Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/0899/GA, 13 december 2018, beroep
Uitspraakdatum:13-12-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

 

nummer:          R-899

betreft: [klager]            datum: 13 december 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K.C. van Hoogmoed, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 13 april 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwolle. alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 oktober 2018, gehouden in p.i. Lelystad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. K.C. van Hoogmoed en de heer […], directeur van p.i. Zwolle. Als toehoorder is aanwezig mevrouw […], stagiaire bij de p.i. Zwolle. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:          

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter Klager beklaagt zich over de vermissing van een paar Nike schoenen  (ZI-2018-74/ ZW-2018-59).De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager werd overgeplaatst van p.i. Zwolle naar p.i. Zwaag. Klagers cel werd ontruimd door p.i.w.-ers. Klager gaf aan dat hij over vijf paar schoenen beschikte op het moment dat hij overgeplaatst werd. Van die vijf had hij één paar aan. Er moesten dus vier paar schoenen ingepakt zijn. Hij ontving echter maar drie paar schoenen. Het ontruimingsverslag, zoals verstrekt door de directeur is niet compleet. Het verstrekte document is een enkelzijdige kopie van een dubbelzijdig document, zoals blijkt uit het juiste ter zitting overhandigde ontruimingsverslag. Uit het volledige verslag blijkt dat in doos 6 vier paar schoenen werden ingepakt. In dat licht is de eerdere opmerking van de directeur dat klager geen schoenen had opmerkelijk. Ook is het de vraag waar het precies mis ging, nu klager slechts drie paar schoenen ontving. In het geval van een ontruiming is de directeur verantwoordelijk voor de spullen van klager tot het moment van afleveren. In de nieuwe p.i. moest klager tekenen voor ontvangst van die spullen. Die stukken zijn echter geen onderdeel van het dossier. Toen klager bleek dat hij een paar schoenen miste, nam hij direct contact op met het afdelingshoofd van de p.i. Zwaag. Die stuurde daarop een e-mail naar de p.i. Zwolle. Daar kwam echter geen reactie op. Het kwijtgeraakte paar kostte € 190,00. Die kosten wil hij graag vergoed zien.De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager was niet in de gelegenheid om zijn eigen cel te ontruimen, aangezien hij een disciplinaire straf uitzat. Daarom ontruimden twee personeelsleden de ruimte. Daar is een ontruimingsverslag van opgemaakt. Daaruit blijkt dat vier paar schoenen ingepakt werden. Dat komt overeen met wat klager stelt. Hij had immers één paar schoenen aan. Feiten of omstandigheden die tot twijfel aan de juistheid van dat verslag zouden moeten leiden, zijn niet aannemelijk geworden. Er zijn dan ook geen redenen om aan te nemen dat er minder schoenen werden ingepakt dan dat vermeld staat in het ontruimingsverslag.

3.         De beoordeling

Vaststaat dat klagers cel buiten zijn afwezigheid is ontruimd. De verantwoordelijkheid van de voorwerpen die klager onder zich had, ging op dat moment over van klager op de directeur. Van de ontruiming werd een ontruimingsverslag opgemaakt. Uit dit verslag blijkt dat vier paar schoenen werden ingepakt in doos 6. Klager gaf aan dat hij beschikte over vijf paar schoenen. Daarvan had hij één paar aan tijdens zijn overplaatsing.Het is niet aannemelijk geworden dat aan het ontruimingsverslag moet worden getwijfeld. Verder is de beroepscommissie van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de directeur van de p.i. Zwolle aansprakelijk kan worden gehouden voor de vermissing van het betreffende paar schoenen. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met verbetering van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A. van Waarden en J. Schagen M.A., leden, in tegenwoordigheid van mr. A.G. Dekker, secretaris, op 13 december 2018.

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven