Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/955/GA, 14 december 2018, beroep
Uitspraakdatum:14-12-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          [Klager]

betreft: R-18/955/GA  datum: 14 december 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Lochs, namens [Klager], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 5 april 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 november 2018, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, is klager gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M. Lochs. De directeur van de p.i. Nieuwegein is ter zitting niet verschenen en heeft per e-mail verzocht om het opmaken van een verslag van horen. De voorzitter heeft geantwoord dat van het verhandelde ter zitting verslag zou worden opgemaakt en dat de directeur de gelegenheid zou krijgen daarop desgewenst binnen zeven dagen schriftelijk te reageren. De directeur heeft evenwel niet gereageerd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft het niet verlenen van toestemming voor een USB-stick op klagers cel ten behoeve van zijn studie (NM-2017-657). De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager maakt gebruik van een USB-stick voor studiedoeleinden. Hij volgt een talenstudie Japans en daarnaast is hij druk bezig met een ICT-studie. Voornamelijk voor zijn ICT-studie heeft hij voldoende opslagcapaciteit nodig. Een diskette volstaat niet. Hem is echter geweigerd gebruik te mogen maken van zijn USB-stick. Het hoofd van de afdeling veiligheid denkt kennelijk dat klager met de USB-stick internetverbinding kan maken. Tijdens de zitting van de beklagrechter heeft de directeur verklaard dat hij zelf geen verstand heeft van computers en dat hij vertrouwt op hetgeen het hoofd van de afdeling veiligheid daarover heeft gezegd. Klager wil graag de mogelijkheid hebben zijn gegevens op te slaan op verschillende computers, zodat hij in de middag in de daartoe binnen de p.i. bestemde ruimte en in de avond op zijn cel kan studeren. Diverse gedetineerden hebben een USB-stick. De directeur heeft gezegd dat de gedetineerden die gebruiken voor inzage in hun dossier en dat de USB-stick afkomstig is van het Openbaar Ministerie. Klager zou dan ook graag zo’n USB-stick willen. Een externe harde schijf is voor klager ook een oplossing.

Gemakkelijk kan worden onderzocht of klager met zijn USB-stick internetverbinding kan maken. Klager stelt dat dat met zijn USB-stick niet kan. Het is een normale USB-stick, die alleen gebruikt kan worden voor opslag. De USB-stick wordt al snel verward met een USB-dongle. Een USB-dongle kan gebruikt worden om internetverbinding te maken. Het is geen moeilijke opgave om het verschil te onderzoeken. Simpelweg door de USB-stick in de computer te steken kan men zien of het een normale USB-stick is met alleen opslagcapaciteit, of dat sprake is van een USB-dongle.

Het is klager niet duidelijk waarom hem een USB-stick wordt geweigerd. De orde en veiligheid zijn volgens hem niet in gevaar. In ieder geval heeft de directeur onvoldoende gemotiveerd waarom dat het geval is. Voor het overige wordt aangesloten bij hetgeen in het beroepschrift is opgenomen.

 

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

 

3.         De beoordeling

Gelet op het belang van klager zijn studie verder zonder vertraging te kunnen vervolgen, heeft de directeur geen overtuigende argumenten naar voren gebracht om de toestemming te weigeren. Klager heeft voldoende aannemelijk gemaakt een USB-stick op cel nodig te hebben. De reactie van de directeur, zoals blijkt uit het verweerschrift, ziet op de onbeveiligde situatie die zou kunnen ontstaan bij het toestaan van een USB-stick. Hoewel de beroepscommissie begrijpt dat een USB-stick een risico meebrengt voor de inrichting, is niet zonder meer sprake van een daadwerkelijk risico. Op de directeur rust in dit soort gevallen een onderzoekplicht. Hij dient te onderzoeken of de USB-stick van klager al dan niet kan worden toegestaan. De directeur heeft in de onderhavige zaak onvoldoende invulling aan zijn zorgplicht gegeven. Hierbij neemt de beroepscommissie in overweging dat klager meermalen heeft gezegd dat geen sprake is van een USB-dongle en dat gemakkelijk onderzocht kan worden of het een USB-stick of een USB-dongle is. Verder heeft klager gezegd dat hij eventueel op een door de inrichting verzorgde en goedgekeurde USB-stick wil werken. Tegen deze achtergrond en mede in het licht van de resocialisatiedoelstelling in artikel 2 van de Pbw, dient een afweging van de belangen in dit specifieke geval in het voordeel van klager uit te vallen.

Gelet op al het vorenstaande moet de beslissing van de directeur bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. De uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. De beslissing van de directeur zal worden vernietigd en de directeur zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.

Zij vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en draagt de directeur op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.

Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, J.G.A. van den Brand en drs. M.J. Selnick Marzullo, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 14 december 2018.

 

                         

            secretaris         voorzitter

Naar boven