Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1168/TB, 11 maart 2019, beroep
Uitspraakdatum:11-03-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:           R-18/1168/TB

betreft: [klager] datum: 11 maart 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K. Ter Mors, namens […], verder te noemen klager,  gericht tegen een beslissing van 6 juni 2018 van de Minister voor Rechtsbescherming, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 februari 2019, gehouden in Justitieel Complex Zaanstad, is gehoord namens de Minister,  […], werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Klager en zijn raadsman, mr. K. ter Mors, hebben schriftelijk bericht niet ter zitting te zullen verschijnen.

Klager heeft zijn beroep schriftelijk nader toegelicht. Een afschrift hiervan is aan de Minister gezonden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De Minister heeft beslist klager te plaatsen in de longstayvoorziening van FPC De Pompestichting  (hierna: De Pompestichting).

 

2.         De feiten

Klager is bij onherroepelijke uitspraak van 6 november 2003 veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 8 jaar en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager heeft in verschillende tbs-inrichtingen verbleven na afloop van zijn gevangenisstraf. Op 20 maart 2018 is door FPC De Kijvelanden een aanvraag longstaystatus gedaan. Op 30 mei 2018 heeft de Minister beslist tot toekenning van de longstaystatus. Bij beslissing van 6 juni 2018 is klager geplaatst op de longstayvoorziening van De Pompestichting, locatie Zeeland.

 

3.         De standpunten

Door en namens klager is het beroep schriftelijk als volgt – zakelijk weergegeven –toegelicht. Klager is van mening dat de dwangverpleging voorwaardelijk beëindigd dient te worden zodat hij kan resocialiseren in een FPK. Hij heeft dan ook beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 4 mei 2018 waarbij de tbs-maatregel met twee jaar is verlengd. In het delictscenario is vastgesteld dat er veel factoren nodig waren om klager tot de indexdelicten te brengen, zoals middelengebruik, veel wisselende woonplaatsen en een relatiebreuk. Gecontroleerd kan worden of klager middelen gebruikt, voorkomen kan worden dat hij wisselende woonplaatsen heeft en er kan worden ingegrepen als het mis dreigt te gaan.

 Voorts is klager het er niet mee eens dat hij geen behandeling zou hebben gevolgd. Hij heeft in de verschillende inrichtingen waar hij heeft verbleven allerlei behandelingen gevolgd. Klager wordt gezien als opstandig door de vele beklagen die hij heeft ingediend. Klagers rechten worden geschonden.

Namens de Minister is inzake het beroep het volgende standpunt – zakelijk weergegeven –  naar voren gebracht. Uit de longstay-aanvraag blijkt dat klager zelf heeft verzocht om opname in een longstayvoorziening. FPC De Kijvelanden heeft dwangmedicatie overwogen als alternatief, maar is uiteindelijk meegegaan in de wens van klager, omdat van het onder dwang toedienen van medicatie een averechts effect wordt verwacht. Het Pieter Baan Centrum adviseerde om klager eerst tot rust te laten komen en wellicht op termijn medicatie aan hem toe te dienen. Klager wil zelf geen medicatie. Gelet op klagers behandelgeschiedenis en de verschillende adviezen acht de Minister de bestreden beslissing gerechtvaardigd. De enkele, niet nader onderbouwde, stelling dat klagers tbs-maatregel voorwaardelijk beëindigd zou kunnen worden, leidt niet tot andere gezichtspunten. Dit geldt te meer nu ook de verlengingsrechter op 4 mei 2018 het recidivegevaar als onveranderd hoog heeft gekwalificeerd en plaatsing in een gesloten behandelsetting met een hoog beveiligingsniveau noodzakelijk achtte. Het tegen genoemde beslissing ingestelde beroep is bij uitspraak van 20 september 2018 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ongegrond verklaard.

De Minister heeft nog navraag gedaan hoe het nu met klager is. Klager is nu vooral boos dat hij intern is overgeplaatst van de locatie Zeeland naar de locatie Nijmegen. In Zeeland ging het niet goed, omdat klager voor onrust zorgde bij medebewoners. Er was sprake van handel in medicatie en een vermoeden van handel in drugs.

 

4.         De beoordeling

Bij de (over)plaatsing van ter beschikking gestelden dient de Minister, op grond van het ten tijde van de bestreden beslissing geldende artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:

a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de tbs-gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en

b) de eisen die de behandeling van de tbs-gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Volgens het door de Minister gevolgde longstaybeleid komt een ter beschikking gestelde, met inachtneming van de voornoemde eisen van artikel 11, tweede lid, van de Bvt, in aanmerking voor plaatsing in een longstayvoorziening, indien

a) er blijkens recente risicotaxatie risico bestaat dat hij een ernstig delict pleegt en het risico voor fysieke schade van anderen zodanig groot is dat de maatschappij daartegen moet worden beschermd,

b) beveiliging naast eventuele zorg nodig is om te voorkomen dat hij tot onder a) bedoeld ernstig delict komt,

c) het delictrisico niet zodanig is afgenomen dan wel beheersbaar is geworden dat hij buiten de onder b) bedoelde vormen van beveiliging en toezicht kan,

d) hij conform ‘state of the art’ alle behandelmogelijkheden heeft ondergaan, bij voorkeur in twee behandelsettingen, zonder dat dit heeft geleid tot een substantiële vermindering van het delictgevaar, en

e) er geen mogelijkheid is tot plaatsing in de Geestelijke Gezondheidszorg vanwege het vereiste hoge beveiligingsniveau.

Gelet op de uitgebrachte rapportages en adviezen omtrent klagers diagnose, behandelbaarheid en delictgevaarlijkheid waaronder de aanvraag voor de longstayplaatsing van FPC De Kijvelanden van 20 maart 2018, het rapport van het Pieter Baan Centrum van 18 april 2018 en het advies van de Landelijke Adviescommissie Plaatsing Longstay Forensische Zorg van 23 april 2018, welke naar het oordeel van de beroepscommissie alle voldoende zorgvuldig tot stand zijn gekomen en betrokken kunnen worden bij de vraag naar de noodzaak om klager over te plaatsen naar een longstayvoorziening, heeft de Minister er in redelijkheid van uit mogen gaan dat voortzetting van klagers verblijf op een behandelafdeling niet langer aan het doel daarvan beantwoordde, dat klager aan alle criteria voor plaatsing op een longstayafdeling voldoet en dat derhalve een longstayvoorziening vooralsnog als de meest aangewezen plaats voor tenuitvoerlegging van de tbs moet worden aangemerkt.

Hierbij is met name in aanmerking genomen dat klager vanwege zijn persoonlijkheidsstoornis niet behandelbaar is gebleken aangezien sprake is van een structureel patroon van achterdocht waardoor in geen enkele inrichting ook maar een aanzet tot een vertrouwensband heeft kunnen ontstaan, het recidivegevaar niet veranderd is en een op verandering gerichte behandeling derhalve niet langer zinvol is.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing klager in een longstayvoorziening van De Pompestichting te plaatsen, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

 

5.                     De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, prof. dr. H.J.C. van Marle en mr. J.M.L. Niederer, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 11 maart 2019.

                                     

 

            secretaris                           voorzitter               

 

 

Naar boven