Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-19/1104/SGA, 12 februari 2019, schorsing
Uitspraakdatum:12-02-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

                           

Nummer          : S-19/1104/SGA

Betreft : [verzoeker]    datum: 12 februari 2019

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. J.C. Duin, namens […], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel. Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde p.i. van 7 februari 2019, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel gedurende zeven dagen, ingaand op 7 februari 2019 om 16.00 uur en eindigend op 14 februari 2019 om 16.00 uur, wegens het uitschelden en tonen van fysieke agressie jegens medegedetineerden. De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 8 februari 2019 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 12 februari 2019.

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval. In het schriftelijke verslag staat uitdrukkelijk vermeld dat het verslag niet aan verzoeker is aangezegd. Op grond van het bepaalde in de artikelen 50 en 51 van de Pbw kan geen disciplinaire straf worden opgelegd indien het daaraan ten grondslag liggende verslag de gedetineerde niet is aangezegd. Gelet daarop acht de voorzitter de bestreden beslissing van de directeur, voorlopig oordelend, genomen in strijd met een wettelijk voorschrift. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J. Warntjes, secretaris, op 12 februari 2019.

 

                       secretaris          voorzitter

 

Naar boven