Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1177/GA, 14 mei 2019, beroep
Uitspraakdatum:14-05-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          R-18/1177/GA

betreft: [klager]            datum: 14 mei 2019

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.M.P. Jongsma, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 25 juni 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. C.M.P. Jongsma om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft de plaatsing van klager bij binnenkomst in het basisregime in de p.i. Krimpen aan den IJssel terwijl klager voor zijn overplaatsing verbleef in het plusregime in de p.i. Dordrecht (klachtnummer: IJ-2018-000444).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In de inrichting waar klager voor de overplaatsing zat, bevond hij zich in het plusregime. Bij zijn overplaatsing naar p.i. Krimpen aan den IJssel is hij in het basisregime geplaatst. Tegen deze beslissing van de directeur staat beklag open. Bovendien heeft klager geen beslissing tot degradatie ontvangen en eist hij hiervoor gecompenseerd te worden. Volgens vaste jurisprudentie van de RSJ dient de directeur een inzichtelijke belangenafweging te geven. Nu er geen beslissing is ontvangen op schrift kan klager niet weten of er een belangenafweging is gemaakt.

Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Gedetineerden worden bij binnenkomst in beginsel in het basisprogramma geplaatst, hetgeen volgt uit artikel 2.2.1 van de Huisregels. Conform de nota van toelichting bij de wijziging van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden wordt de inzet van elke gedetineerde, waaronder ook klager, iedere zes weken in het Multi Disciplinair Overleg besproken. Dit betekent dat klager niet direct bij binnenkomst dient te worden voorzien van een beslissing, maar wel na zes weken.

3.         De beoordeling

Klager is op 28 mei 2018 overgeplaatst naar p.i. Krimpen aan den IJssel en aldaar in het basisregime geplaatst. Klager was dus op 28 mei 2018 op de hoogte van de hem betreffende beslissing.

De klacht omtrent klagers degradatie bij binnenkomst in de inrichting is op 9 juni 2018 door de advocaat van klager ingediend en derhalve niet binnen de daarvoor gestelde termijn van zeven dagen. Nu geen feiten en omstandigheden zijn gebleken die tot een ander oordeel kunnen leiden, is klager in verzuim.

De beroepscommissie sluit zich dan ook aan bij de uitspraak van de alleensprekende beklagrechter die zal worden bevestigd.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Ferenczy, secretaris, op 14 mei 2019,

secretaris        

voorzitter

 

Naar boven