nummer: 03/1511/JA
betreft: [klager] datum: 19 november 2003
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennis genomen van een op 3 juli 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) ’t Nieuwe Lloyd te Amsterdam,
gericht tegen een uitspraak d.d. 3 juli 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde j.j.i., gegeven op een klacht van
[...], geboren op [1986], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 22 september 2003, gehouden in de j.j.i. ’t Nieuwe Lloyd te Amsterdam, zijn gehoord mevrouw mr. drs. [...], namens de voormelde directeur, en klager.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag - voor zover in beroep van belang - en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft wijziging van het dagprogramma door vervroeging van het aanvangstijdstip van het onderwijs.
De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het beklag betreft het wijzigen met ingang van 19 mei 2003 van het dagprogramma. De wijziging hield in dat het onderwijs sindsdien om 09.15 uur - in plaats van, als voorheen, om 09.30 - begint. Dientengevolge hebben de jongensthans vanaf het wekken door het personeel om 08.30 uur tot aan het begin van de lessen drie kwartier voor het douchen, ontbijten en opruimen van hun kamer.
De beklagrechter heeft klager ten onrechte in het beklag ontvangen, nu het beklag is gericht tegen een algemene regeling en geen betrekking heeft op een klager individueel betreffende door of namens de directeur genomen beslissingals bedoeld in artikel 65 Bjj.
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt gehandhaafd. Hij vindt de tijd van drie kwartier vanaf het wekken door het personeel tot aan het begin van de lessen te kort om daarbinnen te douchen, teontbijten en zijn kamer op te ruimen. Vanaf 08.30 uur zijn er groepsleiders aanwezig. Voor die tijd opstaan om alvast zijn kamer schoon te gaan maken heeft naar klagers mening geen zin omdat hij dan de daarvoor benodigdeschoonmaakmiddelen niet kan halen.
3. De beoordeling
Artikel 65, eerste lid, van de Bjj bepaalt dat de jeugdige beklag kan doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing. Blijkens de Memorie van Toelichting op de Bjj, onderdeel 20 onder c, is tegen eenalgemene regeling geen beklag opengesteld.
In het voorliggende geval heeft de directeur bij wijze van algemene, voor alle jongens gelijkelijk geldende, beslissing bepaald dat het onderwijs een kwartier eerder begint.
Tegen deze algemene regel is, gelet op het vorenstaande, geen beklag mogelijk.
De beslissing van de beklagrechter kan daarom niet in stand blijven.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.
Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. dr. J.A.C. Bartels, voorzitter, mr. A.P. van der Linden en prof. dr. N.W. Slot, leden, bijgestaan door mr. C.F. Swart-Babbé, secretaris, op 19 november 2003.
secretaris voorzitter