Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 01/1435/GBC, 21 november 2001, beroep
Uitspraakdatum:21-11-2001

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 01/1435/GBC (tegemoetkoming)

Betreft: [klager] datum: 21 november 2001

UITSPRAAK

van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW).

Door [...], verder klager te noemen, is beroep ingesteld tegen een op 17 juli 2001 genomen beslissing van de selectiefunctionaris tot verlenging van klagers verblijf in het huis van bewaring (h.v.b.) van de extra beveiligdeinrichtingen (EBI) Nieuw Vosseveld te Vught.
Bij uitspraak van 17 oktober 2001 heeft de beroepscommissie het beroep formeel gegrond verklaard. Zij heeft daarbij tevens bepaald dat zij in een afzonderlijke beslissing, na de selectiefunctionaris te hebben gehoord, zal bepalen ofenige tegemoetkoming als bedoeld in artikel 73, vierde lid, juncto artikel 68, zevende lid, PBW aan klager geboden is.

Bij brief van 6 november 2001 heeft de selectiefunctionaris zijn standpunt kenbaar gemaakt omtrent de aan klager toe te kennen tegemoetkoming.

Beoordeling
De selectiefunctionaris geeft aan dat de noodzaak tot verlenging van klagers verblijf in de EBI aan de orde zal komen in de vergadering van de EBI-adviescommissie op 13 december 2001 en niet in de vergadering in januari 2002.Daarmee zijn de consequenties van de door de beroepscommissie gesignaleerde onjuistheid, namelijk een te laat genomen beslissing, rechtgetrokken. Gelet hierop, het gegeven dat klagers verblijf in de EBI wel is voortgezet en hijderhalve verder geen nadeel heeft ondervonden, lijkt het redelijk om klager een tegemoetkoming van fl. 25,- toe te kennen.

De beroepscommissie stelt vast dat klager op 21 december 2000 in het h.v.b. van de EBI is geplaatst. Volgens artikel 26, derde lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (15 augustus 2000, nummer5042803/00/DJI) vindt de eerste besluitvorming over verlenging of beëindiging van het verblijf in een EBI plaats binnen zes maanden na de plaatsing van betrokkene in een EBI. De beslissing waarvan beroep dateert van 17 juli 2001 enis derhalve te laat genomen. De beroepscommissie is van oordeel dat aan klager enige tegemoetkoming dient te worden geboden voor de onzekerheid waarin hij heeft verkeerd als gevolg van de besluitvorming van de selectiefunctionaris,welke niet meer ongedaan is te maken.
De beroepscommissie zal klager na te noemen tegemoetkoming toekennen.

Beslissing
De beroepscommissie bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van fl. 100,-.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 21 november 2001.

secretaris voorzitter

Naar boven