Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1410/GA, 6 november 2003, beroep
Uitspraakdatum:06-11-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/1410/GA

betreft: [klager] datum: 6 november 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 23 juni 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de vaststelling van een tegemoetkoming d.d. 11 juni 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft geen tegemoetkoming vastgesteld, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende een gebrekkige ventilatie op klagers cel, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming
toegekend. Klager heeft vanaf december 2002 geklaagd over de vervuilde luchtroosters en
het gebrek aan frisse lucht als gevolg daarvan. Pas aan het einde van de zomervakantie van
2003 zijn de vervuilde luchtroosters schoongemaakt. De slechte luchtventilatie houdt niet
alleen verband met bouwtechnische mankementen, maar ook met het onderhoud van de
roosters. Klager verwijst naar de uitspraak van de beroepscommissie van 7 augustus 2003
met kenmerk 03/821/GA, waaruit blijkt dat de directeur zich niet ten nadele van de
gedetineerden kan disculperen indien veranderingen in een bestaande toestand worden
belemmerd door beslissingen van de Rijksgebouwendienst.

De directeur heeft daarop gereageerd met de mededeling dat hij aan het beroepschrift geen schriftelijke informatie heeft toe te voegen.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 69, eerste lid, Pbw dient het beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die van de ontvangst van het afschrift van de uitspraak onderscheidenlijk na die van de mondelinge mededeling van de uitspraak wordeningediend. Blijkens het proces-verbaal van verhoor heeft de beklagrechter klager op 11 juni 2003 mondeling medegedeeld dat zijn klacht over de luchtroosters gegrond is verklaard en de compensatie bestaat uit deze gegrondverklaring.Klager had tot en met 18 juni 2003 de tijd om een beroepschrift in te dienen. Het ongedateerde beroepschrift van klager is blijkens de poststempel op 20 juni 2003 verzonden en op 23 juni 2003 door het secretariaat van de Raadontvangen. Het beroepschrift is derhalve niet tijdig ingediend en klager dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris,
op 6 november 2003

secretaris voorzitter

Naar boven