Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/428/GA, 11 maart 2019, beroep
Uitspraakdatum:11-03-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          R-18/428/GA

betreft: [klager]            datum: 11 maart 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van de directeur van het Centrum voor Transculturele Psychiatrie (CTP) Veldzicht te Balkbrug, gericht tegen een uitspraak van 8 mei 2018 van de beklagcommissie bij het CTP Veldzicht, gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. Ter zitting van de beroepscommissie van 26 november 2018, gehouden in de penitentiaire inrichting Lelystad, zijn gehoord klagers raadsman mr. R.T. Schrama en de heer […] namens de directie van het CTP Balkbrug. Klager heeft schriftelijk afstand gedaan van het recht ter zitting te worden gehoord. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft het niet verstrekt krijgen van medicatie op 27 dan wel 28 december 2017 (VP-2018-000006). De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van de directeur en klager

Namens de directeur is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager was op 27 december 2017 – vermoedelijk onder invloed van drugs – niet in staat adequaat te reageren en stabiel op zijn benen te staan. De psychiater heeft op basis van klagers toestandsbeeld besloten voor zijn eigen gezondheid vooralsnog geen medicatie (Rivotril en Diazepam) te verstrekken. Dit is meermaals uitgelegd aan klager door de sociotherapeut en de psychiater. Vervolgens zijn medische controles bij klager uitgevoerd en is aan de hand daarvan veilig medicatiebeleid gevoerd. De beklagcommissie stelt dat geen dagrapportages zijn overgelegd in de beklagprocedure en derhalve niet is na te gaan of de informatie in het verweer van de directeur juist is. In beginsel dient echter uit te worden gegaan van de juistheid van de informatie in het verweer. Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager betwist hetgeen naar voren is gebracht namens de directeur en had dan ook ter verificatie de dagrapportages willen ontvangen.

3.         De beoordeling

Voor zover door de directeur is geklaagd over de procedure bij de beklagcommissie gaat de beroepscommissie hieraan voorbij, nu het beklag in beroep opnieuw ten gronde wordt beoordeeld. Op grond van artikel 42, vierde lid aanhef en onder a, van de Pbw draagt de directeur zorg voor de verstrekking van de door de aan de inrichting verbonden arts of diens plaatsvervanger voorgeschreven medicijnen en diëten.     Vast is komen te staan dat omwille van klagers gezondheid in overleg met de psychiater is besloten om aan klager (tijdelijk) geen medicatie (Rivotril en Diazepam) te verstrekken. Nu voldoende aannemelijk is geworden dat klager niet in staat was adequaat te reageren en stabiel op zijn benen te staan, kon deze beslissing in redelijkheid worden genomen. Vervolgens hebben elk uur medische controles plaatsgevonden bij klager. Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de beroepscommissie dan ook geen sprake van schending van de zorgplicht als bedoeld in artikel 42, vierde lid aanhef en onder a, van de Pbw. Zij verklaart het beroep van de directeur dan ook gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr.dr. J. de Lange, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 11 maart 2019.

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

Naar boven