nummer: 18/2467/GV
betreft: [klaagster] datum: 11 februari 2019
De alleensprekende beroepsrechter als bedoeld in artikel 73, eerste lid in verbinding met artikel 69, derde lid van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N.F.M. van Osta, namens […], verder te noemen klaagster, gericht tegen een beslissing tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof van de Minister voor Rechtsbescherming, dan wel van de directeur van de penitentiaire inrichting Utrecht, locatie Nieuwersluis, alsmede van de onderliggende stukken. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepsrechter als volgt.
1. De beoordeling
Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris volgt dat klaagster geen verlofaanvraag heeft ingediend. Ook de directeur van de penitentiaire inrichting Utrecht, locatie Nieuwersluis, geeft te kennen dat van klaagster geen verzoek om algemeen verlof is ontvangen. Nu ook overigens niet is gebleken van een verzoek om algemeen verlof en evenmin van een (afwijzende) beslissing van de Minister dan wel van de directeur, dient klaagster niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar beroep.
2. De uitspraak
De beroepsrechter verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.
Aldus gegeven door de beroepsrechter voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, in tegenwoordigheid van M.G. Bikker, secretaris, op 11 februari 2019.
secretaris voorzitter
Versie informatie document
Publicatie op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming:
Huidige versie: 1
Datum beschikbaarheid huidige versie: 26-02-2019 (vanaf dit moment beschikbaar op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming)
Datum document:
Uitspraakdatum: 11-02-2019