Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-19/1262/SGA, 13 maart 2019, schorsing
Uitspraakdatum:13-03-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          : S-19/1262/SGA

Betreft : [verzoeker]    datum: 13 maart 2019

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van […], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde p.i. van 11 maart 2019, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel gedurende vier dagen, waarvan twee dagen voorwaardelijk, ingaand op 11 maart 2019 om 17.00 uur en eindigend op 13 maart 2019 om 17.00 uur, wegens verbale agressie gericht op personeel.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 11 maart 2019 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 12 maart 2019.

 

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Uit de inlichtingen van de directeur, waaronder het schriftelijke verslag van 8 maart 2019, blijkt dat verzoeker in de werkzaal herhaaldelijk opdrachten van personeel weigerde, waarop een personeelslid verzoeker opdroeg terug te gaan naar de afdeling. Hierop kwam verzoeker op het personeelslid af, waarbij hij meerdere dreigende uitspraken deed en schold.

Op grond van artikel 50, tweede lid, van de Pbw handelt de directeur het verslag af zo spoedig mogelijk nadat hem dit verslag is gedaan. Zoals de beroepscommissie eerder heeft overwogen, houdt ‘zo spoedig mogelijk’ als bedoeld in voormeld artikellid in beginsel ‘binnen 24 uur’ in.

Het schriftelijke verslag is op 8 maart 2019 om 16.00 uur aangezegd en afgehandeld op 11 maart 2019 om 17.00 uur. De directeur geeft in de reactie op het schorsingsverzoek aan dat het schriftelijke verslag, zoals verzoeker heeft betoogd, inderdaad niet binnen 24 uur is afgehandeld, maar dat verzoeker hierdoor niet in zijn belangen is geschaad, nu hij gedurende het weekend geen activiteiten van het dagprogramma heeft gemist en de disciplinaire straf ook pas op maandag 11 maart 2019 is ingegaan.

De vraag is of dat niet binnen 24 uur afhandelen, rekening houdend met alle in aanmerking komende belangen, moet leiden tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de beslissing. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. De voorzitter neemt daarbij in aanmerking dat verzoeker niet heeft aangevoerd in welk belang hij is geschaad doordat het verslag niet binnen 24 uur is afgehandeld terwijl hij bovendien gedurende het weekend niet is ingesloten in afwachting van afhandeling van het schriftelijke verslag en dat hem voor het overige ook geen beperkingen zijn opgelegd.

De voorzitter overweegt voor het overige, voorlopig oordelend, dat de directeur in redelijkheid kon beslissen tot het opleggen van de bestreden disciplinaire straf.

Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

 

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

 

Aldus gedaan door mr. R.H. Koning, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J. Warntjes, secretaris, op 13 maart 2019.

                             

 

 

 

secretaris                                                                    voorzitter

 

 

Naar boven