Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2113/GB, 10 november 2003, beroep
Uitspraakdatum:10-11-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/2113/GB

Betreft: [klager] datum: 10 november 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 5 september 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, gedateerd 4 september2003, van

[...], geboren op [1946], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 augustus 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, welke volgens mededeling van het BSD van het huis van bewaring (h.v.b.) Zoetermeer op 2 september 2003 aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers bezwaarschrift gericht tegen de beslissing tot overplaatsing naar het h.v.b. Zoetermeer ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 18 januari 2001 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Almere Binnen. Op 18 augustus 2003 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Zoetermeer.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris
als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft zich alleen laten leiden door het overplaatsingsverzoek van het h.v.b. Almere-Binnen. Hij noemt geen concrete argumenten met betrekking tot de wijze waarop klager zich binnen het h.v.b. manifesteert. Deinrichtingsrapportage is dusdanig opgesteld dat klager zich niet met de inhoud kan verenigen. Op een enkele uitzondering na wordt klager adequaat bejegend binnen het h.v.b. en ook klager gedraagt zich steeds uiterst correct. Derapportage is bezijden de waarheid. Het is klager niet duidelijk waarom deze inrichting gedetineerden altijd probeert weg te plaatsen als ze met gefundeerde klachten komen. Justitie zou blij moeten zijn met deze gedetineerden, omdathet de kwaliteit van de inrichting kan verhogen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 27 juni 2002 vanuit de locatie Haarlem overgeplaatst naar het h.v.b. Almere-Binnen. Aanleiding voor deze overplaatsing was dat klager onheuse aantijgingen uitte en probeerde de inrichting in een kwaad daglicht testellen door berichten in de media te verspreiden. Een en ander veroorzaakte binnen de inrichting dermate veel onrust dat het overplaatsingsverzoek werd gehonoreerd. Klager vertoonde manipulatief gedrag, waarmee hij het personeeltrachtte uit te spelen. Dit gedrag zette zich in de locatie Almere-Binnen voort. Naast manipulerend gedroeg klager zich ook opruiend. Dit heeft ertoe geleid dat klager twee keer intern is overgeplaatst, omdat de situatie niet meergoed werkbaar werd geacht, temeer daar klager tevens een ongezonde belangstelling toonde voor het functioneren van het personeel. Hij hield daarvan zelfs aantekeningen bij. Een adequate bejegening van klager in locatie Almere-Binnenbehoorde op een gegeven moment niet meer tot de mogelijkheden, waarna overplaatsing een feit is geworden.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op de verstoorde verhouding tussen personeel en klager en het feit dat slechts overplaatsing resteerde, nu klager door een tweetal interne overplaatsing al op drie reguliereafdeling van het h.v.b. had verbleven, de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin alsonredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 november 2003

secretaris voorzitter

Naar boven