Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1823/GA, 25 maart 2019, beroep
Uitspraakdatum:25-03-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Voeding  v

 

nummer:          R-18/1823/GA

betreft: [klager]            datum: 25 maart 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Iwema, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 14 september 2018 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Zwolle, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft het niet kunnen bestellen van vershoudproducten en vuilniszakken (Z1-2018-000317). De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is het beroep schriftelijk toegelicht en wordt volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt. Hieraan wordt – kort en zakelijk weergegeven -toegevoegd dat het aan de directeur was om – tenminste in het kader van de klachtbehandeling – te controleren bij de winkel of de goederen op de winkellijst daadwerkelijk altijd leverbaar zijn, en dat zonder die controle ervan mag worden uitgegaan dat klager terecht klaagde dat (ook) boterhamzakjes niet beschikbaar zijn. De directeur heeft daarop schriftelijk gereageerd. Er zijn wel mogelijkheden om vershoudproducten van verschillende formaten te bestellen. Er zijn geen andere klachten binnengekomen over het ontbreken van mogelijkheden om verse producten te bewaren. Niet is gebleken dat het binnen de inrichting structureel schort aan het beschikbaar zijn van vershoudproducten.

3.         De beoordeling

Gezien de formulering van het beklag begrijpt de beroepscommissie dat het beklag het winkelaanbod betreft zoals vermeld op de winkellijst die voor alle gedetineerden geldt. In zoverre is het beklag te algemeen van aard en is dan ook geen sprake van een klager betreffende beslissing die genomen is door de directeur zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. De beklagrechter had klager dan ook, bij het ontbreken van een beklagwaardige beslissing, niet-ontvankelijk moeten verklaren in zijn beklag. Gelet op het voorgaande zal de uitspraak van de beklagcommissie worden vernietigd en klager zal alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag worden verklaard. Voor zover in beroep wordt aangevoerd dat het beklag ook betrekking zou hebben op het in concrete gevallen niet leverbaar zijn van boterhamzakjes, ondanks de vermelding ervan op de winkellijst, overweegt de beroepscommissie dat dit onderdeel buiten de omvang van het oorspronkelijke beklag valt. Klager kan in zoverre niet in het beroep ontvangen.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag. De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep voor zover het de uitbreiding van het oorspronkelijk beklag betreft.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. J. Warntjes, secretaris, op 25 maart 2019.

 

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven