aan hem zijn uitgereikt. De beroepscommissie zal deze klacht in eerste en laatste instantie inhoudelijk beoordelen. Klager is op 8 juni 2018 in de p.i Alphen binnengekomen vanuit de p.i. Leeuwarden. Op 29 juni 2018 kreeg klagers advocaat bericht dat na onderzoek van de p.i. Leeuwarden is gebleken dat klagers persoonlijke spullen al een lange tijd daarvoor naar de p.i. Alphen waren verzonden. Volgens klager zouden zijn spullen al op 19 juni 2018 zijn binnenkomen. Op 2 juli 2018 heeft klager zijn spullen gekregen nadat hij het afdelingshoofd hierom had verzocht. Een verklaring waarom klager zijn spullen niet eerder heeft gekregen is uitgebleven. Nu de klacht niet is weersproken door de directeur, zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren. Vanwege het ondervonden ongemak, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie stelt deze vast op € 5,=.

2.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart de beroepen inzake de klachten als vermeld onder a., b., c., d., e., en f. – ten aanzien van het gesteld verbreken van de zegel door de medewerkster van de BAD – ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie. Ten aanzien van klacht f – met betrekking tot het niet tijdig aanbieden van de goederen van klager – vernietigt de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart het beklag gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Ferenczy, secretaris, op 21 mei 2019

 

secretaris        voorzitter

 

Naar boven