Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/945/GA, 9 januari 2019, beroep
Uitspraakdatum:09-01-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          R-18/945/GA

betreft: [klager]            datum: 9 januari 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.T. Schrama, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 26 april 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij het Centrum voor Transculturele Psychiatrie (CTP) Veldzicht te Balkbrug, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. Ter zitting van de beroepscommissie van 26 november 2018, gehouden in de penitentiaire inrichting Lelystad, zijn gehoord klagers raadsman mr. R.T. Schrama en de heer […] namens de directie van het CTP Balkbrug. Klager heeft schriftelijk afstand gedaan van het recht ter zitting te worden gehoord. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:          

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft de uitslag en de procedure van een urinecontrole (VP-2018-000003). De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Een positieve score hoeft niet het gevolg te zijn van het gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen. Klager neemt dagelijks een grote hoeveelheid medicatie. Het is dan ook goed mogelijk dat de positieve uitslag is ontstaan door medicatiegebruik. Daarbij zijn de stukken die zien op de uitgevoerde urinecontrole niet verstrekt. Derhalve is niet na te gaan of de urinecontrole conform de geldende procedures is afgenomen. Of de uitslag daadwerkelijk gekwalificeerd kan worden als positief op cannabis staat daarom niet vast. Het voorgaande is reeds aangevoerd tijdens de mondelinge behandeling bij de beklagrechter, maar is niet opgenomen in het proces-verbaal van de uitspraak van de beklagrechter. Namens de directeur is in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft geen gebruik gemaakt van een herhalings- of bevestigingsonderzoek. Er bestaat geen aanleiding om aan te nemen dat de procedures niet juist zijn verlopen.

3.         De beoordeling

Bij de inhoudelijke beoordeling van het beklag staat voorop dat ingeval van urineafname de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen (hierna: de Regeling) van toepassing is. De in die Regeling gegeven voorschriften strekken ertoe een zorgvuldig onderzoek te waarborgen. Een stelsel van strikte waarborgen dient de betrouwbaarheid van het onderzoek. Andere overwegingen mogen niet afdoen aan de gegeven voorschriften. Artikel 3, eerste lid, van de Regeling bepaalt dat de ambtenaar of medewerker controleert of het aanvraagformulier en de benodigde materialen aanwezig zijn. Op grond van artikel 3, zesde lid, van de Regeling controleert de ambtenaar of medewerker in het bijzijn van de gedetineerde of het aanvraagformulier goed en volledig is ingevuld, alsmede of het nummer/de code op de buizen overeenstemt met het nummer op het aanvraagformulier. Het aanvraagnummer dient in ieder geval een opgave van de volledige naam en voorletters van de gedetineerde, het registratienummer van de gedetineerde, de afnamedatum, het tijdstip van afname, de stoffen waarop gecontroleerd dient te worden alsmede gegevens over medicatiegebruik en relevante pathologie te bevatten. Op grond van artikel 3, zevende lid, van de Regeling plaatsen zowel de gedetineerde als het personeelslid een handtekening op het aanvraagformulier ter bevestiging dat de procedure correct is verlopen. Op grond van artikel 3, achtste lid, van de Regeling wordt de buis met het aanvraagformulier naar een laboratorium verstuurd en wordt een kopie van het formulier in de inrichting bewaard. Nu bij de urinecontrole van klager geen gebruik is gemaakt van voornoemd aanvraagformulier heeft het onderzoek niet in overeenstemming met de in de Regeling gegeven voorschriften plaatsgevonden. Hierdoor kan niet worden nagegaan of de procedure van de afname van het urinemonster correct is verlopen. Dat klager geen gebruik heeft gemaakt van een herhalings- of bevestigingsonderzoek doet aan het voorgaande niet af. De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 20,=.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.

Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 20,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr.dr. J. de Lange, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 9 januari 2019.

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven