Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/971/GA, 18 januari 2019, beroep
Uitspraakdatum:18-01-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Activiteiten  v

 

nummer:          R-18/971/GA

betreft: [Klager]           datum: 18 januari 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.N.A. Brouns, namens [Klager], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 23 april 2018 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwaag, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur van eerdergenoemde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft het vervallen van alle activiteiten gedurende de barbecueweek (ZW-2016-315). De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De beoordeling

Namens klager heeft zijn raadsvrouw verzocht klager in de gelegenheid te stellen zijn beroepschrift en de gronden van zijn beroep toe te lichten. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, aangezien zij zich voldoende ingelicht acht. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard. De beroepscommissie merkt hierbij nog op dat de inrichting met het organiseren van de barbecueweek de gedetineerden een leuke dag in de buitenlucht heeft willen bezorgen. De beroepscommissie begrijpt dat het wegvallen van de activiteiten die hem rechtens toekomen voldoende gecompenseerd is met de georganiseerde activiteiten. Dat klager niet aan alle activiteiten heeft kunnen deelnemen en dat het personeel bij gebrek aan voldoende kennis omtrent klagers lichamelijke problematiek bepaalde activiteiten niet heeft kunnen aanpassen, doet aan voorgaande niet af. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

3.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met aanvulling van gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, J. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 18 januari 2019.

                          

            secretaris         voorzitter

 

 

 

Naar boven