Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2068/GA, 7 november 2003, beroep
Uitspraakdatum:07-11-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/2068/GA

betreft: [klager] datum: 7 november 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 1 september 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 11 augustus 2003 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Haaglanden te Zoetermeer, welke op 20 augustus 2003 aan klager en de directeur is verzonden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 oktober 2003, gehouden in voornoemde locatie Zoetermeer, zijn gehoord klager en, namens de directeur, de heer [...], afdelingshoofd bij voornoemde locatie.
Klagers raadsvrouwe, mr. S.A.D. Boejharat, heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van veertien dagen opsluiting in een strafcel, welke disciplinaire straf extern ten uitvoer werd gelegd in de p.i. Haaglanden te 's-Gravenhage, wegens actieve betrokkenheid bij eenvechtpartij.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager bevond zich ten tijde van de betreffende vechtpartij in de afdelingskeuken. Daar was ook een aantal medegedetineerden aanwezig. Op dat moment was er (nog) geen inrichtingspersoneel in de keuken. Er bestond al langere tijd eenspanning tussen de gedetineerden op de afdeling. Tevoren was aan een gedetineerde gevraagd of hij de door hem gemaakte rotzooi wilde opruimen. Dat deed hij niet. De reeds bestaande spanning escaleerde en twee gedetineerden vielenelkaar aan. Beiden zijn vrij grote en zware personen. Klager heeft getracht een en ander te sussen; dat ging echter erg moeilijk. Op een bepaald moment zag klager bloed bij een van de gedetineerden en een mes in de handen van deander. Klager heeft daarop een doek gepakt, die nat gemaakt met koud water en vervolgens getracht de bloeding bij P te stelpen. Toen het personeel binnen kwam, was het gevecht al afgelopen. Alle gedetineerden zijn daarop naar huncel geleid. Klager was de laatste die naar zijn cel werd gebracht. Het personeel gaf daarbij tegenover klager aan dat hij goed was opgetreden. Klager zat vervolgens in zijn cel en toen kwam de directeur bij hem. Klager kreeg niet degelegenheid zijn verhaal te doen. De directeur vertelde klager dat hij hem een disciplinaire straf oplegde en dat daarover geen discussie mogelijk was. Klager werd vervolgens overgebracht naar Scheveningen en uiteindelijk naar deLandelijke Afzonderingsafdeling in Vught. Klager is nog steeds kwaad over de manier waarop hij door de directeur is behandeld. Door deze (ten onrechte opgelegde) disciplinaire straf heeft hij veel nadeel ondervonden. Zo is hij isinmiddels al vele malen overgeplaatst. Klager moet nog veel dingen regelen voor hij over negen maanden in vrijheid wordt gesteld. Dat wordt door die onjuiste beslissing van de directeur eveneens bemoeilijkt.

Namens de directeur heeft het afdelingshoofd in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het afdelingshoofd verwijst naar het verslag dat is opgemaakt door de penitentiair inrichtingswerker A van 9 juni 2003. Daaruit blijkt dat al gedurende enkele dagen op de afdeling spanning merkbaar was over het gebruik van deafdelingskeuken. Die spanning ontstond over het niet schoonmaken van de keuken. Gedetineerden hebben daarop onderling besloten een medegedetineerde min of meer de toegang tot de keuken te ontzeggen. Zulks is in de locatie uiteraardniet toegestaan. Een en ander heeft geleid tot de vechtpartij, die aanleiding is geweest voor de oplegging van de onderhavige disciplinaire straf. Na het ingrijpen van het personeel zijn alle gedetineerden ingesloten. Daarna zijnzij allen gehoord door de directeur. Een aantal van de deelnemers aan de vechtpartij is disciplinaire gestraft. Een deel van hen is overgeplaatst naar Scheveningen en een enkeling naar de p.i. Vught. De reden voor de strafopleggingaan klager was zijn actieve betrokkenheid bij de vechtpartij.

3. De beoordeling
Niet aannemelijk is geworden dat klager bij de onderhavige vechtpartij daadwerkelijk actief betrokken is geweest. De beroepscommissie acht niet onaannemelijk dat klager slechts betrokken is geweest bij het scheiden van devechtenden. Gelet daarop is de bestreden beslissing van de directeur genomen op gronden die die beslissing niet kunnen dragen. Dat maakt dat de uitspraak van de beklagcommissie niet in stand kan blijven en dat het beklag alsnoggegrond moet worden verklaard.

Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De directeur is in de gelegenheid gesteld zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming te bepalen. Deberoepscommissie zal de tegemoetkoming vaststellen op € 140,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 140,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, J.L. Brand en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 7 november 2003

secretaris voorzitter

Naar boven