Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1685/GB, 27 november 2018, beroep
Uitspraakdatum:27-11-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         R-18/1685/GB

Betreft:            [klager]            datum: 27 november 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. T.E. Korff, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 10 september 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel ongegrond verklaard.

2.         De feiten

Klager is sinds 4 juni 2018 gedetineerd. Bij beslissing van 25 juli 2018 is klager geselecteerd voor het huis van bewaring van de p.i. Ter Apel. Bij besluit van 24 september 2018 is klager geselecteerd voor de gevangenis van de p.i. Ter Apel.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep – samengevat - als volgt toegelicht.

De beslissing is op onjuiste gronden genomen, omdat nog geen beslissing is genomen omtrent de verblijfsstatus van klager. Tot op heden heeft hij rechtmatig verblijf in Nederland en het beleid tot overplaatsing naar de p.i. Ter Apel is dan ook niet op klager van toepassing.

Voorts wordt zijn recht op family life ex artikel 8 van het EVRM geschonden, nu zijn gezin en de rest van zijn naaste familie woonachtig is in Brussel. Het is voor zijn echtgenote en zijn kinderen onredelijk belastend om klager in de p.i. Ter Apel te bezoeken en om die reden heeft klager vooralsnog van hen geen bezoek ontvangen. Het onderhouden van persoonlijk contact met zijn kinderen is voorts van groot belang voor de hechting en ontwikkeling van een kind en het onthouden van dergelijk contact levert een schending op van artikel 9 van het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind. Contact door middel van Skype volstaat niet.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing – samengevat - als volgt toegelicht.

Dat er nog geen beslissing is genomen over de verblijfsstatus van klager, heeft geen schorsende werking en doet niets af aan het bestreden besluit. Er is geen sprake van schending van artikel 9 van het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind. Via Skype bestaat immers de mogelijkheid om contact te hebben en daarbij zijn bezoekproblemen inherent aan het gedetineerd zijn. Betrokkene is inmiddels overgeplaatst van het huis van bewaring van de p.i. Ter Apel naar de gevangenisafdeling van voornoemde inrichting.

4.         De beoordeling

4.1.      De p.i. Ter Apel is, onder meer, een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, als bedoeld in artikel 20b, tweede lid onder a, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna de Regeling) met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2.      Ingevolge artikel 20b van de Regeling worden vreemdelingen die na de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf geen rechtmatig verblijf meer hebben in Nederland, in beginsel geplaatst in een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen.

4.3.      Uit het selectieadvies van de directeur van Justitieel Complex Zaanstad volgt dat klager na de tenuitvoerlegging van zijn gevangenisstraf geen rechtmatig verblijf heeft in Nederland. Daarom dient klager in beginsel geplaatst te worden in een inrichting die bestemd is voor de opneming van strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. De p.i. Ter Apel is de enige inrichting in Nederland die hiervoor bestemd is. Plaatsing van een strafrechtelijk gedetineerde vreemdeling in een andere inrichting dan in een daarvoor bestemde inrichting is niet uitgesloten, maar daartoe wordt alleen overgegaan, als sprake is van uitzonderlijke omstandigheden.

4.4.      Namens klager is aangevoerd dat zijn gezin en de rest van zijn naaste familie woonachtig is in België en hij vooralsnog geen bezoek heeft ontvangen, hetgeen niet is weersproken door de selectiefunctionaris. Voorts blijkt uit zijn registratiekaart dat de einddatum van klagers detentie is bepaald op 30 november 2022. De verwachte detentieperiode van vier jaren na heden ziet de beroepscommissie, gelet op de verblijfplaats van klagers vrouw en kinderen, als een uitzonderlijke omstandigheid als hiervoor bedoeld. Op grond van het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat de bestreden beslissing onvoldoende toereikend is gemotiveerd. Het beroep wordt derhalve gegrond verklaard, de bestreden beslissing wordt vernietigd en de selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 27 november 2018.

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven