nummer: R-18/981/GA
betreft: [Klager] datum: 18 januari 2019
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.N.A. Brouns, namens [Klager], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 26 april 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij het Centrum voor Transculturele Psychiatrie (CTP) Veldzicht te Balkbrug, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur van het CTP in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het gegeven dat klager diverse goederen mist (VP 2017-000132). De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De beoordeling
In beroep heeft de raadsvrouw van klager gesteld dat klager niet tweemaal over hetzelfde onderwerp klaagt, nu sprake is van andere spullen. De raadsvrouw stelt zich op het standpunt dat de beklagrechter op onjuiste gronden een beslissing heeft genomen.
Nu de gronden van het beroep zich beperken tot de ontkenning van het oordeel van de beklagrechter zonder dat nader te motiveren en dat sprake is van vermissing van andere spullen, zonder aan te geven welke spullen dat dan zouden zijn, voldoet naar het oordeel van de beroepscommissie het beroepschrift ingediend door de raadsvrouw niet aan de eisen die daaraan gesteld behoren te worden. Klager zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beroep.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 18 januari 2019.
secretaris voorzitter