Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1686/GA, 29 november 2018, beroep
Uitspraakdatum:29-11-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 


nummer:          R-18/1686/GA


betreft: [klager]            datum: 29 november 2018


 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 23 augustus 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,  alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.


De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.


Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:


1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft

a)         de beschadiging van een horlogebandje;

b)         het kwijtraken van een koptelefoon en

c)         het kwijtraken van een leesbril

na de overplaatsing van klager van de p.i. Vught naar de locatie De Schie te Rotterdam (VU-2018-000094).


De beklagrechter heeft het beklag onder a. en b ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. Het beklag onder c. is gegrond verklaard en aan klager is een tegemoetkoming van € 10,=.


2.         De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Ten aanzien van het beklag onder c. is de klacht gegrond verklaard, echter staat de toegekende tegemoetkoming niet in verhouding tot de waarde van de leesbril.

De directeur heeft volhard in het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt.


3.         De beoordeling

De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagrechter ten aanzien van het beklag onder a. en b. op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van het beklag onder c. overweegt de beroepscommissie als volgt. Zij stelt voorop dat een tegemoetkoming is bedoeld voor het door klager ondervonden ongemak. In geval er sprake is van schade en indien die schade eenvoudig is te begroten, is er aanleiding schadevergoedingsaspecten te betrekken bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming. In dit geval is de omvang van de schade niet eenvoudig vast te stellen. De waarde van de leesbril heeft klager niet met enig bewijsstuk en ook niet anderszins onderbouwd. De beroepscommissie kan reeds daarom geen schadevergoedingsaspecten betrekken bij het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming. De beroepscommissie kan zich derhalve verenigen met de door de beklagrechter toegekende tegemoetkoming van € 10,=. Het beroep zal ook in zoverre ongegrond worden verklaard.


4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.


 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 29 november 2018.


 


 


 


 

            secretaris         voorzitter


 


 


 

Naar boven