Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1810/GB, 15 januari 2019, beroep
Uitspraakdatum:15-01-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         R-18/1810/GB

Betreft:            [klager[                                                                      datum: 15 januari 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.H.E.M. Kersemaekers, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 20 september 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, en van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht afgewezen.

2.         De feiten

Klager is sinds 12 februari 2014 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.

Gesteld wordt dat conform artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling) wordt gehandeld. In de bestreden beslissing wordt niet uitgelegd waarom wordt afgeweken van het positieve advies van de vrijhedencommissie van 30 augustus 2018. Klager stelt zich op het standpunt dat de bestreden beslissing ondeugdelijk is gemotiveerd. Het enkele argument dat het nu eenmaal de regel is om iemand in het aangrenzend arrondissement te plaatsen, is geen argument om klagers persoonlijke belangen opzij te zetten. Het klopt, zoals de selectiefunctionaris vermeldt, dat klager op eigen verzoek naar de PI de Schie is overgeplaatst, maar klager heeft evenwel belang bij een overplaatsing naar de p.i. Dordrecht omdat hij in de locatie De Schie nauwelijks bezoek ontvangt. Voor klagers moeder en minderjarige broertje, die in Tilburg wonen, is de reisafstand naar Rotterdam te groot. Zij hebben geen eigen auto en zijn afhankelijk van het openbaar vervoer, wat hoge kosten met zich mee brengt. Dordrecht ligt dichterbij Tilburg zodat de reisafstand verkleind wordt, en daarmee ook de reiskosten beperkt worden. Klager heeft in een eerder stadium van zijn strafzaak gedetineerd gezeten in de p.i. Dordrecht, toen was het voor zijn familie makkelijker hem te bezoeken. Klager kan op dit moment niet op verlof, in verband met bezwaar tegen zijn verlofadres. Als gevolg van zijn plaatsing in de locatie De Schie heeft klager nog minder contact met zijn familie. Klager wordt onevenredig getroffen door zijn detentie en door de bestreden beslissing. Klager stelt dat zijn detentiefasering makkelijker voor hem zal verlopen als hij dichterbij zijn woonplaats geplaatst zal worden. De bestreden beslissing is in strijd genomen met het zorgvuldigheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. Klager acht de bestreden beslissing onredelijk en onbillijk en verzoekt om gegrondverklaring van zijn beroep. Klager verzoekt een financiële tegemoetkoming.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.

In een eerder stadium van klagers detentie is hij in april 2017 op eigen verzoek geplaatst in de p.i. Dordrecht. In het kader van zijn resocialisatie is hij in oktober 2017 in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de p.i. Lelystad. Klager is – anders dan zijn raadsman aangeeft – op grond van middelengebruik teruggeplaatst in de gevangenis. Op 10 april 2018 is klager op eigen verzoek overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie De Schie. Ook dit verzoek was ingediend wegens bezoekredenen. Klager verblijft nog niet lang in de locatie De Schie en uit de bezoekerslijsten blijkt dat hij niet verstoken blijft van bezoek. Hoewel er begrip is voor de wens vaker bezoek te kunnen ontvangen, zijn bezoekproblemen inherent aan het ondergaan van detentie. Een plaatsing in de locatie De Schie of de p.i. Dordrecht maakt voor het resocialisatietraject geen verschil. De bestreden beslissing is op juiste gronden genomen. De selectiefunctionaris verzoekt het beroep ongegrond te verklaren en ziet geen aanleiding voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4.         De beoordeling

Vaststaat dat de overplaatsing naar de gevangenis van de locatie De Schie heeft plaatsgevonden op klagers eigen verzoek. De beroepscommissie begrijpt de wens van klager dichterbij zijn familie gedetineerd te zijn. Uit de bezoekerslijsten die de selectiefunctionaris heeft overgelegd blijkt dat klager wel bezoek ontvangt van zijn familie. Voorts is de reisafstand van Tilburg naar Rotterdam redelijk te noemen.

De beroepscommissie weegt ook mee dat van een relatief beperkt strafrestant sprake is, nu klagers einddatum is bepaald op 5 maart 2019. De selectiefunctionaris heeft zich dan ook in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat niet gebleken is van bijzondere omstandigheden die een uitzondering op het plaatsingsbeleid kunnen rechtvaardigen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van

J.A. van der Veen, secretaris, op 15 januari 2019.

 

 

 

 

                             secretaris                                                               voorzitter

 

 

 

Naar boven