Nummer: R-1661
Betreft: [klager] datum: 13 november 2018
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 8 augustus 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam afgewezen.
2. De feiten
Klager is sinds20 juni 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwaag te Hoorn. Op 5 september 2018 is klager overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Voor klagers familie en vriendin is het onmogelijk om klager in de locatie Norgerhaven te bezoeken. Klagers relatie komt door de overplaatsing onder druk te staan, waardoor klagers resocialisatie in gevaar komt. Klager wenst te worden overgeplaatst naar een gevangenis dichterbij Rotterdam.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Norgerhaven in verband met de sluiting van de p.i. Zwaag. Klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie De Schie is niet uitvoerbaar gebleken, in verband met lange wachtlijsten voor inrichtingen in de regio Rotterdam. Klager is veroordeeld door de rechtbank Noord-Holland, de locatie Norgerhaven ligt in het aangrenzende arrondissement. De selectiefunctionaris begrijpt dat het voor klagers bezoek extra reistijd is naar de locatie Norgerhaven, maar uit het beroepschrift blijkt niet dat klagers bezoek niet in staat zou zijn om klager in de locatie Norgerhaven te bezoeken. De selectiefunctionaris adviseert klager te zijner tijd een nieuw overplaatsingsverzoek in te dienen.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Norgerhaven is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris blijkt dat er op het moment van de bestreden beslissing geen celcapaciteit beschikbaar was in een inrichting in de regio Rotterdam. De beroepscommissie begrijpt de wens van klager om dichterbij zijn familie en vriendin gedetineerd te zijn, hoewel niet is gebleken dat klagers bezoek niet in staat zou zijn om klager te kunnen bezoeken in de gevangenis van de locatie Norgerhaven. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Zodra de omstandigheden daartoe de mogelijkheid bieden kan klager, zoals de selectiefunctionaris heeft aangegeven, opnieuw zijn verzoek indienen.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 13 november 2018.
secretaris voorzitter