Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1050/GA, 23 januari 2019, beroep
Uitspraakdatum:23-01-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Post  v

 

nummer:          R-18/1050/GA

betreft: [klager]            datum: 23 januari 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Serrarens, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 30 april 2018 van de beklagcommissie bij locatie De Schie te Rotterdam, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. Ter zitting van de beroepscommissie van 30 november 2018, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. J.J. Serrarens, en […], directeur bij locatie De Schie. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie. Het beklag betreft – voor zover in beroep aan de orde –

a. het openen van geprivilegieerde post van zijn advocaat buiten klagers aanwezigheid; en
b. het eerst op 18 oktober 2017 door zijn advocaat ontvangen van een door klager op 9 oktober 2017 ter verzending aangeboden brief (S-2017-00103). De beklagcommissie heeft het beklag in zoverre ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur. Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Klacht a: Openen post

Desgevraagd gaf het advocatenkantoor aan dat het gebruikelijk is dat de raadsvrouw de brief in een dubbele envelop verstuurt. Het is ongebruikelijk dat brieven met plakband worden dichtgeplakt. Het secretariaat van het betreffende kantoor verstuurt de brieven enkel dicht en zet dan een stempel op de envelop. Het klopt dan ook niet dat de binnenste envelop slechts gedeeltelijk en slordig gesloten was met een plakbandje. Bij de uitreiking was de envelop geopend aan de bovenkant en slechts met een plakbandje voor een deel gesloten. De brief werd laat uitgereikt. Klager gooide de betreffende envelop weg. Later ontkende de inrichting dat de envelop al open was.

Klacht b: Te laat versturen post

Klager bood op 9 oktober 2017 een brief aan ter verzending aan zijn advocaat. Dit was een maandag. De advocaat ontving de brief pas op 18 oktober 2017. De poststempel vermeldt als datum 16 oktober 2017. De poststempel wordt geplaatst in het sorteercentrum op het moment dat de brief daar arriveert. Dat is de dag dat de brief gepost is of de dag daarna. De brief is dus eerst 15 of 16 oktober 2017 gepost. De brief is zes of zeven dagen blijven liggen in de inrichting. De onderfrankering kan niet een verklaring zijn voor de vertraging. De brief had diezelfde dag gepost moeten worden. De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Klacht a: Openen post

Een medewerker constateerde dat een deel van de envelop slordig was dichtgeplakt met plakband. Het is gebruikelijk dat contact wordt opgenomen met de advocaat als een brief (deels) open wordt aangetroffen. Er wordt dan overlegd wat er gebeuren moet. De medewerker besloot om de envelop door te sturen naar klager, omdat de envelop grotendeels dicht was. Dat is een verkeerde keus geweest. Dat de brief later uitgereikt is wil niet zeggen dat deze al die tijd al bij Bureau Veiligheid en Integriteit (BVI) lag.

Klacht b: Te laat versturen post

Het is niet te achterhalen waar de vertraging door komt. De onderfrankering zou mogelijk een rol kunnen spelen. Niet is duidelijk wanneer iemand een brief op de post doet en er is bij het sorteercentrum ook geen zicht op wanneer brieven binnenkomen. De post wordt door de integriteit dagelijks verstuurd. De procedure is als volgt. Klager doet de brief in de postbus op de afdeling. Die wordt op werkdagen een keer per dag geleegd door BVI. Die post wordt gecentraliseerd bij BVI en wordt dezelfde dag opgehaald door Post NL. Als er vertraging in zit, is dat hooguit een dag. Post NL bestelt niet iedere dag de post. Het is vervelend dat het versturen van de post zolang duurde, maar dat ligt dan aan Post NL.

3.         De beoordeling

De beroepscommissie is het volgende van oordeel.

Klacht a: Openen post

De directeur geeft aan dat de binnenste, van klagers advocaat afkomstige, envelop deels slordig was vastgeplakt met plakband en deels dicht was. De procedure in dat geval is dat hierover contact wordt opgenomen met de advocaat. De directeur geeft aan dat die procedure niet werd gevolgd. Door het niet volgen van de procedure is de beroepscommissie van oordeel dat het voor rekening en risico van de directeur komt dat de (deels) geopende brief aan klager is uitgereikt. Het beroep zal in zoverre dan ook gegrond worden verklaard.

Klacht b: Te laat versturen post

De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ter zake van klacht a gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.

De beroepscommissie verklaart het beroep ter zake van klacht b ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, U.P. Burke en mr. M.J. Stolwerk, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.G. Dekker, secretaris, op 23 januari 2019.

 

 

                        secretaris                                                        voorzitter

Naar boven