Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1339/GA, 25 februari 2019, beroep
Uitspraakdatum:25-02-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          R-18/1339/GA

betreft: [klager]            datum: 25 februari 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 6 juli 2018 van de beklagcommissie bij de locatie Esserheem, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft de vermissing van een kappersschaar (Eh 2018/000220),

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en aan klager een tegemoetkoming toegekend van € 20,=, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Zowel klager als de directeur heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt. Klager kan zich niet verenigen met de hoogte van de tegemoetkoming.

3.         De beoordeling

De beroepscommissie overweegt dat een tegemoetkoming is bedoeld voor het door klager ondervonden ongemak. In geval er sprake is van schade en indien die schade eenvoudig is te begroten, is er aanleiding schadevergoedingsaspecten te betrekken bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming. In dit geval is de omvang van de schade niet eenvoudig vast te stellen. De waarde van de schaar heeft klager niet met enig bewijsstuk en ook niet anderszins onderbouwd. De beroepscommissie kan reeds daarom geen schadevergoedingsaspecten betrekken bij het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming. De beroepscommissie kan zich derhalve verenigen met de door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming van € 20,=. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met verbetering van de gronden.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit

mr. C.M. van der Bas, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 25 februari 2019.

 

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven