Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/2455/GV, 30 januari 2019, beroep
Uitspraakdatum:30-01-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          18/2455/GV

betreft: [klager]            datum: 30 januari 2019

De alleensprekende beroepsrechter als bedoeld in artikel 73, eerste lid in verbinding met artikel 69, derde lid van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H.M. van Dunsbergen, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 17 december 2018 genomen beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming (de Minister), alsmede van de onderliggende stukken. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepsrechter als volgt.

1.         De beoordeling

Artikel 17, derde lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (de Regeling) bepaalt dat de directeur namens de Minister beslist over verzoeken om vervolgverlof. De directeur neemt een verzoek om vervolgverlof in behandeling nadat de gedetineerde een eerste algemeen verlof heeft verkregen en dit verlof goed is verlopen. Hoewel onderhavig verzoek een vervolgverlof betreft, en het eerste algemeen verlof goed is verlopen, heeft de Minister op 17 december 2018 (negatief) beslist op klagers verzoek om algemeen verlof. Tegen deze beslissing heeft klager beroep ingesteld. Bij beslissing van 3 januari 2019 heeft de Minister voornoemde beslissing van 17 december 2018 ingetrokken, omdat hij ingevolge artikel 17, derde lid, van de Regeling niet bevoegd was te beslissen op het verlof.  De directeur – die in dit geval uitsluitend de beslissingsbevoegdheid heeft – heeft op 3 januari 2019 alsnog op klagers verlofaanvraag beslist. Nu klager beroep heeft ingesteld tegen een inmiddels door de Minister ingetrokken beslissing, heeft klager geen belang meer bij het beroep en dient hij niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.

2.         De uitspraak

De beroepsrechter verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepsrechter voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, in tegenwoordigheid van M.G. Bikker, secretaris, op 30 januari 2019.

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven