Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/2109/GA, 02 april 2019, beroep
Uitspraakdatum:27-03-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/2109/GA

betreft: [klager]            datum: 2 april 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. L. Toet, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 26 oktober 2018 van de beklagcommissie bij de locatie Esserheem te Veenhuizen, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur van bovengenoemde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft de beslissing van 13 juli 2018 tot afwijzing van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof (Eh 2018/000349). De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten

Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De adviezen van de politie en het Openbaar Ministerie (OM) bevatten onjuiste informatie en kunnen niet aan de afwijzing van klagers verlofaanvraag ten grondslag worden gelegd. De beklagcommissie heeft overwogen dat klager vanuit een kliniek naar de inrichting was teruggeplaatst, omdat klager niet aan onderzoek en behandeling wenste mee te werken. Als gevolg daarvan was het niet mogelijk het recidiverisico vast te stellen. Het is evenwel niet aan klager te wijten dat hij is teruggeplaatst en dat hij geen behandeling heeft ondergaan. Met een verblijf in de kliniek van slechts drie weken is klager niet de mogelijkheid geboden een succesvolle behandeling te ondergaan. Nu reeds voorafgaand aan de plaatsing in de kliniek bekend was dat klager het delict ontkende, kan dit argument niet aan de bestreden beslissing ten grondslag worden gelegd. Sinds zijn verblijf in de inrichting heeft klager alsnog openheid van zaken gegeven en meermaals verzocht om plaatsing in een kliniek alwaar hij behandeling kan ondergaan. Dat wordt echter telkenmale afgewezen. Nu klager een positieve houding heeft ten aanzien van het ondergaan van een behandeling, is het gestelde recidiverisico verminderd. Ten onrechte heeft de beklagcommissie hiermee geen rekening gehouden. Daarbij komt dat het eventueel te verlenen verlof kan worden verleend onder de bijzondere voorwaarde van een locatieverbod met toezicht door middel van elektronische controle. Het risico dat klager contact met de slachtoffers zoekt, kan op deze manier worden beperkt. Klager verzoekt om een tegemoetkoming, die passend is bij een verblijf in een verkeerde inrichting. De directeur heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Op 29 maart 2018 is klager na een verblijf van drie weken vanuit de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) te Assen naar de locatie Esserheem teruggeplaatst. Vanwege het feit dat klager het door hem gepleegde delict grotendeels ontkent, kan een delict preventieve behandeling niet worden gerealiseerd en is sprake van een hoog recidiverisico. De terugplaatsing naar de inrichting is dan ook dan ook aan klager te wijten. Klager heeft de reclassering te kennen gegeven gemotiveerd te zijn voor een behandeling. In eerste instantie wilde klager echter niet naar een gesloten behandelsetting worden overgeplaatst. Gelet op de eerdere negatieve ervaring met betrekking tot klagers behandeling in de FPK te Assen bestond twijfel over klagers motivatie om aan een behandeling zijn medewerking te verlenen. Naar aanleiding van een persoonlijkheidsonderzoek is de directeur geadviseerd klager naar een gesloten behandelsetting over te plaatsen. Op 25 september 2018 heeft het OM negatief geadviseerd ten aanzien van de plaatsing in een kliniek. Het door klager ingediende verzoek tot overplaatsing is toegewezen, als gevolg waarvan klager op 24 december 2018 naar de FPK te Rotterdam is overgeplaatst. Gelet op het bovenstaande is de afwijzing van klagers verlofaanvraag niet als onredelijk of onbillijk aan te merken.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.

