Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/2079/GB, 23 januari 2019, beroep
Uitspraakdatum:23-01-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-18/2079/GB

 

Betreft:            […]                                                                             datum: 23 januari 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.A. Bouw, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 25 oktober 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad ongegrond verklaard.

2.         De feiten

Klager is sinds 31 juli 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie Esserheem te Veenhuizen. Op 17 juli 2018 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Lelystad, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De overplaatsing is volgens klager primair gebaseerd op vermeende gebeurtenissen in het weekend van 15 juli 2018. Klager ontkent bedreigingen te hebben geuit. Hem is ook geen disciplinaire straf opgelegd. In het dossier bevindt zich geen verslag van de betrokken medewerkers. In de beklagprocedure zal een bewaarder worden gehoord. Dit staat gepland op 12 april 2019.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Het incident van 15 juli 2018 – feitelijk een week daarvoor – heeft wel meegewogen bij de beslissing, maar het is slechts één van een lange lijst incidenten. Op 15 juli 2018 is aan klager ook een disciplinaire straf opgelegd, omdat hij wederom een mobiele telefoon bezat. Ten aanzien van de bedreigingen wordt meer waarde gehecht aan het selectieadvies dan aan klagers betwisting daarvan.

4.         De beoordeling

Uit de beslissing van 16 juli 2018 blijkt dat klager is overgeplaatst, omdat de werkrelatie was verstoord en klager de orde, rust en veiligheid in de inrichting in gevaar bracht. Hieraan ligt een groot aantal disciplinaire straffen ten grondslag, onder andere vanwege (meermaals) bezit van een mobiele telefoon, drugsbezit en drugsgebruik. Die gegevens worden door klager niet of niet onderbouwd betwist. Deze stand van zaken rechtvaardigt reeds de beslissing om klager over te plaatsen. Daarom kan voor deze zaak in het midden blijven of sprake is geweest van bedreigingen. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 23 januari 2019.

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven