Nummer: R-18/1732/GB en R-18/1993/GB
Betreft: [klager] datum: 5 februari 2019
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. F.W.M. Hopmans, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een (fictieve) weigering van de selectiefunctionaris om een beslissing te nemen, en tegen een op 22 oktober 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft aanvankelijk geen beslissing genomen op klagers bezwaarschrift gericht tegen de overplaatsing naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwaag (R-18/1732/GB). Voorts heeft de selectiefunctionaris het bezwaarschrift ongegrond verklaard (R-18/1993/GB).
2. De feiten
Klager is sinds 14 december 2013 gedetineerd. Hij verbleef in de p.i. Zwaag. Op 11 september 2018 is hij overgeplaatst naar de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
R-18/1732/GB: Op 17 juli 2018 heeft klagers raadsvrouw een bezwaarschrift ingediend tegen de beslissing van de selectiefunctionaris van 16 juli 2018 tot overplaatsing van klager naar de p.i. Zwaag. Klager heeft tot op heden – ruim acht weken na indiening van het bezwaarschrift – geen beslissing of een reactie op dit bezwaarschrift ontvangen. Er is dus sprake van het weigeren van het tijdig nemen van een beslissing door de selectiefunctionaris. Door het uitblijven van een beslissing is klager geschonden in zijn belangen en het recht op artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Klager wenste namelijk uitdrukkelijk niet overgeplaatst te worden naar de p.i. Zwaag. Klager verzoekt om een financiële tegemoetkoming. R-18/1993/GB: Klagers overplaatsing betrof een strafoverplaatsing. Aan klager is een disciplinaire straf opgelegd nadat hij enkel een worsteling tussen medegedetineerden wilden sussen. Hij is door de directeur echter aangemerkt als ‘dader’ en is daarvoor gestraft. Klager betwist de beslissing van de directeur en acht de beslissing tot overplaatsing op onjuiste gronden genomen. Klager heeft veel nadeel ondervonden van de overplaatsing, in die zin dat een aantal van zijn gouden sieraden nog steeds spoorloos is. Klager verzoekt om gegrondverklaring van het beroep en verzoekt om een financiële tegemoetkoming.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
R-18/1732/GB: Op 27 augustus 2018 is beslist tot overplaatsing van klager naar de locatie Zuyder Bos. Voor een inhoudelijk standpunt verwijst de selectiefunctionaris naar de beslissing op bezwaar. De selectiefunctionaris is van oordeel dat de grond van het beroep is komen te vervallen gelet op klagers plaatsing in de locatie Zuyder Bos. R-18/1993/GB: De selectiefunctionaris verwijst naar de beslissing op bezwaar. Voorzover klager zich beklaagt over de aan hem opgelegde disciplinaire straf en het zoekraken van zijn sieraden, kan hij zich wenden tot de inrichting.
4. De beoordeling
4.1. R-18/1732/GB: Nu de selectiefunctionaris inmiddels heeft beslist op het bezwaar en klager inmiddels niet meer verblijft in de p.i. Zwaag, is het belang bij het beroep komen te ontvallen. De beroepscommissie zal het beroep toch inhoudelijk behandelen, nu namens klager is verzocht om een financiële tegemoetkoming.
4.2. De selectiefunctionaris heeft bij beslissing van 16 juli 2017 beslist tot overplaatsing van klager naar de gevangenis van de p.i. Zwaag, waartegen klager een bezwaarschrift heeft ingediend. Op 22 oktober 2018 heeft de selectiefunctionaris alsnog een beslissing genomen op het ingediende bezwaarschrift.
4.3. Op grond van het bepaalde in artikel 17, vierde lid, van de Pbw dient de selectiefunctionaris binnen zes weken een beslissing te nemen op het ingediende bezwaarschrift. Dit is niet gebeurd. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. Voor het toekennen van een tegemoetkoming bestaat geen aanleiding.
4.4. R-18/1993/GB: Op 22 oktober 2018 heeft de selectiefunctionaris alsnog beslist tot ongegrondverklaring van het bezwaar en nu klager niet meer verblijft in de p.i. Zwaag, is het belang bij het beroep komen te ontvallen. De beroepscommissie zal het beroep toch inhoudelijk behandelen, nu namens klager is verzocht om een financiële tegemoetkoming.
4.5. Uit de stukken van de selectiefunctionaris volgt dat klager op 1 maart 2018 is overgeplaatst vanuit de p.i. Ter Apel naar de locatie Zwolle Zuid 1, in verband met het in gevaar brengen van de orde, rust en veiligheid in de inrichting. Onweersproken is bovendien het gegeven dat klager op 11 juli 2018 betrokken is geweest bij een aanval door vier medegedetineerden, gericht tegen een andere medegedetineerde. Dat die betrokkenheid alleen met de goede bedoelingen was, zoals klager stelt, wordt op grond van de informatie in het dossier, niet aannemelijk. Het slachtoffer heeft aangifte gedaan. Tevens is er contrabande aangetroffen bij klager. Ook op grond hiervan was een overplaatsing van klager van groot belang in het kader van het bewaren van de orde, rust en veiligheid in de inrichtingen. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep is dus ongegrond.
5. De uitspraak
R-18/1732/GB: De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
R-18/1993/GB: De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 5 februari 2019.
secretaris voorzitter