De advocaat-generaal bij het ressortparket te Arnhem heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Klager is veroordeeld voor ernstige delicten die voor de slachtoffers traumatische gevolgen hebben gehad en een ontwrichtende werking in de samenleving zouden kunnen hebben. De rechtsorde is door de gepleegde delict ernstig geschokt. In hoger beroep is klager veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren, terwijl klager in eerste aanleg is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaren en oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling. De psychiater geeft aan dat de (langdurig) aanwezige persoonlijkheidsstoornis ook ten tijde van de gepleegde delicten van invloed is geweest op het handelen van klager. Thans is niet aannemelijk dat de persoonlijkheidsstoornis niet meer aanwezig zou zijn. Uit het reclasseringsadvies volgt dat klager op meerdere gebieden problemen ervaart en niet aan behandeling meewerkt. Deze opstelling van klager lijkt te passen in een patroon van manipulatie en dominant gedrag. Bij de tenuitvoerlegging van straffen is het belangrijk om onderliggende patronen ter herkennen op basis van eerdere inzichten omtrent de persoon van de veroordeelde, zodat de samenleving beschermd kan worden. Dat belang weegt zwaarder dan klagers belang bij het toekennen van verlof, mede gelet op klagers houding ten opzichte van zijn slachtoffers en bij het eventueel verlenen van vrijheden. De politie (wijkagent) heeft het verlofadres geverifieerd en in orde bevonden. Het risico van ongewenste confrontatie met het slachtoffer van het door klager gepleegde misdrijf is laag. Zolang aan het eventueel te verlenen verlof geen ruchtbaarheid wordt gegeven, zal sprake zijn van een laag risico op het ontstaan van maatschappelijke onrust. De interventiespecialist van de politie daarentegen adviseert negatief ten aanzien van de verlofaanvraag, vanwege het als hoog ingeschatte recidiverisico en omdat klager niet aan behandeling meewerkt.

3.         De beoordeling

Klager ondergaat een gevangenisstraf van zes jaren en dertig dagen met aftrek, wegens handelen in strijd met de Opiumwet, het bezit van kinderporno en mishandeling begaan tegen zijn levensgezel, verkrachting en mensenhandel, meermalen gepleegd. Aansluitend dient hij negentig dagen gevangenisstraf te ondergaan in verband met de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf. De einddatum van klagers detentie is thans bepaald op 19 juli 2019. Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Vooropgesteld dient te worden dat bij verzoeken tot algemeen verlof een belangenafweging dient te worden gemaakt tussen enerzijds het individuele belang van de gedetineerde om zich tijdig en goed te kunnen voorbereiden op zijn terugkeer in de maatschappij en anderzijds het algemeen belang van – onder meer – de orde, rust en veiligheid in de samenleving en een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf. Klagers verzoek om algemeen verlof is afgewezen vanwege het als hoog ingeschatte recidiverisico en het feit dat klager niet aan behandeling wenst mee te werken. Er is daarom onvoldoende vertrouwen in een goed verloop van het verlof. Uit het reclasseringsadvies van 26 juli 2017 blijkt dat het recidiverisico en het risico op het zich onttrekken aan voorwaarden als hoog wordt ingeschat. Het risico op letselschade lijkt zich te beperken tot (kwetsbare) vrouwen die een intieme relatie met klager aangaan. Op verschillende leefgebieden, zoals klagers relaties met zijn partner, gezin en familie en zijn denkpatronen en vaardigheden, is een criminogene factor in ernstige mate aanwezig. Klager is thans gedetineerd vanwege feiten die hij tijdens de proeftijd van een eerdere veroordeling heeft gepleegd. Hoewel aan klager een reclasseringstoezicht en een contactverbod werd opgelegd, bleef hij met zijn ex-partner en kinderen contact onderhouden. Tegen deze achtergrond adviseert de reclassering klager een psychologisch onderzoek te doen ondergaan, opdat de aanwezige risico’s kunnen worden verminderd. In de brief van 29 maart 2018 omtrent klagers klinisch ontslag bij de FPK te Assen is vermeld dat de behandeling aldaar na drie weken voortijdig is beëindigd. Nu klager de door hem gepleegde delicten grotendeels ontkent, wordt de kans op een voldoende effectieve delict preventieve behandeling als te gering geschat. Ook de advocaat-generaal en (de interventiespecialist van) de politie adviseren negatief ten aanzien van klagers verlofaanvraag, vanwege het als hoog ingeschatte recidiverisico en omdat klager niet aan behandeling meewerkt. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een forse contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Daarom kan de beslissing van de directeur, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder b, d en e van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal worden bevestigd met wijziging van de gronden.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van M.G. Bikker, secretaris, op 2 april 2019.

 

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven