Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-689, 28 november 2018, beroep
Uitspraakdatum:28-11-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:           R-689

betreft: [klager]                                                                     datum: 28 november 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Wouters, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 12 februari 2018 van de beklagcommissie bij FPC Oostvaarderskliniek te Almere, verder te noemen de inrichting, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 oktober 2018, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J. Wouters, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker bij FPC Oostvaarderskliniek.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft de beslissing tot overplaatsing van klager naar een andere afdeling. De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager ontkent tijdens zijn verlof contact te hebben gezocht met een minderjarige. Klager vindt het vreemd dat  hij op zijn fiets, bellend met zijn vrouw, contact met een jongen zou hebben gemaakt. Kennelijk zou die jongen in een auto hebben gezeten en de leeftijd van acht jaar hebben gehad. Klager weet zeker dat zoiets niet is gebeurd. Hij is geconfronteerd met een leugenachtige verklaring.

De beklagcommissie heeft klager ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Klagers dossier is besmet met een ongegronde en misplaatste klacht. Toepassing van de regels zoals de beklagcommissie heeft gedaan, leidt ertoe dat deze gegevens in klagers dossier gehandhaafd blijven en dat klager hiervan jarenlang nadeel kan ondervinden. Klager weet zeker dat dit bij de verlengingszitting tegen hem gebruikt zal worden en heeft dan ook een bijzonder belang.

Klager is inmiddels overgeplaatst naar FPC Van der Hoeven Kliniek omdat sprake was van een vertrouwensbreuk. Klager heeft zich niet verzet tegen de overplaatsing.

Klager verzoekt de beroepscommissie het beroep gegrond te verklaren en de inrichting op te dragen de gegevens omtrent het vermeende feit met de minderjarige jongen uit het dossier te verwijderen en hem een passende vergoeding toe te kennen.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager is overgeplaatst naar afdeling Kievit, een reguliere afdeling. De beklagcommissie heeft klager dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Kort vóór het voorval met de minderjarige jongen is klagers verlof opgeschort geweest in verband met het aantreffen op klagers telefoon van foto’s van een voor de kliniek onbekende jongen. De beslissing tot overplaatsing moet ook in dat licht worden bezien. 

3.         De beoordeling

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Hierbij is in aanmerking genomen dat klager naar een reguliere afdeling is overgeplaatst, niet zijnde een afdeling voor intensieve zorg, en dat niet is aangevoerd en ook niet aannemelijk is geworden dat sprake is van het niet-betrachten van een in de wet neergelegde zorgplicht.

Met de bestreden beslissing is weliswaar tegelijkertijd besloten tot opschorting van klagers verlof, maar deze beslissing betreft onbegeleid verlof en geen transmuraal verlof. Van de bestreden beslissing kan daarom niet worden gezegd dat zij feitelijk neerkomt op beperking van de bewegingsvrijheid buiten de inrichting die voor klager hetzelfde effect heeft als een  beklagwaardige  formele beslissing tot intrekking van transmuraal verlof. Dus ook als de beroepscommissie acht slaat op de feitelijke gevolgen van de bestreden beslissing in combinatie met de opschorting van het onbegeleid verlof, is er geen reden om klager in zijn tegen de interne overplaatsing gerichte klacht te ontvangen.

De omstandigheid dat klager stelt een bijzonder belang te hebben bij een inhoudelijke behandeling van zijn klacht, maakt dit niet anders. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, mr.drs. J.P. Meesters en mr.drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 28 november 2018.

                                    

                                              

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven