Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1232/GB, 7 februari 2019, beroep
Uitspraakdatum:07-02-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-18/1232/GB

Betreft:            [Klager]           datum: 7 februari 2019

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.M.J.P. Penners, namens [Klager], verder te noemen klager, gericht tegen een op 16 februari 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op 14 december 2018 is de raadsman van klager, mr. M.M.J.P. Penners, door een lid van de Raad ter zitting gehoord. Als toehoorster was aanwezig mevrouw […], stagiaire bij het advocatenkantoor waar mr. M.M.J.P. Penners werkzaam is.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen naar de locatie Roermond ongegrond verklaard.

 

2.         De feiten

2.1.      Klager is sinds 17 december 2013 gedetineerd. Hij verbleef sinds 11 december 2017 in de zeer beperkt beveiligde inrichting (zbbi) de locatie Ter Peel. De selectiefunctionaris heeft op 16 februari 2018 beslist dat klager moet worden geplaatst naar de locatie Roermond, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt – kort en zakelijk weergegeven – toegelicht. De raadsman sluit zich aan bij zijn beroepschrift. Ter aanvulling hierop voert hij het navolgende aan. Bij de selectiebeslissing lopen verschillende zaken door elkaar heen en worden verkeerd geduid. Klager wordt verweten dat hij contrabande, te weten alcoholhoudende drank, heeft ingevoerd binnen de p.i. Klager heeft kenbaar gemaakt dat het niet voor eigen consumptie is, maar dat de drank is bestemd voor zijn werkgever. Hij wilde zijn werkgever persoonlijk bedanken dat hij werkzaamheden bij hem mocht verrichten. Daarnaast wordt het klager verweten dat een wikkel is aangetroffen van vier blikjes Bacardi. Dat is onjuist. Het gaat niet om een wikkel, maar om een stuk karton, dat leeg in de koelkast is gevonden. Klager drinkt geen alcohol, het is dan ook niet aannemelijk dat het stuk karton waarin kennelijk alcoholhoudende drank in zat, van hem is. Ten slotte wordt klager verweten dat hij zich schuldig zou maken aan oplichting met behulp van een bedrijf dat hij eind december 2017 heeft opgericht. Ook dat is onjuist. Het klopt dat hij een bedrijf heeft opgericht, maar hij heeft daarmee nooit de intentie gehad om mensen op te lichten. Het hele verhaal wordt enorm opgeblazen door verschillende mediaberichten, terwijl klager niet wordt vervolgd voor de vermeende oplichting. Klager is zelfs niet gehoord door de politie en er is ook geen aangifte tegen hem gedaan.

Al deze feiten en omstandigheden hebben evenwel geleid tot de beslissing van de selectiefunctionaris, terwijl deze beslissing op ondeugdelijke informatie is gebaseerd. Verzocht wordt dan ook het beroep gegrond te verklaren en aan klager een financiële tegemoetkoming toe te kennen.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – kort en zakelijk weergegeven – schriftelijk toegelicht. Uit het dossier blijkt dat klager op 11 februari 2018 een rapport heeft gekregen wegens de invoer van contrabande, te weten alcoholhoudende drank. Op 9 februari 2018 was in de koelkast van klager een wikkel aangetroffen van vier blikjes Bacardi. Naar aanleiding hiervan is besloten om na het eerstvolgende regimair verlof een tassencontrole te houden. Bij die controle is in de bagage van klager alcoholhoudende drank aangetroffen. De mededeling van klager dat de bewuste drank een geschenk voor zijn werkgever zou zijn, doet aan de invoer van deze contrabande niet af.

Voorts zijn signalen opgevangen dat klager zich vanuit de zbbi bezig zou houden met oplichtingspraktijken door middel van een bedrijf dat hij eind december 2017 heeft opgericht. Het bedrijf heet “Callcenter advies bureau in duurzame energie oplossingen gericht aan de huishoudelijke markt.” In diversie media wordt gewaarschuwd dat dit bedrijf zich bezighoudt met oplichtingspraktijken. Hoewel de raadsman gelijk heeft dat dit niet heeft geresulteerd in een nieuwe strafrechtelijke vervolging blijkt uit het handelen van klager wel dat hij blijkbaar niet in staat is geweest om goed om te gaan met de vrijheid die het regime van een zbbi biedt. De selectiefunctionaris heeft gelet op het voorgaande in redelijkheid kunnen concluderen dat klager niet langer een geschikte kandidaat is voor een verblijf in het zbbi regime.

 

4.         De beoordeling

4.1.      De beroepscommissie overweegt dat op basis van het dossier voldoende aannemelijk is geworden dat klager contrabande onder zich had, te weten verschillende alcoholhoudende dranken. Op 9 februari 2018 was in de koelkast van klager een wikkel aangetroffen van vier blikjes Bacardi. Naar aanleiding hiervan is besloten om na het eerstvolgende regimair verlof een tassencontrole te houden. Bij die controle is in de bagage van klager alcoholhoudende drank aangetroffen. De stelling van de raadsman dat klager dit niet voor eigen gebruik onder zich had, maar dat hij hiermee zijn werkgever wilde bedanken voor de werkzaamheden, vindt geen steun in het dossier. Klager heeft dit evenmin anderszins aannemelijk gemaakt.

Bovendien heeft klager zich beziggehouden met oplichtingspraktijken. Klager heeft eind december 2017 een bedrijf opgericht en op 1 januari 2018 heeft hij zich bij de Kamer van Koophandel laten registreren als eigenaar van dit bedrijf.

Op basis van het dossier is voldoende aannemelijk geworden dat klager probeert door middel van het stoppen van valse brieven in brievenbussen van (senioren)flats – afkomstig van zijn bedrijf en waarin staat dat een pakketje klaarligt voor de geadresseerde – de bewoners te laten bellen naar een telefoonnummer waar zij € 0,90 per minuut voor moeten betalen, met een starttarief van € 1,30. Door verschillende media wordt gewaarschuwd voor zijn handelswijze.

4.2.      Door deze feiten en omstandigheden, in onderling en samenhang bezien, laat klager zien dat hij nog steeds bezig is zijn criminele verleden voort te zetten. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan dan ook, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep ongegrond worden verklaard.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 7 februari 2019.

 

         

            secretaris         voorzitter

 

 

 

Naar boven