Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1375/GA, 30 april 2019, beroep
Uitspraakdatum:30-04-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/1375/GA

betreft: [klager]            datum: 30 april 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 20 juni 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter Het beklag betreft de slechte kwaliteit van de door de winkel geleverde paprika’s (klachtnummer ZB-2018-111). De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet nader toegelicht. Namens de directeur is aangegeven dat wordt gepersisteerd bij het eerder ingenomen standpunt tegenover de beklagrechter.

3.         De beoordeling

Ontvankelijkheid

Op grond van artikel 44, vijfde lid, van de Pbw, draagt de directeur zorg voor regels omtrent de aankoop door gedetineerden van andere gebruiksartikelen dan die door de directeur ter beschikking worden gesteld. In de rechtspraak van de beroepscommissie is aangenomen dat de directeur onder meer op grond van voornoemde bepaling van de Pbw er zorg voor draagt dat leveringen vanuit de inrichtingswinkel op adequate wijze door diens personeel worden uitgevoerd (vgl. RSJ 8 augustus 2017, 17/0382/GA). Uit deze uitspraak volgt ook dat nu de (adequate) levering van de boodschappen onder de taakomschrijving van het winkelpersoneel valt, het beklag hieromtrent ook onder het bereik van artikel 60, eerste lid, Pbw valt. Over de levering van boodschappen uit de inrichtingswinkel, en dus ook over de kwaliteit van deze producten, kan derhalve worden geklaagd bij de beklagcommissie. Ook het bestaan van de mogelijkheid om te klagen bij de inrichtingswinkel door middel van een klachtenformulier, ontslaat de directeur niet van diens zorgplicht en doet aan de ontvankelijkheid van klager in diens klacht niet af (vgl. RSJ 26 maart 2018, 17/2842/GA). De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter dan ook vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

Inhoudelijk

Klager heeft op 6 februari 2018 een klacht ingediend over de kwaliteit van de geleverde paprika’s. De paprika’s zouden gerimpeld, klein en bovendien slecht van kwaliteit zijn. Hij was hierdoor genoodzaakt om de paprika’s terug te sturen, maar heeft nagelaten zijn beklag met feitelijke gegevens te onderbouwen. Klager heeft de paprika’s teruggestuurd, maar onbekend is hoe deze klacht verder is afgehandeld. Het is dan ook niet vast te stellen of en in welke mate de directeur tekort is geschoten in zijn zorgplicht dan wel in het herstellen van de schade. Gelet op voorgaande zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter vernietigen, klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag, maar het beklag ongegrond verklaren.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Ferenczy, secretaris, op 30 april 2019     

 

 

secretaris        voorzitter

 

Naar boven