Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/2448/GB, 31 december 2018, beroep
Uitspraakdatum:31-12-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         R-18/2448/GB

Betreft:            [klager]            datum: 31 december 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van  […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 14 december 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, en van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.  Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het verzoek tot uitstel van klager gericht tegen de oproep zich op 7 januari 2019 te melden in de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard afgewezen.

2.         De feiten

Op 24 oktober 2018 is klager opgeroepen zich op 23 november 2018 te melden in de locatie Zuyder Bos voor het ondergaan van 343 dagen gevangenisstraf. Op 5 november 2018 is namens klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend, dat op 15 november 2018 gegrond is verklaard. Klager is uitstel verleend en is op 15 november 2018 een nieuwe oproep toegezonden om zich op 7 januari 2019 te melden in de locatie Zuyder Bos. Klager heeft op 12 december 2018 wederom een verzoek tot uitstel gedaan, dat de selectiefunctionaris op 14 december 2018 heeft afgewezen.

3.         De standpunten

3.1.      Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager verzoekt om één jaar uitstel van zijn detentie. Klager stelt dat hij ten onrechte is veroordeeld. Klager geeft te kennen dat zijn raadsman, mr. B. Tieman te Utrecht, bezig is met de aanvraag voor een herziening van zijn strafzaak in verband met nieuwe feiten en omstandigheden. Dit zal leiden tot een vrijspraak. Daarnaast heeft klager meer tijd nodig om zijn huurhuis schoon en in originele staat op te leveren, voordat hij de huur kan opzeggen. Klager merkt op dat, wanneer een vrijspraak zal volgen en hij een jaar in detentie heeft doorgebracht, dit hoge kosten voor de Staat zal meebrengen.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris verwijst naar de inhoud van de bestreden beslissing. Zoals blijkt uit de aanwijzing van het Openbaar Ministerie (OM) over het uitstelbeleid kan een verzoek tot uitstel om verschillende redenen worden toegekend. Voorop staat echter de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. Daarom wordt slechts in uitzonderlijke omstandigheden uitstel verleend. Deze regeling geldt ook voor klager. Bij besluit van 24 oktober 2018 is klager opgeroepen zich te melden in de locatie Zuyder Bos op 23 november 2018. Op 5 november 2018 heeft klagers raadsman een verzoek tot uitstel ingediend in verband met het opzeggen van verschillende overeenkomsten, waaronder die van klagers huurwoning. Daarna is aan klager uitstel verleend tot 7 januari 2019. Op 12 december 2018 heeft klager een verzoek tot uitstel ingediend voor de duur van één jaar of huisarrest met een enkelband, met – naast het opleveren van klagers huurwoning – als reden dat klager een eigen bedrijf aan het opzetten is. Dit verzoek is afgewezen. Uit navraag bij het ressortsparket Arnhem-Leeuwarden en de Hoge Raad blijkt dat niets bekend is met betrekking tot een herzieningsverzoek. Klager is sinds 25 september 2018 bekend met de tenuitvoerlegging van de aan hem opgelegde gevangenisstraf. Klager heeft ruimschoots de gelegenheid gehad maatregelen en voorzieningen te treffen voor het schoonmaken van de huurwoning en het opzeggen van het huurcontract. De selectiefunctionaris acht de bestreden beslissing redelijk en billijk en verzoekt het beroep ongegrond te verklaren.

4.         De beoordeling

4.1.      Klager heeft op 12 december 2018 verzocht om een uitstel van één jaar. Hij heeft meer tijd nodig om zijn huurwoning schoon en in originele staat op te kunnen leveren. Daarnaast is zijn raadsman bezig met een aanvraag voor een herziening in zijn strafzaak wegens nieuwe feiten en omstandigheden, die zullen leiden tot een vrijspraak. Het verzoek is afgewezen, omdat klager eerder uitstel heeft gekregen om bovengenoemde redenen en hij sinds 25 september 2018 bekend is met de tenuitvoerlegging van de aan hem opgelegde straf.

4.2.      In bijlage 2 bij de Aanwijzing executie (Regels voor het uitstelbeleid van ‘lopende  vonnissen’ in het kader van de zelfmeldprocedure) staat vermeld:

“Als het verzoek tot uitstel betrekking heeft op een periode die de termijn van 6 maanden na de eerste melddatum overschrijdt, beslist de selectiefunctionaris van DJI pas op een dergelijk verzoek nadat overleg met het parket van veroordeling heeft plaatsgevonden. Het advies van het parket zal zwaar wegen bij de uiteindelijk te nemen beslissing over het wel of niet uitstellen van de melding. Een verzoek tot uitstel voor een dergelijk lange periode zal slechts bij uitzondering gehonoreerd worden.”

4.3.      De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot uitstel van één jaar niet aan het OM   

 voorgelegd, voordat een beslissing op bezwaar is genomen. Klager wil thans alsnog uitstel, waarom hij toen al had verzocht. Nu voornoemd overleg met het OM dwingend is voorgeschreven en (destijds) dus ten onrechte niet heeft plaatsgevonden, zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de bestreden beslissing vernietigen en de selectiefunctionaris opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Voor de toekenning van een tegemoetkoming bestaat geen aanleiding.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 31 december 2018.

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven