Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1901/TB, 24 november 2003, beroep
Uitspraakdatum:24-11-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/1901/TB

betreft: [klager] datum: 24 november 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 12 augustus 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing d.d. 25 juli 2003 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 november 2003, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn klager gehoord en namens de Minister, mevrouw [...]. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

De raadsvrouw van klager, mr. M.L. Tuijnenburg Muijs, was verhinderd om ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager te plaatsen in het Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht te Balkbrug (hierna: Veldzicht).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. De Minister heeft op 25 juli 2003 beslist klager te plaatsen in Veldzicht. Deze plaatsing was tentijde van het instellen van het beroep nog niet gerealiseerd.

3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met zijn plaatsing in Veldzicht. Klagers zusters en vriendin wonen in Rotterdam. Zijn oudste zuster werkt en zijn vriendin heeft twee banen als schoonmaakster om financieel rond te kunnen komen en voorklager te kunnen zorgen. Zijn jongste zuster heeft trombose en komt samen met klagers oudste zuster op bezoek. Ook de pastor bezoekt klager regelmatig. Klager is bang dat, als hij naar Veldzicht zal worden overgeplaatst, hijhelemaal geen bezoek meer zal ontvangen. Als hij moederziel alleen in Veldzicht zit, zal hij er onderdoor gaan. Zijn zusters en vriendin bieden hem steun. Als dat wegvalt, heeft hij niets meer. Als klager in een tbs-inrichting inRotterdam of Utrecht wordt geplaatst, zal hij wel bezoek ontvangen. Dat hij in verband met zwakbegaafdheid enkel in Veldzicht of in Hoeve Boschoord kan worden geplaatst, verbaast klager. Volgens de inrichting, waar hij thansverblijft, is hij geestelijk goed bij. Sinds circa vijftien maanden krijgt hij iedere veertien dagen een depot. Hij heeft daar zelf om gevraagd en ondervindt geen bijwerkingen.

De Minister heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klagers beroepschrift is gedateerd 8 augustus 2003 en ontvangen op het secretariaat van de Raad op 12 augustus 2003, terwijl de beslissing aan klager is uitgereikt op 30 juli 2003. Uit de verklaring van een medewerker van het b.s.d.van locatie De IJssel blijkt dat klager gewacht heeft met beroep aantekenen totdat die medewerker hem daarbij kon helpen. Klager had ook een andere medewerker kunnen vragen om hem te helpen. Overigens refereert de Minister zich aanhet oordeel van de beroepscommissie aangaande de overschrijding van de in artikel 67, eerste lid, Bvt vermelde termijn.
Krachtens artikel 12 Bvt dient een spoedige opname in een tbs-inrichting bewerkstelligd te worden met inachtneming van de in artikel 11 Bvt genoemde eisen. Ten aanzien van de selectie van ter beschikking gestelden in het kader vaneen eerste opname of herplaatsing in een tbs-inrichting is een toetsing aan een viertal criteria (geslacht, intelligentie, soort stoornis en vluchtgevaarlijkheid) van belang, die plaatsvindt op basis van in het dossier aanwezigeinformatie.
Uit de ter beschikking staande informatie in de onderhavige zaak komt naar voren dat klager een man is die functioneert op een zwakbegaafd intellectueel niveau. Er is sprake van een persoonlijkheidsstoornis. Er is niet gebleken vaneen extreem vlucht- en/of beheersrisico. Genoemde bevindingen resulteerden in selectie voor Veldzicht. Enkel in Veldzicht en in Hoeve Boschoord is men gespecialiseerd in de behandeling van zwakbegaafden. Klager is geselecteerd voorVeldzicht omdat deze inrichting de kortste wachtlijst heeft.
Klager heeft aangegeven dat hij in de regio Rotterdam of in Utrecht wil worden geplaatst, omdat zijn familie en vriendin hem in Veldzicht niet of nauwelijks kunnen bezoeken. Met die voorkeur kan geen rekening worden gehouden. Hetbelang van een spoedige plaatsing en behandeling in een tbs-inrichting dient te prevaleren. In aanmerking wordt genomen dat, wanneer en indien dit geïndiceerd is, een resocialisatietraject kan worden uitgezet in de regio Rotterdam.
Het beroep zal derhalve ongegrond zijn.

4. De beoordeling
De bestreden beslissing is op 30 juli 2003 aan klager uitgereikt. Uit de verklaring van een b.s.d.-medewerker van locatie De IJssel is gebleken dat klager samen met die medewerker het beroepschrift wenste op te stellen, maar datdie medewerker afwezig is geweest tot 7 augustus 2003. Vervolgens heeft de medewerker samen met klager het beroepschrift opgesteld en op 8 augustus 2003 verstuurd. De beroepscommissie is van oordeel dat aannemelijk is geworden datklager zelf niet in staat was om beroep in te stellen en de terugkomst van het personeelslid, dat zijn vertrouwen genoot, heeft afgewacht om beroep in te dienen. In dit licht bezien kan redelijkerwijs niet worden geoordeeld datklager in verzuim is geweest, en de beroepscommissie zal klager derhalve ontvangen in zijn beroep.

Bij de plaatsing van ter beschikking gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt,en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Minister geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, teweten vrouwen, zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

De Minister heeft de beslissing tot plaatsing van klager genomen met inachtneming van klagers geslacht, zijn intelligentie, de ten aanzien van hem gestelde diagnose en gegevens omtrent het al dan niet bestaan van eenbeheers/vluchtrisico, alsmede de bestaande wachtlijsten.

Klager heeft geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Minister in redelijkheid niet tot de bestreden plaatsingsbeslissing heeft kunnen komen.
Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden van zijn zusters en vriendin kan niet tot een ander oordeel leiden. De beroepscommissie stelt vast dat (momenteel) het merendeel van de tbs-inrichtingen in het noordenen oosten van het land zijn gesitueerd terwijl veel tbs-gestelden afkomstig zijn uit het westen, en hun vrienden, familie en overig sociaal netwerk veelal eveneens woonachtig zijn in het westen van het land. Indien in alle gevallenrekening zou worden gehouden met de regionale voorkeur van tbs-gestelden, zou dit leiden tot vergroting van de wachtlijsten voor plaatsing in een tbs-inrichting en verlenging van de passantentermijn.
Het belang dat tbs-gestelden zo snel mogelijk worden geplaatst, opdat hun behandeling zo spoedig mogelijk kan aanvangen, weegt daarom in de regel zwaarder dan regionale voorkeur. Daarbij komt dat, momenteel alleen specialebehandelmogelijkheden voor zwakbegaafden mogelijk zijn in Hoeve Boschoord, eveneens ver van Rotterdam gelegen, en in Veldzicht, en dat van deze twee inrichtingen Veldzicht de kortste wachtlijst heeft.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen is de beslissing klager te plaatsen in Veldzicht niet in strijd met de wet en kan deze evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond wordenverklaard.

Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat zodra resocialisatie van klager, die bereid en gemotiveerd is om per depot medicatie te ontvangen, mogelijk is, het zeer wenselijk is dat klager in een inrichting dichter bijRotterdam zal worden geplaatst.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. Y.A.J.M. van Kuijck en mr. drs. T.A.M. Louwe, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 24 november 2003

secretaris voorzitter

nummer: 03/1901/TB

betreft: [klager], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 6 november 2003, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. N. Jörg,
leden: mr. Y.A.J.M. van Kuijck en mr. drs. T.A.M. Louwe.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. H.S. van Gemert.

Gehoord zijn klager alsmede namens de Minister mevrouw [...].

Door klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Klager kan zich niet verenigen met zijn plaatsing in Veldzicht. Klagers zusters en vriendin wonen in Rotterdam. Zijn oudste zuster werkt en zijn vriendin heeft twee banen als schoonmaakster om financieel rond te kunnen komen en voorklager te kunnen zorgen. Zijn jongste zuster heeft trombose en komt samen met klagers oudste zuster op bezoek. Ook de pastor bezoekt klager regelmatig. Klager is bang dat, als hij naar Veldzicht zal worden overgeplaatst, hijhelemaal geen bezoek meer zal ontvangen. Als hij moederziel alleen in Veldzicht zit, zal hij er onderdoor gaan. Zijn zusters en vriendin bieden hem steun. Als dat wegvalt, heeft hij niets meer. Als klager in een tbs-inrichting inRotterdam of Utrecht wordt geplaatst, zal hij wel bezoek kunnen ontvangen. Dat hij in verband met zwakbegaafdheid enkel in Veldzicht of in Hoeve Boschoord kan worden geplaatst, verbaast klager. Volgens de inrichting, waar hij thansverblijft, is hij geestelijk goed bij. Sinds circa vijftien maanden krijgt hij iedere veertien dagen een depot. Hij heeft daar zelf om gevraagd en ondervindt geen bijwerkingen. Klager heeft het strafbare feit gepleegd omdat hijgeknoeid heeft met medicatie.
Klagers raadsvrouw is in verband met ziekte verhinderd om ter zitting te verschijnen, maar klager heeft ter zitting alles naar voren kunnen brengen wat hij wenste te verklaren.
Namens de Minster is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Klagers beroepschrift is gedateerd 8 augustus 2003 en ontvangen op het secretariaat van de Raad op 12 augustus 2003, terwijl de beslissing aan klager is uitgereikt op 30 juli 2003. Uit de verklaring van een medewerker van het b.s.d.van locatie De IJssel blijkt dat klager gewacht heeft met beroep aantekenen totdat die medewerker hem daarbij kon helpen. Klager had ook een andere medewerker kunnen vragen om hem te helpen. Overigens refereert de Minister zich aanhet oordeel van de beroepscommissie aangaande de overschrijding van de in artikel 67, eerste lid, Bvt vermelde termijn.
Krachtens artikel 12 Bvt dient een spoedige opname in een tbs-inrichting bewerkstelligd te worden met inachtneming van de in artikel 11 Bvt genoemde eisen. Ten aanzien van de selectie van ter beschikking gestelden in het kader vaneen eerste opname of herplaatsing in een tbs-inrichting is een toetsing aan een viertal criteria (geslacht, intelligentie, soort stoornis en vluchtgevaarlijkheid) van belang, die plaatsvindt op basis van in het dossier aanwezigeinformatie.
Uit de ter beschikking staande informatie in de onderhavige zaak komt naar voren dat klager een man is die functioneert op een zwakbegaafd intellectueel niveau. Er is sprake van een persoonlijkheidsstoornis. Er is niet gebleken vaneen extreem vlucht- en/of beheersrisico. Genoemde bevindingen resulteerden in selectie voor Veldzicht. Enkel in Veldzicht en in Hoeve Boschoord is men gespecialiseerd in de behandeling van zwakbegaafden. Klager is geselecteerd voorVeldzicht omdat deze inrichting de kortste wachtlijst heeft.
Klager heeft aangegeven dat hij in de regio Rotterdam of in Utrecht wil worden geplaatst, omdat zijn familie en vriendin hem in Veldzicht niet of nauwelijks kunnen bezoeken. Met die voorkeur kan geen rekening worden gehouden. Hetbelang van een spoedige plaatsing en behandeling in een tbs-inrichting dient te prevaleren. In aanmerking wordt genomen dat, wanneer en indien dit geïndiceerd is, een resocialisatietraject kan worden uitgezet in de regio Rotterdam.
Het beroep zal derhalve ongegrond zijn.

secretaris voorzitter

Naar boven