Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1824/GA, 25 maart 2019, beroep
Uitspraakdatum:25-03-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/1824/GA

betreft: [klager]            datum: 25 maart 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Iwema, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 14 september 2018 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Zwolle, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft de latere correctie van een onjuist berekend en uitbetaald loon (Z1-2018-000330). De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is het beroep schriftelijk toegelicht en wordt volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt. Hieraan wordt – kort en zakelijk weergegeven - toegevoegd dat de directeur pas na het indienen van zijn klacht het achterstallig loon heeft uitbetaald. Klager heeft door de te late loonbetaling een door hem als hoogst noodzakelijk ervaren dieet niet kunnen volgen. De directeur heeft daarop schriftelijk gereageerd – kort en zakelijk weergegeven - als volgt.  Nu de directeur door het op 9 mei 2018 ontvangen klaagschrift op de hoogte is gekomen van de onjuiste berekening van het loon en vervolgens op 15 mei 2018 het achterstallig loon heeft overgeboekt, heeft de directeur voldoende voortvarend gehandeld. In deze situatie had van de directeur niet meer verwacht kunnen worden.

3.         De beoordeling

Nu vast is komen te staan dat er sprake is geweest van een onjuiste loonbetaling, zoals door klager is aangevoerd, had de beklagcommissie het beklag gegrond moeten verklaren. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. In aanmerking genomen dat de directeur binnen enkele dagen na de ontvangst van het klaagschrift de gemaakte fout heeft hersteld door alsnog het gemiste loon uit te betalen, ziet de beroepscommissie geen aanleiding voor toekenning van een tegemoetkoming.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond, maar kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. J. Warntjes, secretaris, op 25 maart 2019.

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven