Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1663/GA, 01 mei 2019, beroep
Uitspraakdatum:01-05-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

 

nummer:          R-18/1663/GA

betreft: [klager]            datum: 1 mei 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. M.C. Pedrotti, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 22 augustus 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel, betreffende in beslag genomen kleding (TA-2018-000219), en van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. Ter zitting van de beroepscommissie van 5 maart 2019, gehouden in de p.i. Achterhoek, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. M.C. Pedrotti en mevrouw […], juridisch medewerker, namens de directeur van de p.i. Ter Apel. Klager heeft geen gelegenheid gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting. Ter zitting zijn namens de directeur nadere stukken overgelegd. Klagers raadsvrouw is in de gelegenheid gesteld deze stukken te bespreken met klager en binnen een termijn van een week desgewenst een schriftelijke reactie toe te sturen aan de beroepscommissie. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt binnen de gegeven termijn. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De beoordeling

In het klaagschrift van 6 februari 2019 wordt geklaagd over door de directeur in beslag genomen kleding. Ter zitting van de beklagcommissie is deze klacht uitgebreid naar de omstandigheid dat klager zijn trainingspakken niet heeft ontvangen nadat hij is overgeplaatst naar de p.i. Leeuwarden. De beroepscommissie overweegt dat een dergelijke uitbreiding van de klacht feitelijk een nieuwe, afzonderlijke klacht inhoudt. Deze klacht had (tijdig) moeten worden ingediend bij de beklagcommissie. Klager zal in zoverre dan ook alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag. De beroepscommissie stelt vast dat de beklagcommissie niet heeft beslist op het beklagonderdeel dat is gericht tegen de in beslag genomen kleding. Om proceseconomische redenen zal de beroepscommissie dit onderdeel van het beklag in eerste en hoogste aanleg beoordelen. Uit het dossier volgt dat op klagers cel een grote hoeveelheid kleding is aangetroffen. Op grond van de huisregels geschiedt het invoeren van goederen via de Badafdeling door middel van een aan de directeur gericht invoerverzoek. Het invoeren van kleding en schoeisel is vrij met inachtneming van de maximale toegestane hoeveelheid in een verblijfsruimte. Op basis van het dossier is voldoende aannemelijk geworden dat de kleding niet via de reguliere route is ingevoerd. De beslissing om de kleding in beslag te nemen en klager in de gelegenheid te stellen om aan te tonen dat de kleding van hem is, is naar het oordeel van de beroepscommissie dan ook niet onredelijk of onbillijk. Het beklag zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

2.         De uitspraak

Vermissing van trainingspakken: De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag. In beslag genomen kleding: De beroepscommissie verklaart het beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, U.P. Burke en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 1 mei 2019.

 

 

secretaris        voorzitter

 

Naar boven