Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 01/0882/GM, 28 september 2001, beroep
Uitspraakdatum:28-09-2001

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 01/0882/GM

betreft: [klager] datum: 28 september 2001

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (PM) heeft kennis genomen van een op 2 mei 2001 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.L. Tuijnenburg Muijs, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door de inrichtingstandarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Over-Amstel te Amsterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag d.d. 25 april 2001 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 juli 2001, gehouden in de p.i. Over-Amstel te Amsterdam, is gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.L. Tuijnenburg Muijs.
De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Over-Amstel is in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op hetgeen ter zitting naar voren is gebracht door en namens klager.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur d.d. 13 maart 2001, betreft het weigeren een prothese te laten maken, omdat de minster geen machtiging heeft verleend.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Door en namens klager is het volgende aangevoerd.
Klager had net voordat hij gedetineerd raakte bijna zijn volledige gebit laten trekken om vervolgens een prothese aangemeten te krijgen. Hij had op dat moment nog twee tanden in zijn bovenkaak (te weten de snijtanden) en twee inzijn onderkaak (te weten de hoektanden). Hij bijt bij het kauwen met zijn ondertanden z’n bovenkaak kapot en met zijn boventanden zijn onderkaak. Hij is dan ook in het geheel niet in staat iets te kauwen en moet het voedsel zonderte hebben gekauwd doorslikken. Hierdoor kreeg hij maagklachten.
De inrichtingstandarts heeft op klagers verzoek een machtiging bij de minister aangevraagd om een prothese te laten maken. Deze machtiging is door de minister afgewezen, omdat klager een straf van minder dan een jaar dient teondergaan. Met alle strafrestanten die klager bij zijn laatst opgelegde straf moet uitzitten zal hij op 22 dagen na een jaar gedetineerd zijn.

De machtiging is enkel op grond van de duur van de straf afgewezen. De inrichtingstandarts had bij de aanvraag van de machtiging aannemelijk moeten maken dat er sprake was van een noodsituatie en dat een dergelijke voorziening voorde algehele gezondheidstoestand van de patiënt noodzakelijk werd geacht. De inrichtingsarts had zich dienen te beroepen op artikel 5, te weten het onder „tenzij...(bijv. in het kader van re-socialisatie)“, van het aanhangsel II van deinstructie behorende bij en deel uitmakende van de Overeenkomst tot het verrichten van tandheelkundige diensten tussen de Staat der Nederlanden en de voor de tandheelkundige verzorging verantwoordelijke tandarts.

De inrichtingsarts heeft zijn standpunt niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat nu voor klager geen enkele mogelijkheid bestaat behoorlijk te kunnen kauwen, er sprake is van een noodsituatie. De inrichtingstandarts heeft terecht een machtiging aangevraagd, doch had daarbijdienen aan te geven dat er voor klager sprake was van een noodsituatie en niet moeten afwachten met het ondernemen van enige actie. Het gedrag van de inrichtingstandarts dient te worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28PM neergelegde norm.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de p.i. Over-Amstel toekomende tegemoetkoming op f. 400,-.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, prof. dr. F.H.L. Beyaert en drs. P. Hanedoes, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Schoone, secretaris, op 28 september 2001.

secretaris voorzitter

Naar boven