Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/2776/GB, 23 april 2019, beroep
Uitspraakdatum:23-04-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-19/2776/GB

Betreft:            [klager]            datum: 23 april 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.C. Pedrotti, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 29 januari 2019 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, (de beroepscommissie begrijpt de Minister, zie de wijziging van de Pbw met ingang van 1 januari 2019, stb-2018-498). alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De Minister heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de – naar de beroepscommissie begrijpt de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad, nu de p.i. Almere sinds 31 december 2018 gesloten is – afgewezen.

2.         De feiten

Klager is sinds 2 juni 2017 gedetineerd. Hij verblijft in de p.i. Ter Apel.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.

De Minister is in de bestreden beslissing niet inhoudelijk ingegaan op klagers persoonlijke omstandigheden, terwijl deze belangen zwaarwegend zijn. Daarnaast is de bestreden beslissing niet deugdelijk gemotiveerd. Er wordt ten onrechte onderscheid gemaakt tussen strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen en niet-vreemdelingen. Door de Minister wordt verwezen naar het plaatsingsbeleid op grond van artikel 20b van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling), maar daarvan kan afgeweken worden indien er sprake is van bijzondere omstandigheden. Klager meent dat sprake is van bijzondere omstandigheden, omdat hij in de p.i. Ter Apel anders behandeld wordt dan het uitgangspunt is binnen een reguliere p.i. De Raad heeft zich in diverse uitspraken kritisch uitgelaten over de positie van vreemdelingen in detentie en de plaatsing in de p.i. Ter Apel Klagers raadsvrouw verwijst daarvoor naar uitspraken van de Raad (RSJ 12 oktober 2018, R-988 en RSJ 26 juni 2018, 17/3474/GB). Voor gedetineerde niet-vreemdelingen is regionale plaatsing het uitgangspunt om het contact met het sociale netwerk niet verloren te laten gaan, klager wordt door de plaatsing in de p.i. Ter Apel effectief gediscrimineerd. Dit is in strijd met verscheidene internationale verdragen. Hoewel Skype een prettige faciliteit is, dient dat alleen het ter aanvulling op het ontvangen van bezoek. Klager verzoekt om gegrondverklaring van het beroep, plaatsing in de p.i. Almere of de p.i. Lelystad en wenst te worden gehoord.

3.2.      De Minister heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.

Klager heeft geen rechtmatig verblijf in Nederland in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000. Zodoende is de plaatsing in de p.i. Ter Apel, op grond van artikel 20b van de Regeling aangewezen. Strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen onderscheiden zich van de andere groep gedetineerden omdat zij in beginsel na het ondergaan van hun straf niet in de Nederlandse samenleving zullen terugkeren. Plaatsing in de p.i. Ter Apel maakt de detentie mede dienstbaar aan de voorbereidingen op vertrek uit Nederland - inhoudende de activiteiten van de Dienst Terugkeer & Vertrek - en de feitelijke terugkeer naar het land van herkomst. De uitvoering van het plaatsingsbeleid weegt zwaarder dan eventuele problemen ten aanzien van de reisafstand voor het bezoek. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen in beginsel geen selectiecriterium. Klagers raadsvrouw verwijst naar een uitspraak van de Raad (RSJ 12 oktober 2018, R-988), waar het ging om een significant verschil in reistijd (zo’n drie uur) door de overplaatsing van deze gedetineerde van de p.i. Ter Apel naar de locatie Sittard. Ten aanzien van klager zou, met een overplaatsing naar de p.i. Lelystad, de reistijd met ongeveer 1,5 uur verkort worden. Uit navraag bij de p.i. Ter Apel op 15 februari 2019 blijkt dat klager bijna wekelijks bezoek ontvangt en dat hij daarnaast bijna wekelijks Skypet met zijn bezoek. Klager is niet verstoken van bezoek. De bestreden beslissing is dan ook niet in strijd met internationale verdragen. Tevens is er door de Minister aan klager de mogelijkheid gegeven om een aanvraag te doen op grond van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, om het bezoekmoment te laten plaatsvinden in bijvoorbeeld een andere p.i. De Minister verzoekt het beroep ongegrond te verklaren.

4.         De beoordeling

4.1.      Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, nu enige onderbouwing daarvoor ontbreekt. Zij acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.

4.2.      Voor zover door en namens klager is aangevoerd dat met de handhaving van de plaatsing van klager in de p.i. Ter Apel sprake zou zijn van schending van internationale verdragsrechtelijke bepalingen merkt de beroepscommissie het volgende op. Nederland heeft bij een aantal van die verdragsbepalingen het voorbehoud gemaakt dat beperking van in die verdragen opgenomen vrijheden of rechten bij wet kan geschieden, hetgeen hier het geval is, waardoor om die redenen deze argumenten niet hoeven te leiden tot een gegrondverklaring van het beroep.

4.3.      De gevangenis van de p.i. Ter Apel is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau, tevens zijnde een inrichting die, gelet op het bepaalde in artikel 20b, eerste lid, van de Regeling, is aangewezen voor de opvang van strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. Dit zijn gedetineerden die geen rechtmatig verblijf in Nederland in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000 hebben en ten aanzien van wie voorlopige hechtenis ingevolge een bevel van gevangenneming of gevangenhouding, een vrijheidsstraf of een maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders ten uitvoer wordt gelegd.

4.4.      Blijkens de inlichtingen van de Minister heeft klager na de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf geen rechtmatig verblijf in Nederland. Gelet daarop komt klager in beginsel in aanmerking voor plaatsing in een inrichting bestemd voor de opneming van strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. Plaatsing van een strafrechtelijk gedetineerde vreemdeling in een andere inrichting dan in een daarvoor bestemde inrichting is niet uitgesloten doch daartoe wordt slechts overgegaan indien sprake is van uitzonderlijke feiten of omstandigheden. Als reden voor afwijking wordt in klagers geval – als meest zwaarwegende grond – aangevoerd dat sprake is van bezoekproblemen. De beroepscommissie begrijpt dat, mede gelet op klagers thans bepaalde einddatum op 27 mei 2042, het bezoeken van klager voor zijn familie een zware belasting is, maar acht die reden in het geval van klager – anders dan de beroepscommissie heeft geoordeeld in RSJ 12 oktober 2018, R-988 en RSJ 26 juni 2018, 17/3474/GB – onvoldoende zwaarwegend om af te wijken van de voorgeschreven plaatsing in een inrichting bestemd voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen nu uit de inlichtingen van de Minister volgt dat klager bijna wekelijks bezoek ontvangt, hij bijna wekelijks gebruik maakt van Skype en hij gebruik heeft kunnen maken van BZT. De reistijd van 1,5 uur van Almere naar Ter Apel is niet onredelijk te noemen. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 23 april 2019.

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven