Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/734/GA en R-18/735/GA, 21 december 2018, beroep
Uitspraakdatum:21-12-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          R-18/734/GA en R-18/735/GA

betreft: [klager]            datum: 21 december 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L. Toet, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen uitspraken van 8 juni 2018 van de beklagcommissie bij de locatie Esserheem te Veenhuizen, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 november 2018, gehouden in de p.i. Lelystad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. L. Toet, en mevrouw […] (plaatsvervangend) vestigingsdirecteur bij de locatie Esserheem. Als toehoorder was aanwezig mevrouw […], stagiaire bij de locatie Esserheem.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:        

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie

Het beklag betreft

R-18/734/GA: het niet tijdig beslissen op klagers verzoek tot algemeen verlof (EH-2018-000209) en  R-18/735/GA: het niet tijdig in behandeling nemen van klagers verzoek tot detentiefasering (EH-2018-000210).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt – samengevat - als volgt toegelicht.

Na een verblijf in de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) in Assen is klager op 29 maart 2018 teruggeplaatst in de locatie Esserheem. Op 30 maart heeft hij verzocht om algemeen verlof en deelname aan een penitentiair programma (p.p.). Meermaals heeft hij verzocht om de stand van zaken, maar hierop is niet inhoudelijk gereageerd door de casemanager. Pas zes weken na het indienen van het verzoek zijn het Openbaar Ministerie en de politie aangeschreven. Van een gegronde reden voor het lange tijdsverloop is niet gebleken. Het feit dat klager pas vanaf 20 juli 2018 in aanmerking kwam voor verlof en deelname aan een p.p. doet hieraan niet af. Op 13 juli 2018 is pas een beslissing genomen. Hierdoor is klager beperkt in zijn mogelijkheden van bezwaar/beklag en beroep. Gelet op het voorgaande heeft de directeur niet binnen een redelijke termijn beslist op de verzoeken van klager.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Klager verbleef in de FPK zodat onderzocht kon worden of behandeling tijdens detentie kon worden opgestart. Eind maart is klager vanuit de FPK te Assen teruggeplaatst in de inrichting. Hij heeft toen verzoeken ingediend tot algemeen verlof en deelname aan een p.p. De datum waarop hij hiervoor in aanmerking was echter pas op 20 juli 2018. In beginsel wordt een verzoek acht weken voor de streefdatum in behandeling genomen. Het is onmogelijk rekening te houden met beklag- en beroepstermijnen. Daarbij heeft het de voorkeur beslissingen te nemen zo dicht mogelijk op de streefdatum, zodat de meest actuele informatie kan worden meegenomen. Bovendien is klager vanuit de FPK teruggeplaatst in de inrichting en moest worden onderzocht waarom klager was teruggeplaatst en hoe hij zich zou ontwikkelen. Deze informatie is opgevraagd in de periode tussen het indienen van de verzoeken en het aanschrijven van het Openbaar Ministerie en de politie.

3.         De beoordeling

Vast staat dat klager na een verblijf van enkele weken in de FPK is teruggeplaatst in de locatie Esserheem. Bij binnenkomst op 29 maart 2018 heeft hij vrijwel meteen verzoeken ingediend tot algemeen verlof en deelname aan een p.p. Verder staat vast dat klager pas vanaf 20 juli 2018 in aanmerking kwam voor verlof en fasering. Op 13 juli 2018 is door de directeur negatief op voornoemde verzoeken beslist.

De beroepscommissie is van oordeel dat gelet op voornoemde omstandigheden en gelet op de toelichting van de directeur niet gezegd kan worden dat de directeur de verzoeken van klager onvoldoende voortvarend in behandeling heeft genomen. Daarbij wordt opgemerkt dat het alleszins redelijk is dat beslissingen omtrent algemeen verlof en deelname aan het penitentiair programma zo dicht mogelijk op de streefdatum worden genomen, zodat de meest actuele informatie bij die beslissingen kunnen worden betrokken. De beroepscommissie verklaart de beroepen daarom ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart de beroepen ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr.dr. J. de Lange, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 21 december 2018.

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven